Dr. Bones wordt wereldwijd als forensisch patholoog ingezet na fatale vliegtuigrampen. Hij wordt ingevlogen na crashes in Frankrijk en in Namibië en heeft contact met de nabestaanden van slachtoffers. Hoe kan het dat niemand wat doorhad? In deze aflevering speuren Hansje en Michelle naar mensen die met dr. Bones hebben samengewerkt. Maar ze lopen tegen een muur op: al zijn oud-collega’s hebben een zwijgcontract getekend.
Podcast Dr. Bones
Aflevering 2: De vakman
Hansje van de Beek en Michelle Salomons maakten een driedelige podcastserie over een man die leugen op leugen stapelt. Hij doet zich voor als forensisch patholoog en stelt zich aan mensen voor als dr. Bones, zijn zelfverzonnen bijnaam.
Abonneer je op de Dr. Bones-podcast
Abonneer je via ►Spotify ►ApplePodcasts ►Google Podcasts ►Castbox ►RSS-feed.
Meer weten? Klik hier.
Niet luisteren maar lezen?
Klik op 'open' om het transcript van Deel 2 te lezen
Aflevering 2 – De vakman
Hansje: Ben jij Peter ooit tegengekomen?
Jan: Ja, die ben ik in dat hotel tegengekomen.
Michelle: En hij stelde zich dus voor als forensisch patholoog?
Jan: Ja, dat stond ook op zijn kaartje.
Hansje: Heb jij ooit getwijfeld?
Jan: Nee, totdat jij mij belde.
Jan: Ik kijk ook naar, hoe heet het, al die televisieprogramma's met silent witness en dat zal deze man dus ongetwijfeld ook te veel gedaan hebben.
Jan herinnert zich de ontmoeting nog goed. Niet het gesprek, maar wel het visitekaartje dat de man hem geeft. Daar staat zijn zelfverzonnen bijnaam op: dr. Bones. En een lijfspreuk:
Jan: I open corpses to close cases.
I open corpses to close cases. Oftewel: Ik open lijken om zaken te sluiten
Dit is een podcast over een serieleugenaar – over bedrog, vertrouwen en je beter voordoen dan je bent.
Maar ook een podcast over schaamte. Schaamte bij degenen die erin trapten, en het zwijgen dat daar telkens op volgt.
Ik ben Michelle Salomons en ik ben Hansje van de Beek.
We zijn journalisten en dit is een podcast over een man die zichzelf dr. Bones noemt.
Jan: Je moet je voorstellen je bent eigenlijk in het grootste paradijs ter aarde.
Dit is Jan Vader, een boomlange man met een jongensachtige blik in zijn ogen. Hij heeft het over een nationaal park in Namibië. Door het park ligt een belangrijke migratieroute voor olifanten. Twee keer per jaar trekken er duizenden olifanten in een lange rij doorheen, op zoek naar water.
Jan: Die stoppen niet. Generaties lang gebruiken die hetzelfde paadje om naar die rivier te komen, en dat paadje wijken ze niet van af. Moeten ze daarvan afwijken, is er paniek in de tent en dan worden ze gevaarlijk.
Het is 2014 en Jan werkt op dat olifantenpaadje. Hij is de baas van BCG Aircraft Recoveries. Een onafhankelijk bedrijf, naar eigen zeggen het enige ter wereld, dat gespecialiseerd is in het opruimen van verongelukte vliegtuigen.
Jan: Nou feitelijk is het een piloot geweest die op een gegeven moment een zelfmoordactie heeft gedaan en daar de passagiers in meegenomen heeft. En er zaten iets van 25 of 29 passagiers in, weet ik niet, er kunnen er 50 in. Het was een bijzonder tragisch, luguber ongeluk.
De plek waar Jan het over had is door de crash totaal veranderd. Hier en daar is nog te zien wat er is gebeurd. Er ligt een vliegtuigstoel, een deel van de motor. Jan is hier om de rampplek op te ruimen. Op dat moment is het alles behalve het paradijs op aarde.
Jan: Wat je dan ziet is feitelijk: hell on earth.
Er is een vliegtuig uit Mozambique neergestort in het park. Toen één van de piloten naar het toilet ging, sloot de andere de cockpit af. Hij zette de daling in en nam 32 mensen mee zijn dood in. Deze tragische gebeurtenis doet denken aan een andere ramp: die van het vliegtuig van Germanwings in 2015.
