De sociale huurwoning van Levi Jacobs (27) is een broeikas. In de winter blijft zijn appartement (4 hoog) zo warm dat hij bijna niet hoeft te stoken. In de zomer is hij voortdurend in gevecht met de zon. Met een slaapkamer op het oosten en grote raampartij op het westen schijnt die een groot deel van de dag bij hem naar binnen. ‘Op een warme dag in juni gaf mijn temperatuurmeter al een waarde van 28 graden aan, en dan begint de teller pas.’
Vier jaar geleden sprong Levi nog een gat in de lucht toen hij — na 12 jaar geen vaste woonplek te hebben gehad — eindelijk een sociale huurwoning kreeg toegewezen. Maar die blijdschap heeft inmiddels plaatsgemaakt voor radeloosheid. Op hete dagen denkt hij maar aan één ding: zijn woning ontvluchten. ‘Ik ben dan futloos en kan helemaal niks meer. Ik zweet enorm, ik kan me niet meer concentreren en probeer dan buitenshuis verkoeling te zoeken, zoals in het park of in mijn atelier.’ Wanneer het Levi en zijn hond Baard thuis te heet wordt, vluchten ze samen de badkamer in voor ‘badkamer chillings’: een twee uur durende koude douche met laptop en een goede video-serie.