In Ter Apel, midden in de leegte in Zuid-Oost-Groningen, ligt tussen de aardappelvelden het vertrekcentrum voor uitgeprocedeerde asielzoekers, de zogeheten Vrijheidsbeperkende Locatie (VBL). De bedoeling is dat een afgewezen asielzoeker hier maximaal 12 weken verblijft ter voorbereiding van de vrijwillige of gedwongen terugkeer naar het land van herkomst. In deze 12 weken is de vreemdeling aan allerlei vrijheidsbeperkende voorwaarden onderworpen: hij moet zich dagelijks melden en mag de gemeente niet verlaten. Voor eten en andere levensbehoeften is 45 Euro per week beschikbaar.
Dat is de theorie. De praktijk is anders. Een aanzienlijk deel van de honderden bewoners verblijft veel langer in de VBL. Soms langer dan een jaar, maar ook wel twee of drie jaar, en in enkele gevallen zelfs langer dan vijf jaar. De terugkeer blijkt in veel gevallen onmogelijk en de verhalen van de bewoners zijn soms schrijnend.
Argos ging kijken in de VBL en interviewde emeritus hoogleraar vreemdelingenrecht Anton van Kalmthout en Rhodia Maas, de directeur van de Dienst Terugkeer en Vertrek.