Jan: Identiek aan het ongeluk in Frankrijk, waar we het waarschijnlijk straks over willen hebben.
Ook bij dat ongeluk in Frankrijk sloot een piloot zich op in de cockpit, om het toestel vervolgens opzettelijk tegen een berghelling in de Alpen aan te vliegen. Dit gebeurde maar anderhalf jaar later. En inderdaad, daar komen we later nog op terug.
Jan: Op het moment dat het ongeluk is gebeurd en de wrakstukken liggen waar ze liggen, kan je best wel spreken over een geblakerd terrein waar heel veel zwarte as heel veel afdekt. Als wij er komen is de regentijd en is alles dus keurig weggewassen en komen ook alle geheimen die onder die zwarte as lagen, die komen naar boven. Dat maakt het luguberder.
Hansje: Wat zie je dan?
Jan: Delen van... menselijke resten, je ziet… ja, je ziet alles.
Jan werkt weken om het vliegtuig op te ruimen. Hij maakt lange dagen: het is precies werk, omdat er nog een onderzoek moet worden gedaan naar de wrakstukken. Maar tegelijkertijd heeft hij haast, omdat alles weg moet zijn voordat de olifanten komen. Want met olifanten in de buurt, wordt het voor Jan en de anderen erg gevaarlijk op de crashsite.
Jan slaapt in een sjiek hotel in de nabijgelegen hoofdstad
Jan: Met een zwembad allemaal keurig. Ik zou er zelf niet uit mijn vrije wil heen gaan. Ik ben meer een lokale jongen. Ik vind het prima om in een guesthousje te zitten.
Op een avond ontmoet Jan een andere Nederlander in het hotel. De man vertelt dat hij voor het bedrijf Kenyon werkt. Dat bedrijf is door de vliegtuigmaatschappij ingehuurd om te helpen bij het bergen van slachtoffers en hun persoonlijke bezittingen. Zo staat het in het officiële statement van de vliegtuigmaatschappij.
Jan: Hij werd voorgesteld als zijnde Nederlander. Ik zeg wat leuk. En toen gaf hij dat kaartje. En toen zeg ik: wat interessant. En nou goed, het leek net of hij heel erg goed verstand van zaken had, en dat hij ook wel redelijk dominant in de groep lag.
Hansje: Het was iemand met gezag?
Jan: Zo kwam het wel over. Het zijn natuurlijk geen dommerdjes die daar zitten.
Michelle: En hij stelde zich dus voor als forensisch patholoog?
Jan: Ja, dat stond ook op zijn kaartje.
Hansje: Heb jij ooit getwijfeld?
Jan: Nee, totdat jij mij belde.
Jan had helemaal niet meegekregen dat de man die hij in Namibië had ontmoet Peter B. was. De man die een jaar later als Dr. Bones in het nieuws kwam omdat hij gearresteerd was voor oplichting. Pas toen we hem vertelden over het visitekaartje waarop stond ‘I open corpses to close cases’ ging er een lichtje branden.
Peter was dus in Namibië voor dat Amerikaanse bedrijf Kenyon.
Jan: Kenyon is bezig met de andere kant van het verhaal. De andere kant is: dat is emergency services voor het handelen van de passagierskant. Ik doe de technische kant en dit is een bedrijf wat zich bezighoudt met de human aspect. De overledenen willen we terugvinden, we willen ze identificeren, hun spullen terugbrengen en identificeren. We willen dat de juiste mensen in de juiste kisten komen, dat doet Kenyon.
Op Facebook vinden we een marketingvideo van Kenyon. Gemaakt door CH Video.
Kenyon is marktleider in het managen van de nasleep van rampen. Het commerciële bedrijf is bijvoorbeeld aan de slag gegaan na de terroristische aanslagen van 9/11 en na de tsunami in Thailand, in 2004. Kenyon wordt wereldwijd ingezet door overheden en vliegtuigmaatschappijen om te helpen bij het identificeren van slachtoffers, of het opzetten van een tijdelijk mortuarium en het repatriëren van lichamen en spullen.
Ook dit bedrijf is opgelicht door Peter. En het stuurde hem naar niet alleen naar Namibië.
