Er kwamen in 2019 meer alleenstaande Vietnamese kinderen naar Nederland dan voorheen en nog altijd verdwijnen zij uit de beschermde opvang. Dat staat in het deze week gepubliceerde rapport van het Expertisecentrum Mensensmokkel en Mensenhandel (EMM).

In tijden van coronacrisis kunnen wij ons voorstellen dat niet iedereen eraan toekomt om het volledige rapport te lezen. Daarom doen wij het voor je. Wat valt op? Het persbericht en de begeleidende brief van staatssecretaris Ankie Broekers-Knol (Asiel) aan de Tweede Kamer schetsen een heel ander beeld dan het rapport zelf. Een close reading van het rapport in tien punten.

1. Rondtrekken of mensensmokkel?

Het begint al met de kop van het persbericht van het Ministerie van Justitie en Veiligheid: ‘Minderjarige vreemdelingen reizen vaak door’, en het intro:  ‘Een deel trekt rond in Europa. (…) Ze lijken niet geïnteresseerd te zijn in de uitkomst van de asielprocedure en verblijven relatief korte tijd in de Nederlandse opvang.’

Alsof het om een stel verwende pubers gaat.

We hebben het hier over kinderen die zonder ouders zijn. Kinderen die dus onder verantwoordelijkheid van de Nederlandse staat vallen. Kinderen die - dat hebben we al eerder onthuld -  worden opgehaald door mensensmokkelaars die letterlijk tot op het terrein van de beschermde opvang komen. Dat staat ook in de conclusie van het rapport van het Expertisecentrum:

‘Uit opsporingsonderzoeken en signalen blijkt dat er bij vermissing van minderjarige Vietnamezen vanuit de beschermde opvang meerdere malen sprake is geweest van (indicaties) mensensmokkel. Ook het gedrag van de amv’s (alleenstaande minderjarige vreemdelingen, red.) in de opvanglocaties en de georganiseerdheid van het vertrek doet vermoeden dat hiervan sprake is.’

Over die mensensmokkel staat in het EMM-rapport: ‘De smokkel heeft bijna altijd tot doel de migranten uit te buiten. De meest voorkomende uitbuitingsvormen zijn gedwongen arbeid, criminele uitbuiting en seksuele uitbuiting.’
 

2. Bescherming in de beschermde opvang

De staatssecretaris schrijft: ‘Uit onderzoek van het Expertisecentrum Mensenhandel en Mensensmokkel (EMM) naar de verdwijning van Vietnamese amv’s blijkt dat deze jongeren vaak georganiseerd vertrekken. Deze signalen wijzen op mensensmokkel en mensenhandel, daarom worden Vietnamese amv’s standaard in de beschermde opvang geplaatst.’

De reden dat dit onderzoek van het Expertisecentrum werd gestart, was juist dat Vietnamezen uit de Beschermde Opvang verdwijnen. Allemaal. Dat is ook weer de uitkomst van het EMM-onderzoek. En er zijn nog meer Vietnamese minderjarigen vermist dan we al wisten. Argos ontdekte eind 2018 dat zeker zestig Vietnamese kinderen waren verdwenen uit de beschermde opvang. Uit het onderzoek van het Expertisecentrum blijkt dat er bij de politie nog andere vermissingen zijn geregistreerd en dat het tussen 2015 en 2018 om 78 vermiste Vietnamese kinderen gaat. Daar komen nog 18 vermissingen in 2019 bovenop. 96 kinderen dus. Van wie er 18 vermist raakten terwijl dit onderzoek liep. En dan staat in het rapport dat er ook nog Vietnamezen zijn die al eerder in het proces verdwijnen: ‘bijvoorbeeld uit de burgertaxi die hen naar het aanmeldcentrum in Ter Apel brengt. Een nader probleem hierbij is dat niet in alle gevallen de identificatie heeft plaatsgevonden, waardoor deze Vietnamezen niet (goed) zijn vastgelegd.’
 

3. Twee derde van de kinderen verdwijnt

De staatssecretaris ziet ‘geen winst in het wijzigen van maatregelen in de beschermde opvang.’ Want: ‘In 2019 waren het zelfs uitsluitend Vietnamese amv’s die met onbekende bestemming vertrekken uit de beschermde opvang. Er zijn geen signalen dat de beschermde opvang niet werkt voor amv’s van andere nationaliteiten.’

