Een meerderheid van de Kamer vraagt al bijna twee jaar tevergeefs aan de minister van Justitie om inzage in een groot aantal belangrijke documenten. Afgelopen woensdag deden de fractiespecialisten Justitie en Veiligheid opnieuw een poging.
Het gaat om stukken over de zaak van oud-Transavia-piloot Julio Poch, de man die door toedoen van Nederland ruim acht jaar onschuldig in een Argentijnse gevangenis zat op verdenking van misdrijven gepleegd tijdens de Argentijnse dictatuur, veertig jaar geleden.
Over die zaak - en de omstreden rol die Nederland daarbij speelde - zijn dikke rapporten geschreven, die erop neerkomen dat het weliswaar allemaal heel erg is, wat Julio Poch is overkomen, maar dat de Nederlandse overheid geen enkele blaam treft. Ook het Koninklijk Huis heeft een onbesmet blazoen – ondanks aanvankelijke aanwijzingen dat het koningshuis een vinger in de pap zou kunnen hebben gehad vanwege de rol die de vader van Máxima bekleedde in het regime van de Argentijnse dictator Videla.
Met name het eerste rapport, van de Commissie Dossier J.A. Poch, kreeg flink wat kritiek. Vooraanstaande rechtsgeleerden concludeerden dat Nederland wel degelijk medeverantwoordelijk is voor de ellende die Poch heeft moeten ondergaan.
De Tweede Kamer wil daarom – als controleur van het kabinet - graag zien op welke documenten de schrijvers van het rapport zich eigenlijk hebben gebaseerd – en wat daar allemaal in staat. Maar die wens gaat maar niet in vervulling.