Nee, ook naar Frankrijk, na de zelfmoordactie in 2015 van de co-piloot van Germanwings.
Experts vertellen ons dat veel overheden en vliegtuigmaatschappijen een contract hebben met zo’n bedrijf. Een ramp managen is namelijk niet makkelijk.
Neem bijvoorbeeld de ramp met dat Germanwingstoestel. Hierbij is de vliegtuigmaatschappij Duits, het vliegtuig is neergestort in Frankrijk en de passagiers komen uit 18 verschillende landen. Germanwings had een contract met Kenyon en kon zo direct het contact met nabestaanden uitbesteden aan een bedrijf met veel ervaring.
Menno: 1, 2, 3.
Dit is Menno Hoekstra. Hij is officier van justitie. Het Openbaar Ministerie heeft voor de strafzaak tegen Peter ook uitgebreid onderzoek gedaan naar hoe Peter bij Kenyon naar binnen is gekomen.
Menno: Kenyon heeft in eerste instantie wel meegewerkt met het onderzoek. Die heeft ook een hoop informatie aangeleverd.
Uit het onderzoek van politie en justitie blijkt dat Peter zich via een online formulier heeft aangemeld bij dit bedrijf. Hij heeft daar ingevuld dat hij is afgestudeerd als arts. En ook dat hij ervaring heeft opgedaan bij de vuurwerkramp in Enschede, en bij de crash van het Israëlische vrachtvliegtuig in de Bijlmer. Peter moest zijn cv en diploma bij Kenyon inleveren, maar dat heeft hij nooit gedaan. En het bedrijf heeft hier volgens het OM ook niet meer achteraan gezeten.
Menno: Op enig moment is, deels invulling door ons, denk ik het kwartje gevallen bij Kenyon dat dit ook best wel gênant is. Dat het ook wel tot aansprakelijkheidsclaims zou kunnen leiden en is Kenyon op de rem gaan staan.
Tijdens het politieonderzoek gebeurt er volgens het OM dus iets opvallends. In eerste instantie werkt Kenyon soepel mee. In Amerika wordt de hoogste baas Robert Jensen gehoord als getuige. Kenyon levert ook meerdere documenten aan, zoals de facturen die Peter verstuurde.
En de politie spreekt ook nog met de manager van Peter, lezen we in de aanklacht. Die vertelt dat hij samen met Peter heeft gewerkt bij de crash van het Germanwingstoestel in Frankrijk.
Maar tijdens het politieonderzoek verandert Kenyon van koers. Medewerkers krijgen een brief: ze mogen niet praten met de politie. Zij moet zwijgen. En dit maakt het moeilijker om getuigen te spreken, zegt het OM.
Menno: Enerzijds wel begrijpelijk, anderzijds ook wel verwonderlijk dat je niet ook de onderste steen boven te hebben. Hoe kan het dat Peter B. ons zo belazerd heeft? Hoe kan het dat jullie die in dienst hebben? En ik kan mij ook voorstellen dat dat voor Kenyon bij nader inzien de reden is geweest om geen aangifte te doen en ook om verder geen medewerking te verlenen aan het onderzoek.
Kenyon doet dus geen aangifte. Volgens het OM voelt het bedrijf zich niet opgelicht.
Sterker, er is volgens Kenyon niks geks aan de hand. Zo’n brief naar werknemers om niet te praten bijvoorbeeld, is volgens het bedrijf heel normaal. En trouwens, de directeur wilde best nog eens met de politie praten, maar daar zijn de Nederlanders niet op ingegaan, schrijft Kenyon.
Hoewel het Amerikaanse bedrijf zelf dus geen aangifte heeft gedaan, besluit het OM Peter toch te vervolgen voor oplichting van Kenyon. Ze vinden het belangrijk, omdat Peter voor dit bedrijf naar de rampgebieden is geweest en intensief contact had met nabestaanden.
Tijdens de rechtszaak gaat het vooral over de crash van het Germanwingstoestel, nauwelijks over de ramp in Namibië. We vragen ons af waarom.
Menno: Dat heeft er ook mee te maken dat een rechtshulpverzoek wat vanuit het Openbaar Ministerie naar de autoriteiten in Namibië is gegaan, dat daar niet op is gereageerd.
