Maarten Baas, net als Bas van Abel DDW-ambassadeur, beoogt voor zijn tentoonstelling Maarten Baas Makes Time een totaalervaring waarbij alle creatieve disciplines betrokken zijn.

Hem is al eerder gevraagd om ambassadeur voor de Dutch Design Week te zijn, vijf jaar geleden. Toen zei hij nee. ‘Ik vond dat het ambassadeurschap een lintjesachtige functie was en daar had ik geen zin in,’ verklaart Maarten Baas. ‘Dat is de afgelopen jaren verbeterd, er is steeds meer een programmering om de ambassadeurs heen gekomen. Ik wilde als ambassadeur tijdens die week wel iets neer kunnen zetten waar ik in geloof.’

Dat is de multi- en interdisciplinaire tentoonstelling Maarten Baas makes time geworden in het VDMA-gebouw, een oude autogarage in het centrum van Eindhoven. Baas werkt daarbij samen met gevestigde ontwerpers als Jurgen Bey en Iris van Herpen, en jonge designers als Niels Hoebers en Aart van Asseldonk. Daarnaast ook met mensen uit allerlei andere creatieve disciplines: kunstenaars, theatermakers, schrijvers, dichters, fotografen en zelfs een kok. ‘Ik ervaar design als verbindende factor tussen verschillende disciplines,’ motiveert Baas. ‘Wat mij betreft is de Dutch Design Week een week van creatieve industrie, en niet een week die over stoeltjes en tafels gaat.’

'Wat mij betreft is de Dutch Design Week een week van creatieve industrie, en niet een week die over stoeltjes en tafels gaat.’

Maarten Baas

Het thema ‘tijd’ was voor Baas nogal een ‘obvious keuze’. Sowieso gaat Baas’ eigen werk vaak over tijd; denk aan zijn verbrande meubels die de vergankelijkheid uitbeelden, zijn Real Time-klok waarin iemand handmatig de tijd voortbeweegt, en nu zijn Tree Trunk Chair met een productietijd van 200 jaar: door een mal in een boom te drukken gedurende twee eeuwen, zal de stam langzaam over de vorm groeien en kan de stoel over 200 jaar worden geoogst.

Naast dat het thema hemzelf inspireert, is tijd ‘een lekker thema, ook voor andere creatieven, waar veel binnen kan vallen’. Zo zullen de strandbeesten van kunstenaar Theo Jansen door de garage lopen: dieren van pvc-buizen die normaal gesproken op het strand evolueren. De zwakken overleven niet, de beesten met de goede verhoudingen wel. De beesten lopen in het VDMA-gebouw op zand met een patroon dat is ontworpen door modeontwerper Iris van Herpen. Dat patroon wordt steeds minder zichtbaar naarmate de beesten er overheen lopen en zal uiteindelijk vergaan. 

controle

Het prille idee van de tentoonstelling begon bij theater. ‘Normaliter, als ontwerpers en theatermakers samenwerken, is het theater leidend en staat het ontwerp in dienst daarvan. Ik wilde het omdraaien. Toen ik op de academie zat, wilde ik altijd decorontwerper worden. Ik zie mijn eigen design als decorstukken, het gaat om het plaatje, om het beeld dat het oplevert en wat het werk uitdrukt. Het heeft iets theatraals. Voor deze tentoonstelling heb ik een aantal scènes gemaakt, decors waarin verschillende ontwerpers vertegenwoordigd zijn. In die decors zullen ook levende elementen voorkomen en performances worden gehouden. De dichter Ingmar Heytze zal als die decors er eenmaal zijn iets gaan schrijven.’ Wat dat wordt – dialogen die de acteurs voordragen of teksten die in de decors te zien zijn – weet Baas zelf ook niet. ‘Dat laat ik aan hem over.’

Baas laat een kop uit de Volkskrant zien, een interview met een singer-songwriter: ‘Ik waardeer ieders input, maar houd graag de creatieve controle’. Zo ziet hij zijn eigen rol ook: ‘Ik geef mensen veel artistieke vrijheid en vertrouwen, maar ik heb zelf natuurlijk wel een idee van wat ik zoek met de tentoonstelling.’

