Om daar een beeld van te krijgen dook Argos in het dossier van een politieman - Ben* - die werkzaam was bij de Landelijke Eenheid, bij de afdeling Afgeschermde Operaties. Na een akkefietje over het terugbetalen van een parkeerrekening kreeg hij door zijn baas een integriteitsonderzoek aangezegd. Het eindigde na veertig dienstjaren met ontslag. Ben zou spullen die hij had gekocht met een creditcard van de politie achteraf niet goed kunnen verantwoorden. De politie stelt vast dat 'uitgaven op geen enkele wijze zijn te herleiden naar een dienstbelang' en hij goederen voor zichzelf heeft gebruikt. Hij zou daarbij ‘ongeloofwaardig hebben verklaard’ over zijn werkzaamheden, die zich vanwege zijn functie in het diepste geheim hebben afgespeeld.
Politiemensen moeten onkreukbaar zijn, maar soms wordt al bij het minste of geringste een zeer ingrijpend integriteitsonderzoek naar hen ingesteld. En is zo’n intern proces altijd eerlijk?
Kwaliteit
Uit een recente rapportage van de politie blijkt dat de kwaliteit van de eigen integriteitsonderzoeken sterk wisselt. In dit rapport staat ook dat de interne onderzoeken ‘te lichtvaardig’ worden gestart en zelfs ‘dat een onderzoek door VIK soms door de werkgever wordt gebruikt als pressiemiddel om een ongewenste situatie - vaak onvoldoende functioneren - aan te pakken’. VIK staat voor Veiligheid Integriteit en Klachten. Dit zijn de afdelingen die zich bij de politie bezighouden met de integriteitsonderzoeken.
‘Het systeem levert niet de kwaliteit die ervan verwacht mag worden’, concludeert minister Ferd Grapperhaus in een Kamerbrief. De hoogste baas van de politie, korpschef Henk van Essen, erkent dat verbetering nodig is. ‘Als het korps van medewerkers integer gedrag verwacht, mogen medewerkers op hun beurt een integere behandeling van het korps verwachten’, zegt hij op de website van de politie. Hij stelt echter ook dat de soms slechte kwaliteit van de onderzoeken ‘niet wil zeggen dat mensen onterecht zijn bestraft’.
Eerlijk
Ben, de politieman die werd ontslagen, is het met dat laatste in ieder geval niet eens. ‘Ik kan met m’n hand op het hart verklaren dat het allemaal naar eerlijkheid is verlopen’, zegt hij over de uitgaven die hij heeft gedaan met de creditcard van de politie. In de loop der jaren heeft Ben voor zeer hoge bedragen aan apparatuur gekocht. Hij regelde de aanschaf van technische zaken, die nodig waren voor bijvoorbeeld observaties. Dat ging niet op de reguliere manier, maar zoveel mogelijk niet herleidbaar naar de politie.
In de integriteitszaak van Ben draait het om duizenden euro’s aan ‘verdwenen’ goederen - onder meer beveiligingscamera’s en klusspullen - die volgens hem onder meer voor infiltranten en een zeer geheim project bestemd waren. Hoewel er destijds door leidinggevenden van Ben voor de aanschaffen was getekend, nemen zijn bazen geen genoegen meer met deze verantwoording.
Sturing
Behalve ‘aangeslagen’ en ‘teleurgesteld’ is Ben ervan overtuigd dat hij geen eerlijke kans heeft gehad nadat diensthoofd Marjolein Smit hem in 2018 het onderzoek had aangezegd. In het dossier zijn daar - behalve de lezing van Ben zelf - meerdere aanwijzingen voor te vinden. Een officiële klacht van Ben tegen Smit werd weliswaar grotendeels ongegrond verklaard, maar toont wel dat er in het onderzoek sprake is geweest van ‘ongewenste zijsturing’ door leidinggevenden. Het hele proces heeft bovendien veel te lang geduurd. Het onderzoek begon in 2018 met de verdenking van verduistering en pas afgelopen zomer kwam het tot strafontslag. Voor Ben was dit een zeer onzekere en ingrijpende periode.
De toenmalige coördinator van de VIK-onderzoeken, die zelf betrokken was bij het onderzoek naar Ben, bevestigt ook dat er invloed is uitgeoefend. In een verklaring die Argos heeft ingezien stelt hij onder meer dat er volgens hem voor het diensthoofd Smit ‘maar één gewenste uitkomst was, te weten strafontslag. Een schriftelijke berisping was onvoldoende'. Nadat de juriste van de politie volgens de VIK-coördinator een berisping had geadviseerd, moest er opnieuw onderzoek worden gedaan.
Zeer opmerkelijk hierin is dat de politie - als werkgever - de Spaanse politie heeft gevraagd om het vakantiehuis van Ben te observeren. Dat gebeurde buiten het VIK-onderzoek om. Bens leidinggevenden wilden weten of Sony-beveiligingscamera’s die Ben met politiegeld had aangeschaft misschien wel bij dit huis in Spanje hingen. Hoewel op de foto’s van de Spaanse politie het merk niet zichtbaar is, is er wel uit af te leiden dat het hier niet kan gaan om de gezochte camera’s. Toch staat in het strafontslag dat is ondertekend door plaatsvervangend chef Willem Woelders van de Landelijke Eenheid dat ‘uit het politieonderzoek in Spanje niet is gebleken dat de camera’s daar op dat moment niet hingen’.