Om dit pleidooi kracht bij te zetten, plaatst de rijksoverheid zelfs een speciaal filmpje van twee medewerkers die de kinderen opvangen.

Voor de duidelijkheid: dat de Vietnamezen verdwijnen ligt niet aan de medewerkers. Er is geen promofilmpje nodig om dat te bewijzen. Die medewerkers hebben echt van alles geprobeerd om de Vietnamezen in de opvang te houden. Maar het werkt niet.

Nog even terug naar het bericht van de staatssecretaris: er werden maar dertig kinderen in de beschermde opvang geplaatst in 2019. Daarvan waren er ‘ongeveer twintig Vietnamezen’. Dat betekent dus dat twee derde van de kinderen in de beschermde opvang verdwijnt. En toch is er geen reden om de aanpak nog eens te bekijken?

4. Vermissingen krijgen niet genoeg aandacht

De staatssecretaris schrijft: ‘Uit de onderzoeken blijkt het belang van goede werkafspraken en het zoveel mogelijk gebruiken van dezelfde definities in de keten. (…) Politie, COA, Nidos (voogdijorganisatie) en de DT&V (Dienst Terugkeer en Vertrek) hebben nieuwe afspraken gemaakt over wie, wanneer, welke rol heeft als wordt geconstateerd dat een amv is vertrokken uit de opvang. Hiermee wordt beoogd dat de politie de juiste vervolgstappen kan nemen.’

Dit is een andere manier om te zeggen dat de politie jarenlang níet de juiste vervolgstappen nam. Dit wordt benoemd in het EMM-rapport. Er staat bijvoorbeeld dat de politie meldingen van vermiste Vietnamese minderjarigen niet ‘vanzelfsprekend urgentie toekent’, ook al zijn zij geplaatst in de Beschermde Opvang ‘waarbij minderjarigheid en kwetsbaarheid voor mensenhandel en/of mensensmokkel plaatsingscriteria zijn.’ En: ‘Al een aantal keer is geconstateerd dat (…) de vermissing hierdoor niet genoeg aandacht krijgt van de politie.’

In het conceptrapport stond zelfs dat ‘in het huidig onderzoek is gevonden dat de politie niet altijd langskomt bij de Beschermde Opvang op de dag van vermissing.’

Dit zinnetje is uit de definitieve versie van het rapport geschrapt.

5. Opsporen of afvinken?

Gelukkig presenteert de staatssecretaris nieuwe plannen. ‘Om te zorgen dat vermiste amv’s snel worden opgespoord.’

Betekenen de nieuwe werkafspraken dat we er voortaan bovenop zitten als een Vietnamese minderjarige verdwijnt? Of dat de opvang en de politie informatie bij elkaar gaan leggen waarmee criminele mensensmokkelaars kunnen worden opgespoord? 

Nee. Wat nieuw is, is dat ‘vertrek van een minderjarige vreemdeling voortaan ook geregistreerd kan worden als vertrek met bekende bestemming. (…) Dan kan het onderzoek van de politie worden afgesloten.’

Kortom: Ze gaan niet beter hun best doen om de vermissingen op te lossen. Ze gaan vinkjes zetten bij elders opgedoken kinderen om het lijstje van vermissingen iets korter te maken. 
 

6. Leeftijdsschouw om onder verantwoordelijkheid uit te komen

De staatssecretaris heeft nog een idee: ‘Ik zie wel mogelijkheden om het proces van identificatie van Vietnamezen aan te scherpen. Er moet beter worden gekeken naar de leeftijd van Vietnamezen. Het is nu al zo dat sinds 2018 alle ongedocumenteerde kinderen worden geschouwd. Dit geldt echter alleen voor Vietnamezen die asiel aanvragen. De staatssecretaris wil andere kinderen nu ook ‘zo snel mogelijk schouwen op de dag van aankomst in Ter Apel.’

