Hij is bijna niet te herkennen. Eerst had Miroca Paris lange speelse dreadlocks die heen en weer zwiepten tijdens zijn percussiespel bij Cesaria Evora en nu heeft hij een kort koppie. Op de hoes van zijn debuutalbum D'Alma ('vanuit mijn ziel') prijkt hij met bladeren en varens op zijn lichaam en gezicht. Het is een bewuste imagowisseling. Deze reus wil laten zien dat hij ook een eigen stem heeft. Op het Kaapverdische eiland Sao Vincente is Miroca weliswaar opgegroeid met een trommel in zijn handen, hij vond de gitaar toch altijd veel spannender. Beroepspercussionist werd hij alleen maar omdat dat zo uitkwam - uiteindelijk werd het toch de gitaar. Verhuisd naar Lissabon ging hij spelen bij Sara Tavares, zijn oom Tito Paris en later bij de koningin van de morna: Cesaria Evora. In de elf jaar dat hij in haar band speelde, ging hij tijdens de soundcheck steeds helemaal los. Cesaria die dat ook hoorde, moedigde hem aan om voor zichzelf te beginnen. Na haar overlijden in 2011 gebeurde dat ook. Het duurde wel even voor zijn debuut uitkwam, hij is immers een veelgevraagd percussionist. Op D'Alma staan eigen nummers en liedjes van onder meer Tito Paris en Gerard Mendes. De muziek en de teksten hebben sterke Kaapverdische wortels - sinds hij in de diaspora woont voelt hij zich dieper dan ooit verbonden met Cabo Verde - maar hij staat ook open voor invloeden uit Brazilië en Angola. Met zijn hoge stem heeft Miroca een fijne vocale plaat gemaakt waarbij het ritme de sfeer bepaalt.
Miroca is te zien in Vrije Geluiden op 4 februari. Hij is nog in het land en geeft drie optredens: op 31 januari Deventer Schouwburg, om 12.00 uur in de Deventer Schouwburg en om 21.00 uur in het Burgerweeshuiscafé. Op 2 februari in Podium de Flux, Zaandam.