Gehaast komt Esma in een blauwe poncho het café binnen waar we hebben afgesproken. De schrijver, journalist en columnist had nog een deadline en het weer zat ook niet mee. Terwijl ze met een brede glimlach een geel boekje met make-upvlekken en ezelsoren op tafel legt vertelt dat ze altijd wel een boek bij zich heeft. Zo kan ze even aan de realiteit ontsnappen, zelfs als ze onderweg is. Vaak gebeurt het lezen dus tussen de bedrijven door, en altijd voordat ze gaat slapen. Tijdens het lezen raakt ze dan in een soort trance, waardoor ze het overal kan doen. Ook in een rijdende bus.
Als het een mooi boek is, doet Esma haar best om het netjes te houden. ‘Dan doe ik het boek maar op een kier zodat ik er geen deuk in maak, maar toch lukt het nooit om hem mooi te houden.’ Niet zo gek, want als ze een boek leest gaat het overal mee naartoe. Laatst was ze met haar moeder in het oogziekenhuis en ging ze spontaan de wachtende patiënten voorlezen in de wachtkamer. Lezen is voor Esma dan ook dé manier om te ontsnappen aan de saaiheid van het bestaan. ‘Boeken geven het gevoel dat je niet alleen bent. Het is micromanagement van emoties, in de zin dat ik een boek lees om bepaalde gevoelens op te wekken of te temperen.’