Oke, Kenyon droeg zijn medewerkers dus op om niet met de politie te praten. En omdat de Namibische autoriteiten helemaal niet meewerkten, heeft het Openbaar Ministerie zich niet verder verdiept in wat er in Namibië is gebeurd.
Kenyon heeft meer dan 2000 experts aan zich verbonden. Het is een enorm bedrijf, dat internationaal veel aanzien heeft. Hoe kon Peter zo’n bedrijf zo om de tuin leiden?
Menno: Wat we weten van Peter B. is dat hij wel een opleiding heeft gevolgd tot obductie-assistent. Dat is iemand die samen met een patholoog een onderzoek doet aan een lichaam, maar uiteindelijk onder verantwoordelijkheid van de patholoog. Hij had wel de nodige kennis, theoretische kennis vanuit zijn opleiding als obductie assistent, maar ook eigen verworven kennis. Bij de zoeking in zijn huis, lag het vol met medische handboeken.
Die lessen over obducties kreeg hij van Manuela, de obductie-assistent die je in de vorige aflevering hoorde. Peter vertelde haar dat hij bij Defensie werkte en daar de praktijkkant van het vak leerde. Tegen Manuela en tegen ons wil Defensie niet vertellen of Peter daar gewerkt heeft. Ook zij gooien de deur dicht.
Maar we komen erachter dat iemand Peter al eens door het systeem van Defensie heeft gehaald. En wat blijkt: Peter staat er niet in. Het lijkt er dus op dat Peter tijdens zijn opleiding nul praktijkervaring heeft opgedaan.
Hansje: Weten we of Peter B. die identificaties gedaan heeft van lichamen of van slachtoffers?
Menno: Daarmee bedoelt u of hij daadwerkelijk naast lichaamsdelen…?
Menno: Oplichting is niks anders dan het aannemen van een valse hoedanigheid en iemand daarmee bewegen tot het verkrijgen van dingen of geld. En daarvoor is het niet eens zo heel erg belangrijk of, wel voor nabestaanden kan ik me voorstellen, maar voor het strafrechtelijk onderzoek is het niet zo heel belangrijk of hij daadwerkelijk naast een tafel met lichamen heeft gestaan.
Het OM heeft dus niet hoeven bewijzen of Peter ook daadwerkelijk in een mortuarium is geweest. De misdaad die Peter begaan heeft is dat hij zich voordeed als patholoog. Dat is volgens de wet oplichting en dat heeft het OM bewezen.
Wat Peter nu precies gedaan heeft in Frankrijk en Namibië blijft vaag. Juist omdat Kenyon en de Namibische overheid hier vrijwel niets over zeggen.
Maar de politie ontdekt bijvoorbeeld wel dat Peter een formulier heeft ondertekend dat alleen door een arts ondertekend mocht worden. Hiervoor heeft de rechter hem strafverzwaring gegeven.
Officieel heeft hij dus gewerkt als patholoog: door dat formulier te tekenen. Maar dat is wat anders dan dat je daadwerkelijk aan een lichaam van een overledene zit.
In dat geval zou het nóg vreemder zijn dat Peter, zonder enige praktijkervaring, toen niet door de mand is gevallen. Als er allemaal mensen met ervaring om je heen in een mortuarium staan.
Om te begrijpen hoe het Peter is gelukt om zich voor te doen als patholoog, moeten we dus uitzoeken wat hij gedaan heeft. We bellen Kenyon en krijgen Donald Steel aan de telefoon, de woordvoerder. Een echte Brit: de woorden zijn vriendelijk, maar zijn toon is ferm, we gaan niet praten.
In het officiële statement dat meneer Steel later per mail stuurt, schrijft hij dat Peter een ondersteunende rol had. Een rol waarvoor hij geen medische bevoegdheid nodig had en waar lokale autoriteiten toezicht op hielden. Hij schrijft dat Peter op geen enkel moment verantwoordelijk was voor de formele identificatie van personen.
George: Mijn naam is George Maat, en ik heb op diverse plaatsen op de wereld gewerkt, maar het meeste bij het LUMC in Leiden, het Leids Universitair Medisch Centrum, op de afdeling Anatomie.
Michelle: En je wordt nu al jaren opgeroepen als er een grote ramp is gebeurd, bijvoorbeeld na de MH17, want het werk wat jij doet dat gaat echt over het identificeren van...
