Er moet onafhankelijk en structureel toezicht komen op heimelijke registraties door de overheid van burgers die mogelijk een bedreiging gaan vormen voor de samenleving. Die oproep doet de Nationale Ombudsman vandaag aan de minister van Justitie en Veiligheid.

Volgens ombudsman Reinier van Zutphen staan zogeheten CTER-registraties op gespannen voet met de individuele rechten en vrijheden van burgers. CTER staat voor Contraterrorisme, Extremisme en Radicalisering.

Said

Argos kaartte de verregaande problemen met deze registraties twee jaar geleden aan in een reportage over Said, een IT-consultant met Marokkaanse achtergrond. Said had geen strafblad en was geen verdachte van terrorisme. Toch bleek hij jarenlang - heimelijk en ten onrechte - in de gaten te worden gehouden als CTER-persoon.

Said kwam voor zijn werk de VS niet meer in en werd in Nederland voortdurend staande gehouden, zonder dat hij precies wist wat er aan de hand was. Pas na lang spitten en speuren kwam hij erachter dat de autoriteiten hem onterecht in verband hadden gebracht met jihadisme. Het lukt hem echter niet om zijn (internationale) registratie ongedaan te maken.

'Black box'

De ombudsman noemt het CTER-proces in zijn vandaag verschenen onderzoeksrapport een ‘black box’. Burgers weten niet dat ze in beeld zijn en met welke instanties en landen informatie over hen wordt gedeeld. “Hierdoor komt hun recht op privacy onder druk te staan. Mensen kunnen onverwachts in de problemen komen. Bijvoorbeeld als ze op vakantie het land van bestemming niet in mogen, of in het buitenland vast komen te zitten. (…) In sommige gevallen kunnen zij hierdoor hun familie niet meer zien.”

Ook is het voor burgers vrijwel onmogelijk om hun registratie aan te vechten. Zij krijgen vaak te horen dat de gevraagde informatie niet gedeeld kan worden in verband met de nationale veiligheid, of dat de informatie al verwijderd is. Hierdoor blijft voor hen onduidelijk wat er precies aan de hand is.

Toezicht

“Een slechte zaak”, meent de ombudsman. “Beslissingen van de overheid moeten navolgbaar, uitlegbaar en controleerbaar zijn.” Dat is volgens hem nu niet het geval.

Van Zutphen roept de minister van Justitie en Veiligheid daarom op om werk te maken van onafhankelijk en structureel toezicht. “Dit toezicht zou net zo stevig moeten zijn als het toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. In beide gevallen gaat om het verwerken en zo nodig delen van zeer gevoelige informatie.”