Laten we even kijken hoe efficiënt dat schouwen is, volgens het EMM-rapport:

‘Van de in totaal negen gestarte leeftijdsonderzoeken zijn er zes niet afgerond. Bij vier personen was de vreemdeling vóór de uitvoering van het onderzoek reeds vertrokken en bij twee is het onderzoek om formele redenen niet doorgezet. Er zijn drie onderzoeken daadwerkelijk uitgevoerd, waarvan de conclusie was dat de verklaring van de vreemdeling omtrent minderjarigheid zou kunnen kloppen, daar hij/zij in ieder geval jonger was dan 32 jaar. Het doen van dit leeftijdsonderzoek lijkt dus niet zinvol in het ophelderen van eventuele meer- of minderjarigheid van deze groep vreemdelingen.’

Waarom wil de staatssecretaris het dan toch? ‘Opdat voorkomen wordt dat meerderjarigen ten onrechte in een opvangvorm voor minderjarigen worden geplaatst.‘ Voor de Vietnamezen die níet minderjarig zijn, heeft de Nederlandse staat geen bijzondere verantwoordelijkheid. 
 

7. Op doorreis naar Engeland?

We kijken nog eens naar de cijfers: hoe komt de staatssecretaris eigenlijk tot de conclusie dat de jongeren op doorreis zijn? Daarvoor baseert ze zich op de Europese database Eurodac. Daarin is te zien dat ‘64 procent van de jongeren eerder door een andere EU-staat is aangetroffen’. De jongeren waren dus op reis vóórdat ze in de Nederlandse opvang kwamen.

Dit slaat bovendien op álle kinderen die zijn verdwenen uit de Nederlandse asielopvang. Over Vietnamezen staat in de bijlage juist dat ‘de reisbewegingen afwijken’, want ‘zij zijn zelden eerder geregistreerd’ in een ander land.  
Over wat er daarna met hen gebeurt is ook bitter weinig bekend. Over 23 verdwenen Vietnamezen heeft de IND een bericht ontvangen dat ze zijn aangetroffen in het buitenland, 16 Vietnamezen zijn aangetroffen in het Verenigd Koninkrijk, 5 uit Frankrijk, 3 uit Duitsland en 1 in België.

In de opvang zeggen sommige Vietnamezen dat ze graag naar Engeland willen, dat klopt. Maar we weten dus van slechts 16 van de 96 verdwenen kinderen dat ze daar zijn aangekomen. ‘Hoe en in welke hoedanigheid ze zijn aangetroffen in het buitenland, is uit de IND-politiesystemen niet te achterhalen’, rapporteert het EMM. We weten ook niet wat ze onderweg hebben meegemaakt. De berichten uit Engeland lieten zeker negen maanden op zich wachten, en in de helft van gevallen nog langer. Waar de kinderen in de tussentijd waren, en wat hen onderweg is overkomen, weet niemand.
 
Wat het EMM wel weet is dat ‘Vietnamezen vaak in verband worden gebracht met mensenhandel. In het Verenigd Koninkrijk behoren ze tot één van de meest genoemde nationaliteiten als het om aantallen mogelijke slachtoffers gaat.’

In oktober 2019 troffen Britse politieagenten de lichamen aan van 39 Vietnamezen in een koeltruck. Twee van de slachtoffers verdwenen eerder uit een Nederlandse beschermde opvang.

8. Mensenhandel niet bevestigd

‘Vermoedens op het vlak van mensenhandel in Nederland kunnen niet bevestigd worden’, zo staat in de samenvatting die door de staatssecretaris naar de Tweede Kamer is gestuurd. ‘De onderzochte groep zien we hier niet terug in uitbuitingssituaties nadat ze met onbekende bestemming zijn vertrokken, stellen de onderzoekers.’

Dat is nogal logisch, als driekwart van de verdwenen kinderen nooit is teruggevonden. En als vermissingen – zoals bij punt 4 geconstateerd – ‘niet genoeg aandacht krijgen’ van de politie. Als de kinderen vermist raken, zijn er namelijk nog steeds aanknopingspunten voor onderzoeken, zien we in het EMM-rapport. Bij vertrek laten de kinderen ‘veel bezittingen achter, waaronder kleren, tassen en koffers. Op de kamers laten ze soms briefjes liggen met Engelse teksten, excuusbrieven aan familie, tickets van boten (Stena Line), treinen en bussen (Interliner). Het geld en de medicatie die bij de begeleiders van de beschermde opvang in beheer was, blijft ook achter.’ 

