IND
In een reactie op deze reeks artikelen laat een woordvoerder van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) weten begrip te hebben voor de zorgen die hulpverleners uiten. ‘Elk geval van, of poging tot, suicide is er een teveel. Ik vind het dan ook erg belangrijk dat alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv) zich te allen tijde in een veilige omgeving kunnen begeven en dat ze waar nodig de juiste zorg krijgen.’ Sinds drie jaar is preventieve groeps-GGZ toegevoegd aan het bestaande palet aan zorg- en ondersteuning, om jongeren te helpen om te gaan met hun psychische problematiek. ‘Helaas heeft corona ervoor gezorgd dat veel van de trainingen op locatie geen doorgang konden vinden.’
In de reactie gaat de IND niet in op de moeizame overdracht tussen de partijen die verantwoordelijk zijn voor de geestelijke gezondheid van alleenstaande asielkinderen. Dat er onvoldoende aandacht is voor stress en trauma tijdens hun asielprocedure, weerspreekt de IND. Alleenstaande asielkinderen krijgen een voogd toegewezen van Nidos, die tijdens de procedure kan ondersteunen en van tevoren vindt een medisch advies plaats ‘om vast te stellen of de amv in staat is gehoord te worden over zijn asielmotieven’.
De woordvoerder voegt daaraan toe: ‘IND-medewerkers die alleenstaande minderjarige vreemdelingen horen zijn opgeleid om kinderen te horen en bepaalde kwetsbaarheden te onderkennen. Bij het beslissen op asielaanvragen van amv wordt altijd rekening gehouden met de leeftijd, de ontwikkeling en de cultuur van de amv. Ook de bevindingen van de medisch adviseur en hetgeen Nidos en de advocaat van de amv naar voren brengen tijdens de procedure, worden meegenomen in de beslissing op de asielaanvraag.’
Lees hier de volledige reactie van de IND.
Nidos
Bij Nidos geven ze aan grote zorgen te hebben over stress bij jongeren. ‘Er zijn verschillende redenen voor stress,’ legt Catelijne Sillevis, hoofd afdeling gedragswetenschappers bij Nidos uit. ’Ten eerste, wat betekent het om vluchteling of migrant te zijn? En dat na alles wat je hebt meegemaakt je nu nog steeds in een lastige situatie zit? Daarnaast speelt de culturele achtergrond van de jongeren soms een grote rol bij het wel of niet aansluiten van de hulp. Ook het onderwijsniveau kan een rol spelen. Niet iedereen heeft onderwijs genoten. Verder maakt het ook uit hoe zij zelf kijken naar hoe de klachten opgelost kunnen worden. Een andere belangrijke reden is dat traumahulpverlening eigenlijk altijd start in een situatie van rust. Dat is voor deze doelgroep, en zeker voor diegene die geen perspectief hebben in Nederland, een onmogelijk uitgangspunt. Als laatste, het omgaan met het gebrek aan perspectief of onzeker perspectief is voor de reguliere hulp een hele ingewikkelde in het werken met deze jongeren. Er zijn gelukkig een aantal zeer goede, gespecialiseerde instanties in Nederland maar die zijn helaas niet toegankelijk voor alle jongeren.’