Ik ontmoette in 1990 een fenomenaal Debussy-vertolker in zijn flat te Zeist - gewoon in Nederland. Hij werd geboren in 1913 in Den Haag en we scheelden nogal in leeftijd, hetgeen hij meer en meer betreurde naarmate we verder en verder kwamen in onze vriendschap. Hij was al broos en had een zwaar en turbulent leven achter de rug als pianist, componist (hij was een leerling van Willem Pijper), psychiater, schrijver en perfectionist. Hans Henkemans. Hij overleed in 1995.
Iedere week fietste ik vanuit Utrecht naar Zeist en luisterde naar zijn verhalen. Trouwens, die sigaar bij de thee was geen echte sigaar. Het was een rond langwerpig koekje met aan het uiteinde wat chocolade. Thee dronken we uit roze porseleinen koppen die dirigent Eduard van Beijnum ooit cadeau had gedaan aan Henkemans. Ze waren immers dikke “vrinden”.
Al met al praatten we in zes jaar tijd samen zo’n 30 cassettebandjes vol. Ik luisterde vol bewondering naar zijn verhalen, over zijn hechte vriendschappen met dirigenten als Eduard Van Beijnum, Bernard Haitink, Ed Spanjaard en meesterpianist Krystian Zimerman. Laatstgenoemde was een groot bewonderaar van Henkemans: de Mozart- en Debussy-specialist.
Debussy en Henkemans
'Wil je een kop thee met een sigaar?'
Tijdens een van onze vele ontmoetingen las Henkemans me dit fragment, niet geheel zonder trots, voor uit 'Het kastje van Oma' van Simon Vestdijk. 'Waar Walter Gieseking vooral aandacht heeft voor de harmonicus Debussy, voor het doorklinkend akkoord, de solide dragende bas, daar is de lineaire structuur, het weefsel van gelijkwaardige stemmen, iets dat Hans Henkemans veel meer boeit, en deze tegenstelling zou dan herleid kunnen worden tot een diepgaand verschil in houding tegenover het temporele. Voor Henkemans begint de tijd op ieder moment als het ware opnieuw...'
Toen ik Henkemans ontmoette speelde hij allang geen professioneel piano meer; in 1969 had hij om gezondheidsredenen het podium vaarwel moeten zeggen. Studeren deed hij in zijn nadagen nog maar heel af en toe, toevallig in het huis van Mieke Vestdijk (de weduwe van Simon Vestdijk) in de bossen van Doorn. Henkemans en studeren: liever geen toehoorders. Zo had hij zijn leven lang in afzondering gewerkt in een geluiddichte aanbouwstudio aan de Eeuwige Laan in Bergen (NH). Met name Debussy studeren, dat moest in alle rust en eenzaamheid gebeuren.
Henkemans noemde de muziek van Debussy een 'mer a boire'. We spraken veel over hoe een pianist Debussy het best kon aanpakken. Mocht je zijn muziek nu wel of niet impressionistisch noemen en hoe serieus moesten we de titels nemen die de componist onder aan zijn Preludes noteerde? Soms sloeg hij een akkoord aan op zijn vleugel die stond te verstoffen in de hoek van zijn werkkamer.
Tijdens zijn artsen-studie studeerde Henkemans, na een weddenschap, de ruim 70 werken voor piano in een paar maanden tijd in. 'Debussy was liefde op het eerste gezicht, hij werd de pijler-van-mijn-muzikale-bestaan. Je moet Debussy bij uitstek zo spelen dat je elke gespeelde noot, par manière de dire, toetst aan het poëtische, al dan niet buitenmuzikale beeld. De muziek van Debussy is naar mijn stellige overtuiging minder on-programmatisch dan vele musici zich willen toestaan uit te spreken. Het is een absurditeit een compositie als Poissons d’or (uit de Images ll) los te zien van werkelijke descriptief-picturale bedoelingen. Men mag, nee, men moet zich ten doel stellen in dit stuk de staarten van de vissen te laten zwiepen in een schuimende en golvende klankfantasmagorie. Je zou samenvattend kunnen zeggen dat de composities met meesterhand genoteerde ingevingen van het ogenblik zijn en dienen ook zo gespeeld te worden.'
Op de vraag waarom Debussy titels onder zijn composities zette antwoordde Henkemans: 'Deze wijze van doen heeft als het ware het effect van een bevestiging van “muzikale vermoedens” . Zijn composities activeren de fantasie van de toehoorder. De muziekgevoelige wordt in hoge mate betrokken bij het scheppingsproces, dat is een fascinerende en kostbare eigenschap van deze muziek.'
Ieder jaar reed ik Henkemans en zijn vrouw naar hun vakantiebestemming in Zwitserland. Ik mocht dan een nacht blijven en kreeg ik de dag erop geld voor de terugreis per trein. In die vakantieperiodes schreven we elkaar handgeschreven brieven. Ook daarin kwam Debussy veelvuldig ter sprake. En hoe blij en vereerd hij was dat een jonge generatie zijn pianospel nog altijd als een voorbeeld zag. Krystian Zimerman gaf ooit in de Grote Zaal van het Concertgebouw een Debussy-recital. Henkemans was uitgenodigd door Zimerman om te komen luisteren. De gevierde Poolse pianist, een verzamelaar van Henkemans’ platen, zei na afloop van het concert tegen zijn grote voorbeeld: 'Ik had het gevoel dat de componist zelf in de zaal zat'.
Henkemans en Debussy; gelukkig hebben we de platen nog. Terugblikkend op de nogal omvangrijke taak van het vastleggen op grammofoonplaat van het volledige piano-oeuvre: natuurlijk het groot aantal uren studie alsmede de talrijke - vaak nachtelijke - sessies van de opnamen hebben een onuitwisbare indruk bij mij achtergelaten. Het waren soms ware worstelingen om de macht over deze vaak geheimzinnige materie te krijgen en haar vervolgens vast te leggen op die uiterst objectieve muziekspiegel: de band.
Er is een aantal cd’s met werken van Debussy door Hans Henkemans uitgebracht op CBS en in de serie Dutch Masters bij Philips.
Melchior Huurdeman
Melchior is van oorsprong pianist, maar al vele jaren is hij betrokken bij het tv-programma Vrije Geluiden. Zijn liefde voor de piano echter is nooit minder geworden.