George Maat: Lichamen en lichaamsonderdelen.
Michelle: Bij een vliegtuigramp is het...
George Maat: Zijn het bijna altijd, maar enkele lichamen die in tact zijn, verder zijn het natuurlijk allemaal stukken van lichamen.
George Maat is forensisch anatoom. Hij doet het werk dat Peter beweerde te doen, en weet dus precies hoe de vork in de steel zit. We proberen een beeld te krijgen in wat voor wereld Peter rondgelopen heeft. George doet zijn werk voor het LTFO.
George: Landelijk Team Forensisch Opsporing, wat vroeger het RIT heette, het Rampen Identificatie Team.
George is nogal een bijzondere verschijning. Hij heeft flinke grijze snor en draagt altijd een vlinderdasje. Ook heeft hij vandaag een safarihoedje op, uit Nepal vertelt hij.
Kostte maar 1 euro, maar hij is er erg aan gehecht. In het labeltje heeft hij zijn naam geschreven.
Hij doet identificaties bij rampen en we willen begrijpen wat dat nu precies inhoudt. Hij werkte bijvoorbeeld bij de MH17-ramp. En heeft slachtoffers geïdentificeerd door DNA-monsters te nemen.
Michelle: Hoe lang moet je studeren eigenlijk?
George: Eerst moet je een geneeskundeopleiding doen. In mijn geval ben je eerst gewoon arts, dan wil je wetenschappelijk werk doen, en dat heb ik gedaan op een anatomisch laboratorium, dus dat is een stuk wetenschappelijk werk voor een proefschrift. Dan mag je je als anatoom beschouwen.
Michelle: En hoelang ben je dan in totaal ongeveer bezig?
George: Bij mij viel het nog wel mee, want ik was bij elkaar 10 of 11 jaar bezig.
Michelle: Viel wel mee...
Niet niks dus. George legt ons uit wat hij deed bij de MH17 ramp.
George: Het is altijd heel anders dan je dacht, en veel moeilijker. Er moet niet alleen schoon gewerkt worden, maar er moet ook zo schoon gewerkt worden, dat bij opening al geen contaminatie zoals we dat noemen, vervuiling optreedt, waardoor je – ik zeg maar wat – met je mes vuil, onzichtbaar vuil, DNA niet te zien met het blote oog, meeneemt naar binnen toe waardoor je een verkeerde DNA-uitslag krijgt.
Michelle: Het is heel precies werk?
George: Heel precies, onder omstandigheden die heel vies zijn. En dat vereist, natuurlijk, een ijzeren discipline van de mensen die het doen moeten. Niet alleen van mij, maar ook van iedereen die helpt, en gelukkig is het in Nederland zo dat de Nederlandse politie goed gedisciplineerd is maar je moet toch wel de strakste jongens hebben.
Oftewel, je kunt daar dus niet zomaar zonder ervaring en zonder de juiste diploma’s rondlopen. We vragen George natuurlijk ook even of hij Peter heeft gekend.
George: Oh die man!? Heb je het daarover? Dat heb ik geloof ik op internet gelezen.
George: Wat ik zo gehoord heb, ik moet heel voorzichtig zijn hierin: zo iemand die natuurlijk eigenlijk voor zichzelf weet dat hij niet echt gekwalificeerd is, die zal natuurlijk toch niet te dicht gaan staan bij iemand die wel gekwalificeerd is omdat dan anders gewoon uitkomt hoe het zit.
George kende Peter dus niet. Het is dan wel een kleine wereld, maar blijkbaar bleef Peter bij een “echte” vakman zoals George uit de buurt.
We benaderen ook de andere forensisch pathologen in Nederland, van wie er drie reageren. Eentje heeft hem nooit gekend en hoorde pas over hem in het nieuws. Een andere geloofde wel degelijk dat hij forensisch patholoog was, maar wil er verder niets over kwijt. En de derde was hem twee keer tegen gekomen. Peter deed zich bij haar niet voor als patholoog. Maar hij vertelde haar wel grote verhalen over zijn werk in oorlogsgebieden. Op zich niet ongeloofwaardig, maar toch had ze er een vreemd gevoel bij. We gaan weer terug naar George. Wist hij dat Peter hem wilde opvolgen?
