De Rijksrecherche blijkt in tegenstelling tot wat eerder is gezegd géén onderzoek te hebben gedaan naar de dood van een politie-informant. Minister Ferd Grapperhaus erkent dit maandag in een Kamerbrief. Hij kondigt nieuw onderzoek aan.

Argos maakte in november 2019 melding over mogelijke fouten die vooraf waren gegaan aan de dood van twee informanten. Deze werkten voor het Team Criminele Inlichtingen (TCI) van de dienst DLIO van de Landelijke Eenheid van de politie. Volgens het toenmalige hoofd van DLIO, Henk Bril, waren er op geen enkele wijze fouten gemaakt.

Het AD berichtte daarna uitgebreid over de dood van één van de informanten: Freddy Janssen. Hij zou in 2015 onder mysterieuze omstandigheden zelfmoord hebben gepleegd en werd aan stukken gezaagd teruggevonden. Uit onderzoek van AD bleek dat de politie sporen had uitgewist en belangrijke informatie had verzwegen — namelijk dat de 51-jarige Janssen een informant was die spioneerde bij de Brabantse wapenhandelaar Jan B. Daardoor was niet bekend dat er een mogelijk motief was voor moord. De rechtbank veroordeelde Jan B., in wiens bijzijn Janssen zichzelf van het leven zou hebben beroofd, uiteindelijk alleen voor het wegwerken van het lichaam van Janssen. 

Vragen

Vorig jaar werd bekendgemaakt dat de Inspectie Justitie en Veiligheid de kwestie zou onderzoeken, maar deze meldde afgelopen januari dat de Rijksrecherche de kwestie al had onderzocht en dat er geen aanleiding was om verder onderzoek te doen. Grapperhaus schreef dit daarop ook in een brief aan de Tweede Kamer. Meerdere bronnen meldden echter aan Argos dat de Rijksrecherche helemaal geen onderzoek had gedaan.

Argos stelde bij herhaling vragen aan de Rijksrecherche, maar een echt duidelijk antwoord kwam er niet. In februari was de reactie aanvankelijk dat de organisatie geen mededelingen kon doen: ‘Wij kunnen geen antwoord geven op de gestelde vragen omdat het gegevens in een afgeschermde TCI-omgeving betreft.’ Na doorvragen liet de Rijksrecherche in maart al wel weten dat er geen sprake was geweest van een strafrechtelijk onderzoek maar van een ‘collegiale toetsing’, zonder dat duidelijk werd wat dit is.

In een Kamerbrief bevestigt Grapperhaus maandag dat er geen (strafrechtelijk) onderzoek is gedaan door de Rijksrecherche. Hij zegt dit op basis van een reconstructie die is gemaakt door de inspectie, nadat er vragen waren gesteld over de kwestie. In deze reconstructie lijkt het dat de politie de inspectie verkeerd heeft geïnformeerd.

Het onderzoek komt er nu alsnog: 'Aangezien nu, uit deze reconstructie van de inspectie, is gebleken dat er geen onderzoek heeft plaatsgevonden, heb ik de politie en het OM verzocht een onafhankelijk feitenonderzoek in te stellen', aldus Grapperhaus.

Bronnen

Argos berichtte in november 2019 over grote onrust bij het TCI van DLIO. Liefst veertien medewerkers hadden klachten ingediend tegen de leiding. Er zou een angst- en afdekcultuur heersen waarbij leidinggevenden elkaar de hand hand boven het hoofd hielden. De meest prangende kwestie was die van de twee door geweld om het leven gekomen informanten, waar mogelijk fouten aan vooraf waren gegaan. Dit zou nooit echt goed zijn uitgezocht.

Bronnen zeiden: ‘De ene informant zou zijn vermoord of onder mysterieuze omstandigheden zelfmoord hebben gepleegd. Over de ander heb ik gehoord dat er tijdens de communicatie met een telefoon iets fout is gegaan. Daardoor wisten de criminelen dat hij informant was, waarna ze hem hebben gedood.’ Een andere bron: ‘Zo’n fout met een gebruikte telefoon, dat is natuurlijk een doodzonde. Er is iemand om het leven gekomen. En ja, fouten worden er altijd gemaakt. Alleen bestaat de pijn hier eruit dat de leiding er geen lering uit wil trekken. Er wordt niet over gesproken, er wordt weggekeken. Er heerst een doofpotcultuur en dat leidt tot spanningen. Niet alleen binnen het TCI zelf: ook in de leiding daarboven.’

DLIO-hoofd Bril hield in Argos vol dat ‘op geen enkele wijze was gebleken van verwijtbaar gedrag door mensen van onze dienst, of dat er iets fout is gegaan door toedoen van onze dienst’. De interne afdeling Veiligheid Integriteit en Klachten had dit onderzocht, maar bij dit onderzoek werden door bronnen van Argos vraagtekens geplaatst over de onafhankelijkheid en diepgang. Ook chef Jannine van den Berg van de Landelijke Eenheid liet in de Volkskrant optekenen dat er volgens haar geen bewijs is. Dat gold ook voor alle overige klachten van machtsmisbruik tot exorbitant reisgedrag en discriminatie.

DLIO-chef Bril is vorig jaar na ingrijpen door de leiding van de Landelijke Eenheid vertrokken bij de politie. Ook enkele teamchefs van het TCI hebben andere functies gekregen. Onafhankelijke onderzoeken door onderzoeksbureau KPMG Integrity en de Inspectie Veiligheid en Justitie bevestigden dat DLIO jarenlang slecht heeft gefunctioneerd en kampt met grote cultuurproblemen. Misstanden bleven onbesproken en onopgelost.