Strafrechtelijk onderzoek
Ben stelt dat hij liever een strafrechtelijk onderzoek had gehad dan een intern onderzoek. Hij denkt dat hij zich dan beter had kunnen verdedigen omdat in dat geval hard bewijs van verduistering nodig was geweest. Het Openbaar Ministerie zag echter al vroeg in het onderzoek geen heil in strafrechtelijke vervolging.
Voorzitter Gerrit van de Kamp van politievakbond ACP heeft zich bij uitzondering persoonlijk met de zaak van Ben bemoeid en woonde zelfs een verhoor bij. ‘Hij verantwoordde dingen op een bepaalde manier. En dat is jarenlang zo gegaan. En alle bazen die hij heeft gehad, hebben daarvoor getekend. Niet een keer maar permanent. Tot op het laatste moment toe. Dan vind ik gewoon het onterecht hoe hem dit nu op deze wijze wordt aangewreven.’
Geen kans
Tweede Kamerlid Chris van Dam van het CDA gaat zaterdag in de uitzending van Argos in op de bredere praktijk van de interne onderzoeken. Van Dam, zelf oud-politieman, hoorde de afgelopen jaren vele politiemensen aan die met integriteitsonderzoeken te maken hadden gekregen. ‘Het is heel terecht dat de politie ongelooflijk veel werk maakt van integriteit. Maar wat ik zie, is dat ze er te veel werk van maken naar de verkeerde groep mensen toe. Dus de mensen die echt vet fout zijn – crimineel, lekken en dat soort dingen - daar zijn we te laat bij. En de groep dienders die weleens een fout maakt, maar waar het veel meer gaat om het functioneren, die wordt regelmatig onder de grasmaaier van het VIK-onderzoek gelegd.’
Kamerlid Van Dam kent ook de zaak van Ben: ‘Dan denk ik echt bij mezelf: jongens, deze man heeft in mijn ogen geen eerlijke kans gehad.’
* Argos noemt de achternaam van Ben niet vanwege de bijzondere aard van het politiewerk dat hij heeft gedaan
Wil je (anoniem) reageren?
Voor tips en reacties kun je mailen met d.davidson@vpro.nl of stuur (anoniem) een tip via klokkenluidersplatform Publeaks. In dit artikel leggen we je uit hoe dat werkt en welke stappen je moet nemen.
Reactie politie
In een reactie aan Argos laat de politie over de zaak van Ben weten: ‘Uit onderzoek van de afdeling Veiligheid, Integriteit & Klachten (VIK) bleek dat de aard en ernst van de gedragingen zodanig waren dat er volgens de politie maar één maatregel op kan volgen en dat is disciplinair strafontslag. De uitkomsten van het onderzoek laten wat betreft de politie niets aan duidelijkheid te wensen over. De betrokken medewerker heeft zich tijdens het onderzoek beklaagd. Een klachtcommissie heeft de klachten grotendeels ongegrond verklaard. Op het onderzoek valt wel het een en ander aan te merken. Zo heeft het onderzoek ruim 1,5 jaar geduurd, dat is langer dan wenselijk. Alle betrokken partijen zijn hieraan overigens debet. Ook waren de personeelszorg voor de medewerker en de communicatie tijdens het onderzoek niet optimaal. Tijdens het onderzoek zijn bovendien onderzoekshandelingen verricht in opdracht van een leidinggevende van de medewerker, buiten medeweten van het onderzoeksteam om. Dat is niet in lijn met de gebruikelijke aanpak. De leiding van de Landelijke Eenheid trekt hier lering uit.’ De politie wijst er echter tegelijkertijd op dat een voorzieningenrechter, die zich heeft gebogen over doorbetaling van het salaris van Ben, het onderzoek naar onder meer het huis in Spanje 'zorgvuldig' heeft genoemd.
Over de VIK-medewerker die vindt dat er sturing plaatsvond zegt de politie: 'We weten dat één inmiddels gepensioneerde VIK-medewerker het beeld heeft dat de leiding van de dienst de wens had dat het onderzoek zou leiden tot strafontslag. De leiding van de Landelijke Eenheid heeft die overtuiging niet. Op het moment dat de resultaten van het disciplinaire onderzoek door VIK met de leiding werden besproken, is aan VIK aangegeven dat het onderzoek onvolledig was. Daarop is de opdracht voor aanvullend onderzoek verstrekt. De reden was niet om tot strafontslag te komen, maar om de feiten boven tafel te krijgen.'
Chef Jannine van den Berg van de Landelijke Eenheid: ‘Iedere medewerker heeft recht op een eenduidige en zorgvuldige behandeling én op kwalitatief hoogwaardig onderzoek naar mogelijk normoverschrijdend gedrag. Net als de recente Review Interne Onderzoeken toont deze zaak aan dat dat helaas niet altijd goed lukt. De aanbevelingen uit de review en de bevindingen van de klachtencommissie in deze zaak bieden ons handvatten om te verbeteren.’