Wendy Plomp is de stuwende kracht achter het Eindhovense designcollectief Dutch Invertuals, dat naam maakte met exposities in binnen- en buitenland. Dit jaar is zij een van de ambassadeurs van Dutch Design Week.

‘Ik hoor vaak dat mensen het supervet vinden wat wij doen, maar niet weten hoe ze ons moeten plaatsen: o, ben je geen galerie, o, ben je geen museum, o maak je geen producten? Wat dan wel?’

Wendy Plomp (1977) is de drijvende kracht achter het designcollectief Dutch Invertuals dat tijdens de Dutch Design Week op meerdere plekken werk toont. Tweemaal per jaar presenteren ze een expositie, of ‘visueel manifest’, zoals Plomp het zelf noemt; tijdens de Salone del Mobile – een prestigieuze meubelbeurs in Milaan , en tijdens de Dutch Design Week. De deelnemers wisselen per expositie, worden door Plomp gescout. Jonge gasten soms, koud van de Design Academy. Samen bedenken ze de expositie, rondom een vooraf gekozen thema.

‘Toen we tien jaar geleden begonnen, was de instelling van ontwerpers individueler,’ zegt Plomp, ‘bij de jonge generaties gaat het toch meer om sharing, zo van: hé, waar poedercoat jij, en waar doe jij dit, en waar doe je dat? Je kunt tijdens het maken van zo’n presentatie elkaar ook helpen op een andere manier naar het eigen werk te kijken, de kwaliteit ervan te ontdekken. Vaak zegt een ontwerper: ja, maar ik wil dit nog proberen, en ik wil die kant nog op. En dan zeggen wij: sorry, maar dit is echt vet, te gek, niets meer aan doen!’

Voor die jonge ontwerpers betekenen de exposities bovendien dat ze zich op een internationaal podium kunnen laten zien en er opdrachten aan overhouden. Meer dan zeventig ontwerpers hebben in de loop der jaren meegedaan, een reservoir waaruit Plomp kan putten voor de projecten die Dutch Invertuals tussen de exposities door voor opdrachtgevers uitvoert.

'Het is niet zo dat wij daar staan om vijf meubeltjes te verkopen, wij willen echt ons verhaal vertellen, laten zien waarom bepaalde thema’s belangrijk zijn voor ons'

Wendy Plomp

ijslamp

Dat werk levert de middelen voor de exposities in Milaan en Eindhoven. De exposities worden bovendien na die eerste presentatie vaak door andere musea en galerieën aangekocht. Een vorige expositie, Harvest, was te zien in het Musée des Arts Décoratifs in Parijs en op het London Design Festival.

Maar geld is slechts een middel om ons doel te bereiken, benadrukt Plomp. ‘Milaan is een productgerichte meubelbeurs, toch laten we daar heel abstracte werken zien. Het is niet zo dat wij daar staan om vijf meubeltjes te verkopen, wij willen echt ons verhaal vertellen, laten zien waarom bepaalde thema’s belangrijk zijn voor ons.’

Dutch Invertuals is gevestigd in een hangar-achtige ruimte, direct aan het spoor. ‘Vroeger zat hier Van Gend en Loos, stond het vol pakketten,’ legt Plomp uit. Van hout en doorzichtige golfplaten zijn op kassen gelijkende constructies gemaakt waarbinnen designers achter bureaus zitten.

‘Dit is ontworpen door designbureau EDHV,’ zegt Plomp als we bij een ijzeren constructie staan, een metalen kubus die via een trechter uitmondt in een vierkant emmertje. ‘Het is een ijslamp. Je kunt een ijsblok op deze metalen plaat zetten, als het ijs smelt komt er energie vrij dat via electroden wordt doorgegeven aan dit ledlampje hier, dat licht scheen dan prachtig door het ijs. Het smeltwater wordt in dat emmertje opgevangen, dat vormt gelijk de mal voor een nieuw ijsblok. De lamp vormde onderdeel van de expositie Powerplay uit 2016, was een gedachte-experiment: wat zou er gebeuren als we zoveel energie kunnen opwekken dat er een overschot ontstaat.’

We lopen verder. Aan de wand hangen foto’s van eerdere exposities, keurig geordend per jaartal, per expo een enkele foto en een kaartje met steekwoorden. ‘Economic formats, energy-overflown society, efficiency and self-efficiency,’ staat er bij de expositie Powerplay.

supernaturals

‘Dit is onze laatste expo,’ zegt Plomp. ‘Mutant Matter, in april was die in Milaan te zien, en nu ook op de Dutch Design Week.’ De zwart-witfoto van een zaal met objecten heeft iets van een still uit een sf-film. De woorden op het kaartje: ‘Anthropocene, Artifical Intelligence, resources of tomorrow, ecological changes’.

‘De natuur hebben we verpest,’ zegt Plomp, ‘dat moeten we accepteren. Er is geen weg terug, de grenzen tussen mens en natuur vervagen, door de mens gemaakte materialen zijn de nieuwe natuur: de supernaturals.’

Even verderop worden foto’s genomen. Een jonge vrouw zit stokstijf, een robot gelijk, in grijze kleren achter een grijs bureau, starend in een grijze computer, de vingers op een grijs toetsenbord. Het betreft een campagne voor een project dat de komende week ook te zien zal zijn, Buitenpost geheten. ‘We ontwerpen werkcapsules waar je even lekker in kunt zitten om te werken; ruimtes van twee bij drie meter met moderne technieken en materialen, die je overal kunt neerzetten, op de hei bijvoorbeeld, in de natuur. Dit hier is een soort anti-office, overdreven saai met een knipoog, ze lijkt bijna een zombie.’

'Groei wordt altijd als iets positiefs gezien, mensen willen altijd meer, maar laten we eens teruggaan naar de essentie van wat we doen'

Wendy Plomp

We komen bij een tafel bezaaid met kaartjes en foto’s. Dit is het voortraject van de nieuwe expositie,’ zegt Plomp, ‘die gaat trouwens Take-Away heten, dat hebben we vandaag besloten.’

‘De essentie’, staat op een van de kaartjes, en daaronder: ‘bloot leggen, bloot stellen’. Een foto van een ‘foldable tiny house’, een man in pak in gevecht met een oversized loopfiets. Een ander kaartje: ‘scrap gold, what’s in it for nature, degrade to upgrade, fundamental change.’

bevroren moment

‘Het thema is “Reduce”,’ zegt Plomp. ‘Groei wordt altijd als iets positiefs gezien, mensen willen altijd meer, maar laten we eens teruggaan naar de essentie van wat we doen. In onze exposities willen we reflecteren op onze cultuur, op onze identiteit, proberen we iets van onze wereld te begrijpen, proberen we die wereld te verbeelden, een reactie op onze leefomgeving te geven en te kijken hoe we die kunnen veranderen.’

Het klinkt als onversneden politiek idealisme, alsof Dutch Invertuals een groepje radicale activisten vormt, en niet een ontwerpbureau, maar daar is volgens Plomp geen sprake van: ‘het klinkt misschien idealistisch, maar we zijn niet per se wereldverbeteraars. Onze radicaliteit bevindt zich in een heel andere wereld, op het vlak van design, in de gezamenlijke zoektocht naar nieuwe materialen en vormen. De essentie van wat we doen is toch experiment en onderzoek.’

En als ze de exposities zou moeten omschrijven? Ze denkt even na: ‘Als een “bevroren moment van research”, ja, dat is het eigenlijk.’