Over de zaak van de oud-Transavia-piloot Julio Poch, die ruim acht jaar onschuldig in een Argentijnse gevangenis zat, en de omstreden rol die Nederland hierbij speelde, zijn dikke rapporten geschreven. Hieruit bleek dat de Nederlandse overheid niks te verwijten viel, maar daar denken verschillende vooraanstaande rechtsgeleerden anders over.
Daarom wil de Tweede Kamer de documenten inzien om zelf een oordeel te kunnen vellen. Afgelopen woensdag trok de vaste Kamercommissie Justitie en Veiligheid voor de zoveelste keer aan de bel.
Deze wens gaat echter niet in vervulling, als het aan Yesilgöz ligt. De bewindsvrouw meent dat ‘meerdere betrokkenen’ bij openbaarmaking van de documenten ‘onevenredig benadeeld’ zouden worden.
De vraag is of dat een valide argument is. De Kamer wil inzage in de documenten met een beroep op Artikel 68 van de Grondwet. Die bepaalt dat een bewindspersoon de gevraagde informatie alleen kan weigeren indien openbaarmaking in strijd is met het belang van de Staat.
Hoogleraar staats- en bestuursrecht Wim Voermans gaat in op deze kwestie en het Grondwetsartikel waar de Kamer zich op beroept. Moet Yesilgöz niet doen wat de meerderheid van de Kamer haar vraagt? En hoe nu verder?