Als de politie en jeugdzorg allebei de noodzaak zien van politieaanwezigheid bij een uithuisplaatsing, is er toestemming nodig van het Openbaar Ministerie. ‘Dan benaderen wij de officier van justitie en leggen wij het voor.’ De officier van justitie bepaalt ook mee wat de samenstelling wordt van het team en waar de grenzen liggen.
‘Wij zijn er voor de veiligheid’
Voor de uitvoering van de uithuisplaatsing komt de politie samen met Jeugdzorg om afspraken te maken. ‘Dan bespreken we precies wat we gaan doen. Gaan we überhaupt mee naar binnen? En met hoeveel mensen?’ vertelt Bakker. ‘Stel dat een minderjarige vlucht, hoe gaan we dan te werk? Dat soort zaken bespreken we aan de voorkant, zodat we niet ad hoc hoeven te beslissen. We proberen eigenlijk alle scenario’s uit te denken.’
De afspraken vormen de basis van het handelen tijdens een uithuisplaatsing. ‘Je wil het juiste doen en je aan de afspraken houden’, zegt hij, ‘je weet hoe gevoelig dit ligt’. De rol van de politie is hierbij hoofdzakelijk ondersteunend. ‘Als politie doe je in deze situatie het liefst helemaal niets. Je hoopt dat de situatie zich via een gesprek met Jeugdzorg oplost. Wij zijn er voor de veiligheid.’
In de meeste gevallen is de politie in vol ornaat aanwezig bij de uithuisplaatsing: ‘Sowieso in de standaarduitrusting, dus met vuurwapen, pepperspray, wapenstok, een kogelvrij vest en tegenwoordig ook het stroomstootwapen. En in sommige gevallen ook een schild.’