George: Nee dat wist ik niet. Oh dat is interessant. Het is natuurlijk wel iemand die kennelijk voor dat werk een aantrekkingskracht heeft. Maar dat kan natuurlijk niet als je niet gekwalificeerd bent. Dat kan helemaal niet.
Michelle: Je bedoelt: je weet niet of de identificatie goed is gegaan?
George: Nee dat weet je niet. En daar kan dus makkelijk dan een fout bij zitten. Nee, dat lijkt me heel schadelijk. En ook als je weet dat het kan gebeuren is het al schadelijk, begrijp je.
Kenyon houdt vol dat Peter geen onderdeel was van het formele identificatieproces. Hij had daar puur en alleen een ondersteunende rol. Maar wij horen en vinden veel tegenstrijdige informatie en beginnen te twijfelen of die rol van Peter wel zo ondersteunend was.
We vinden online oude nieuwsbrieven van Kenyon. In een nieuwsbrief uit 2014 staat dat Peter sinds november 2013 voor Kenyon werkt. We lezen: Peter is supervisor ‘DVI Forensic pathologist’ en ‘Senior Incident Director’. Robbert Rowntree, de ‘Director of Operations’, spreekt in de nieuwsbrief lovend over Peter. Er staat: ‘Hij staat bij iedereen bekend als ‘the quiet one’. Hij is een van de geweldige Kenyon teamleden geworden en ik zou niet twijfelen nogmaals met hem te werken in de toekomst’.
In een andere nieuwsbrief wordt Peter geïnterviewd. Naast zijn naam staat opnieuw vermeld dat hij patholoog en senior incident director is. Het stuk gaat over zijn werk in Namibië. Peter vertelt dat hij en zijn collega Robbert Rowntree het doel hadden om alle slachtoffers te identificeren, en dat is volgens hem gelukt. Peter zegt:
Natuurlijk was er wel wat spanning en liepen de emoties soms hoog op. Maar uiteindelijk hebben we een score van 100 procent behaald op identificatie, waar ik erg dankbaar voor ben.
Zou Peter dit toen ook allemaal verzonnen hebben? Wel vreemd dat ze dat dan wel opnemen in de nieuwsbrief. In elk geval liep Kenyon destijds in de nieuwsbrief dus nog openlijk te koop met Peter als de patholoog. Maar omdat Kenyon hier verder niets over kwijt wil, proberen we het maar via oud-werknemers en uitzendkrachten. We zitten op de redactie.
Michelle: Ja, ik was natuurlijk al een beetje aan het linkedinnen. Is dat een werkwoord?
Nou ja nu wel. En mensen aan het zoeken die dus voor Kenyon hebben gewerkt om te kijken of zij gewoon wisten wat dat bedrijf doet en of zij Peter kenden. Dus ik heb nu 55 mensen een LinkedIn-bericht gestuurd en elke keer ook bedacht ik kan ik hier wel iets zeggen voor Peter of zou ik het heel algemeen houden? Elke keer een op maat gemaakt berichtje. Maar bijna iedereen heeft het over die NDA. Iedereen heeft het over die Non-Disclosure Agreement. Ik weet niet hoe de door die NDA gaan heen komen. Ik vind het echt super irritant.
Werknemers van Kenyon hebben een zwijgcontract getekend.
De lijst aan mensen die we willen benaderen via Linkedin is lang. We krijgen zelfs een waarschuwing van LinkedIn: of we niet via een robot spam aan het verspreiden zijn. Het zijn er inmiddels zo’n 150, maar we hebben slechts een fractie gesproken. En tot nu toe allemaal anoniem. Maar net als we denken dat het ons niet meer gaat lukken, krijgen we reactie.
Gary: Hello!
Michelle: Hi, can you hear me?
Gary: I can hear you now.
Michelle: Is it okay that we record this conversation?
Gary: Yeah, no problem. So, Gary Howard, I am a crime scene investigator, crime scene manager, got all my training and a lot of my experience within the British military where we did all the crime scene investigation for the Iraq and Afghanistan deaths, plus other deaths around the world as well.
De Britse Gary werkte over de hele wereld. Wanneer hij terugkomt in Engeland, meldt hij zich aan bij Kenyon. Net als Peter wordt hij opgeroepen na de Germanwingscrash in Frankrijk
Gary: Peter was there one day when I turned up for work, I was on shift and he came in, in his stylish outfit, and was introduced to everybody.