Een Vietnamese jongen heeft zelfs uitgelegd dat het contact met ‘de mensen die het regelen’ via Facebook verloopt. ‘Via een post op een openbaar profiel wordt aangegeven wanneer de jongeren moeten vertrekken. Vroeger ging het via een online internetgame maar dat spel heeft de beschermde opvang geblokkeerd.’

De onderzoeken die wel zijn opgestart, werden afgekapt door gebrek aan expertise, tijd of prioriteit. Dat komt mede doordat er geen centraal informatiepunt is, blijkt uit het rapport.

Argos onthulde eerder deze week dat het EMM wel uitbuiting op wietplantages en in nagelstudio’s signaleert. Zo vond het EMM in het computersysteem van de politie negentien incidenten ‘waarbij sprake was van een hennepkwekerij, het aantreffen van één of meerdere Vietnamezen én een verwijzing in het incident naar het delict mensenhandel’.

In slechts drie gevallen werd een onderzoek naar mensenhandel gestart, maar de Vietnamese slachtoffers wilden niet getuigen. De andere incidenten ‘werden vaak afgehandeld als enkelvoudig hennepincidenten.’

De Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ISZW) startte in de periode 2015 tot en met 2018 zes opsporingsonderzoeken met betrekking tot Vietnamezen en nagelstudio’s. Hoewel er onder andere werd ontdekt dat Vietnamese vreemdelingen gratis of voor lage bedragen werkten, en zo hun schuld voor hun migratie naar Nederland aflosten, werden onderzoeken stopgezet vanwege ‘te weinig concrete opsporingsmogelijkheden’ en omdat ‘de prioriteit bij andere onderzoeken lag’.  Ook deed ISZW onderzoek naar informatie over een kippenvleesverwerker die tientallen ongedocumenteerden (onder wie Vietnamezen) tewerkgesteld zou hebben. Dit leidde niet tot een strafrechtelijk onderzoek, wel tot een boete.

Er zijn dus nog steeds duidelijke aanwijzingen voor mensenhandel. Alleen heeft Nederland die nog steeds niet goed onderzocht.

9. (Geen) internationaal onderzoek.

De staatssecretaris concludeert: ‘Het is essentieel om op het gebied van opsporing in te blijven zetten op samenwerking en het uitwisselen van informatie in internationaal verband’.
 
In onze uitzending van een jaar geleden – de aanleiding voor het EMM-onderzoek – lieten we horen dat de puzzelstukjes om de criminele netwerken in beeld te krijgen in verschillende landen liggen. We berichtten over uitbuiten in nagelstudio’s in Duitsland en België, over dwangarbeid op cannabisplantages in Engeland en over samenwerking met de Oost-Europese en Chinese maffia. 
De Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen, Herman Bolhaar, wees toen al ‘op het belang dat deze onderzoeken in Europees verband uitgevoerd worden.’

Maar wat blijkt nu? Het EMM kreeg van de (vorige) staatssecretaris alleen opdracht om onderzoek te doen naar mensensmokkel en mensenhandel van Vietnamezen in Nederland. Er is dus geen informatie uitgewisseld met politie of opvangorganisaties in andere landen. Buitenlandse experts, die al jaren onderzoek doen naar Vietnamese mensenhandel, zijn niet geraadpleegd. 

10. We moeten (n)iets doen!

‘De mogelijkheden die Nederland heeft om hier eigenstandig iets aan te doen zijn beperkt’, staat in het persbericht van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. ‘Dat komt doordat de Vietnamese amv’s snel doorreizen.’ 

Het Expertisecentrum noemt de verdwijnende Vietnamezen ‘nog altijd actueel’. En zolang ze ‘geregistreerd staan als minderjarige worden ze juridisch zo gezien, met de bijbehorende rechtsbescherming.’ 

Als wij het rapport lezen denken we: bijna honderd kinderen verdwijnen onder onze verantwoordelijkheid. De staatssecretaris doet of ze zijn gaan backpacken.