-------------------------------------------------------------
Dwars door Afrika - aflevering 6: Koperkoorts
zondag 12 oktober, 20.15-21.05 uur, NPO2 (hier online te zien)
-------------------------------------------------------------
Afrika behoeft medelijden noch bewondering. Maar om onszelf te begrijpen, moeten we opletten wat daar gebeurt. Overpeinzingen van presentator Bram Vermeulen bij Dwars door Afrika.
Er liggen boomstronken op de weg. Takken van jonge bomen, vol groene bladeren. De weg naar de kopermijn in het noorden van Zambia wordt geblokkeerd door een groep jongeren. Een draagt een hakbijl. Een andere een schop. Ze willen geld. 'Waarvoor?', vraag ik. 'Voor het vullen van het gat, zodat u door kunt rijden.'
Achter de boomstronken, de takken en het bladerdek wacht een gat. Niet al te groot. We hadden er met deze terreinwagen makkelijk doorheen gekund, of langs kunnen rijden. Maar dat is het punt niet. We zijn vlakbij de grens van de democratische republiek Congo. Het is vochtig en heet. Maakt niet uit hoe sterk het asfalt of het beton, de tropenlucht rijt alles aan stukken. De zware vrachtwagens volgeladen met koper uit de mijnen rijden hun banden stuk op deze wegen. De regering die jaarlijks miljarden verdient aan belasting laat die gaten groeien, tot de wegen onbegaanbaar zijn.
De gaten in de weg staan aangekondigd door borden: pas op, over 400 meter, een gat in de weg. Ik vroeg me altijd af of met dezelfde moeite van het schilderen van zo’n bord, het gat in de weg niet gewoon gerepareerd kon worden. Maar ik was dom. Dat is het punt niet.
Die falende staat is geen vloek, maar een zegen voor deze jongens. Zij zijn de alternatieve belastinginners van Zambia. Zij vullen de gaten, de automobilist betaalt. De Poolse reisjournalist Ryszard Kapuscinksi beschreef eens hoe hij rond een gat in de weg door Nigeria een economie zag ontspringen. Terwijl de moessonregens het gat dieper en breder maakten, verschenen marktkramen rond de file voor het gat. Het gat werd over de jaren zo diep dat vrachtwagens er met touwen doorheen gesleept moesten worden. Een heel dorp kon van dat gat bestaan.
Ze willen tien kwacha, iets minder dan een euro. En als ik niet betaal? 'Dat is ook goed, meneer.'