Hij ontmoet Peter in het belcentrum in Liverpool. Hier hebben uitzendkrachten contact hebben met nabestaanden van de crash. Dag en nacht kunnen zij bellen met vragen. En Peter had contact met de nabestaanden van het Nederlandse slachtoffer.
Wanneer Peter op zijn eerste dag het belcentrum in Liverpool komt binnenlopen, stelt hij zich aan Gary voor en…
Gary: He gave me his card, he said he was a pathologist. I said really?
Michelle: Straight away?
Gary: Yeah near enough straight away. Gave me his card, and that's when I laughed.
Gary: And I said: what is this? It was like a comedy card: we open the bodies, so you close the cases. Dr. Bones. It is just ridiculous. Nobody in their right mind would ever have something like that, if they are a professional, in any profession.
Na zijn werk in Liverpool vliegt Peter door naar Marseille, vertelt Gary.
Gary: What Kenyons do, when all the bags are released by the authority in charge of the crash site, they go through it and make sure there is no blood or grass on it, and then they will take it or deliver it to the families.
Gary vertelt dat Peter in Frankrijk ook onderdeel is van dit proces, het proces waarbij lichaamsdelen toonbaar worden gemaakt.
Gary: He was helping packing the bodies, helping lying them up, post mortem, identifying parts, things like that.
Het is een heel delicaat proces waarbij er alles aan gedaan wordt om de media op afstand te houden. In een artikel in de Britse krant The Telegraph wordt verder uitgelegd wat Kenyon bij de crash van het Germanwings-toestel deed.
Nadat de Franse autoriteiten de identificatie van de lichamen hebben gedaan, worden in konvooien van twintig lijkwagens per keer de overblijfselen midden in de nacht naar een mortuarium gebracht. De plek wordt streng bewaakt door beveiligers.
In een raamloze kamer met hoog plafond wordt op een autopsietafel de inhoud van elke lijkzak gecontroleerd. De kracht van de vliegtuigcrash heeft een heftig effect gehad. Het lichaam van de voorste passagier is als het ware als een accordeon in het lichaam van de persoon achter hem gedrukt. Kenyon zorgt er ook voor dat de lichaamsdelen worden schoongemaakt en de juiste delen in een kist komen. Delen van het vliegtuig en bijvoorbeeld takjes worden verwijderd. Tenslotte brengt Kenyon de overblijfselen naar de nabestaanden.
Als we met Gary praten over wat Peter heeft gedaan, maakt hij zich steeds weer kwaad.
Gary: You know a forensic pathologist trains for over 13 years, 13 years! And he got a certificate of the internet, that's disgusting.
Uiteraard willen we weten wat Kenyon te zeggen heeft over het verhaal van Gary. Maar de woordvoerder van het bedrijf wil er officieel niets over zeggen.
Het hoofd van het Namibische forensisch instituut, Dr. Ludik, vertelt in een Namibische krant dat Peter niet betrokken was bij de identificatie. Maar hij vertelt wel, dat Peter de manager was van het mortuarium. En wij spreken met iemand die nog meer details geeft en Peter zelf in Namibië heeft gezien. Deze persoon wil niet met naam genoemd worden, maar vertelt:
“Er was een team van Kenyon dat in het mortuarium in het ziekenhuis in Namibië werkte. Zij werkten onder leiding van Peter. Het was een team van ongeveer 8 à 10 mensen. En hij was dé forensisch patholoog die de leiding had. Hij had een mix aan technici, odontologen en antropologen onder zich. Ze assisteerden in het mortuarium met het identificeren van lichaamsdelen.”
We vinden dit alles moeilijk te verenigen met een slechts “ondersteunende rol” die Peter zou hebben. Helemaal omdat Kenyon hem hier goed voor betaalde. In de aanklacht van het Openbaar Ministerie lezen we dat Peter ook gefactureerd heeft als patholoog. Hij ontving tussen de 700 pond en 1200 dollar per dag. Betaalt Kenyon dat echt aan iemand met een ondersteunende rol?
Al met al hebben we toch flink wat aanwijzingen dat Peter niet alleen de plantjes water gaf bij Kenyon. Dat Peter in ieder geval wel in het mortuarium te vinden was en dat hij in de buurt van lichaamsdelen is geweest.
