Een jaar voor zijn dood droeg Simon Vinkenoog op verschillende lokaties in en rond Amsterdam voor de camera van Jan Schuurman – hij heeft met zijn broer Paul een mobiele videostudio, die The Van heet – een aantal gedichten voor, die inmiddels onder de titel Louter Genieten in de handel zijn.
Voordragen. Dat ouderwetse begrip kreeg van Vinkenoog een nieuwe lading.
Wie zich zijn werk en vooral zijn optredens herinnert, hoort bij het lezen van zijn gedichten die stem van hem: na gewoon en gejaagd praten opeens een halve toon hoger, wat zangerig, halverwege nog iets hoger en sneller, sneller. Niemand kon zijn gedichten beter voordragen dan hijzelf. Het is waarschijnlijk dat hij ze hardop heeft geschreven.
Zijn vroege werk, nog vóór zijn kennismaking met geestverruimende middelen (een begrip waar hij gekscherend gek op was) vertoont al de kenmerken van een zucht naar extase, die vanaf het wietgebruik nauwelijks nog remmen kent. Hij wordt er ook spiritueler, niet religieus maar wel boodschapperiger van. De oercharme ervan bestaat uit zijn onuitputtelijke vermogen tot de vrije associatie, waarin het ene woord het andere haalt, de ene alliteratie de andere, de klinker het aan de stok krijgt met de medeklinker en de klank van bv. de naam Armstrong zowel kan slaan op de jazz-musicus als de ruimtevaarder (al was er ook een merk kauwgum dat zo heette).
“Ja, dat is ook goed,” hoor ik hem weer roepen, nu van gene zijde. “Wees creatief, laat je geest werken…”
Het ergerde mensen. Dat kon hem niet schelen. Het nam andere mensen voor hem in. Dat vond hij ook niet erg.
“Ontsnappen” is een treffend voorbeeld van zijn associatie-vermogen, soms ergerlijk, soms treffend en onnavolgbaar en nauw verwant aan de free-jazz, de muziek waaraan hij zijn hart had verpand.
Het gedicht 'Ontsnappen', dat Simon Vinkenoog (1928 – 2009) een jaar voor zijn dood voordroeg, is een treffend voorbeeld van zijn associatie-vermogen, soms ergerlijk, soms treffend en onnavolgbaar en nauw verwant aan de free-jazz, de muziek waaraan hij zijn hart had verpand.