'Ik vind geld een raar criterium om ergens waarde aan te geven, een overschatte manier ook. Tijd en ambachtelijkheid zijn betere criteria.'

Maarten Baas

Het autonoom werken en een vorm van toegepastheid en toegankelijkheid is een verbindende factor tussen alle mensen die Baas bij de tentoonstelling heeft betrokken. ‘Er zit ook bij iedereen wel een bepaalde lichtheid en humor in. En het zijn prettige mensen die open staan om iets uit te proberen. Inclusief topkok Sergio Herman.’

Het diner dat in het VDMA-gebouw zal worden geserveerd, is namelijk van zijn hand. Baas is gefascineerd door de all-over visie waarmee Sergio Herman dingen neerzet. ‘Niet alleen dat je een lekker hapje op je bord krijgt, maar hij geeft gasten een totaalervaring mee. Vanaf het moment dat ze door de voordeur komen, totdat ze er weer uit stappen, wil hij mensen een goede ervaring geven. Het is in alles vergelijkbaar met het kunstenaarschap zoals ik dat ervaar. Officieel hoort een kok misschien niet bij de creatieve industrie, maar ik vind van wel.’ 

relativeren

Toen we voor het interview afspraken, vergeleek Baas over de telefoon ontwerp ook al met eten, maar dan in de context van tijd en waarde. Mensen vinden het logisch dat eten van een sterrenkok meer geld kost dan een hamburger van McDonald’s. Maar met design vinden mensen al snel iets duur, omdat ze gewend zijn aan een Ikea-stoel van 30 euro. Ontwerpen en ambachtelijkheid kost tijd, en dus ook geld. Hoe verhoudt tijd zich tot creativiteit in een wereld van snelle consumptie en instant bevrediging?

‘Tijd heeft een filosofische connotatie, geld niet,’ stelt Baas. ‘Je hebt het alleen over geld als het gaat om wat iets kost, maar inhoudelijk is het ook een interessant thema. Waarom naaien mensen zich op als een voetballer veel verdient? Wat voor emotie zit daar achter? Het zijn maar cijfertjes op een bankrekening. Ik vind geld een raar criterium om ergens waarde aan te geven, een overschatte manier ook. Tijd en ambachtelijkheid zijn betere criteria. Mijn Tree Trunk Chair maakte ik om zowel tijd als geld te relativeren. Als iets volgend seizoen af moet zijn, is dat je deadline. Maar als die stoel pas over 200 jaar klaar is, relativeert dat enorm. Er kan in die periode bliksem in de boom slaan en dan mislukt het ontwerp. Als je over periodes van 200 jaar denkt, calculeer je mislukkingen makkelijker in. Mijn expositie is hopelijk voor mensen een soort tijdmachine waar je even drie rondjes in draait. Maar het zal ’m ook vast niet helemaal worden. Wat maakt dat uit? Het is een proces: het gaat een kant op, dan weer een andere kant op, je stuurt een beetje bij, je gaat langzaam ergens naartoe… Als de tentoonstelling faliekant misgaat, is het een misser die over 200 jaar totaal niet opvalt.’

vpro medialab: de hololens

Het mag dan 200 jaar duren voor de Tree Trunk Chair van Maarten Baas geoogst kan worden, VPRO Medialab komt tijdens de DDW tegemoet aan de ongeduldige mens. In het VDMA-gebouw kunnen bezoekers een vervreemdende en tegelijk magische mixed reality-ervaring van dit ontwerp ondergaan via een HoloLens. Een virtual-realitybril extraordinaire: je ziet de fysieke wereld en de HoloLens voegt hier een laag vr aan toe. Beleef zo in een paar minuten hoe 200 jaar verstrijken in het slow design-verhaal van de Tree Trunk Chair, loop in de HoloLens vr-beleving onder de takken door, ontmoet bijzondere personages en bepaal zelf het verloop van je beleving.

22 t/m 30 oktober, VDMA-gebouw

Lees hier alles over dit VPRO Medialab-project.