Kenyon lijkt het officiële statement slim verwoord te hebben: Peter had een “ondersteunende rol” zeggen ze. Officieel klopt dat. Kenyon opereerde namelijk onder gezag van de nationale autoriteiten. Dan heb je inderdaad officieel een ondersteunende rol. Als we dit aan Kenyon voorleggen, zeggen ze opnieuw: Peter had in het mortuarium slechts een algemeen ondersteunende rol. Daar moeten we het mee doen.
Nu blijven we nog met één vraag zitten. Als Peter in het mortuarium rondliep zonder enige praktijkervaring, hoe kan het dan dat zijn collega’s helemaal niets door hadden?
We gaan naar Joery Matthys. Een man gespecialiseerd in crisismanagement.
Joery: Mijn naam is Joery Matthys, ik ben Universitair Docent bij het Institute of Security and Global Affairs.
We leggen hem onze vraag voor: Waarom hadden de mensen die wel ervaring hadden niet door dat Peter nul praktijkervaring had?
Joery: Een ramp, een crisis, is van nature iets dat heel veel capaciteit vraagt in een hele korte periode. Er moet eigenlijk elke keer opnieuw gezocht worden naar een afstemming.
Dus elke keer dat Kenyon en allerlei andere partijen op een rampplek samenkomen, moeten ze opnieuw ontdekken wie waarvoor verantwoordelijk is.
Joery: Dus je hebt heel weinig tijd om die situatie vertrouwen te gaan opbouwen. Want hoe werkt vertrouwen normaal gezien? Vertrouwen groeit naarmate men elkaar langer en langer kent. High pressure environment werkt omgekeerd: je werkt samen en je moet elkaar vertrouwen. Als je die tijd wil gaan nemen om vertrouwen op te bouwen, verlies je gewoon heel veel tijd in het begin van een ramp waarin het net nodig is om heel snel tot actie over te gaan.
Peter heeft dus een goede plek uitgezocht om zijn leugens te verkopen. In “the heat of the moment” vertrouwen mensen elkaar sneller.
Joery: Een soort pervers mechanisme, waar incidenten, waar dat iemand merkt… dit is toch wel wat vreemd, in een normaal verloop gaat er dan een rood licht branden.
Maar een crisissituatie is geen normale omstandigheid, en daar gaat dat rode licht dus niet meteen branden.
Joery: Wanneer men iemand vertrouwen gegeven heeft, is het niet gemakkelijk om toe te geven… men is niet graag verkeerd.
Men is niet graag verkeerd. Vlaams voor “mensen durven hun fouten niet graag toe te geven”. En voor Peter pakt dat goed uit. Door zijn werk voor Kenyon heeft hij nu wel wat praktijkervaring. Hij hoeft niet meer te doen alsof. Hij weet zelfs meerdere referenties los te peuteren over zijn werk in Namibië. En dat brengt nieuwe kansen met zich mee. Peter solliciteert naar zijn zoveelste functie. Dit keer bij de GGD. En niet als patholoog, iemand die overleden mensen onderzoekt, maar voor de functie van forensisch arts. Een arts die onderzoek doet bij levende mensen.
Volgende keer in Dr. Bones spreken we een ex-oplichter die ons een inkijkje geeft in het brein van een serieleugenaar:
Albert: Extreem statusgevoelig, extreem onbetrouwbaar, extreem manipulerend, ja het zijn allemaal eigenschappen waarmee je ver komt.
Hansje: En die heb jij allemaal?
Albert: Ik vrees het wel ja.
En we zoeken uit wat de GGD en de Politieacademie doen wanneer ze ontdekken dat Peter ze heeft opgelicht.
Hansje: Jeeej we krijgen gewoon oprecht stukken over Peter.
Dit is een podcast van Argos, gemaakt door Hansje van de Beek en mij, Michelle Salomons.
Eindredactie was in handen van Eric Arends, productie werd gedaan door Jorinde Hiddema en Sanne van der Peijl, audionabewerking door Hens Zimmerman, dramaturgisch advies kwam van John Appel en de muziek die je hoort is van Tornado Beat!
En dank aan Harry Lensink en alle meeluisteraars.
Deze podcast is gemaakt met steun van het Fonds Bijzondere Journalistiek Projecten