Een eerste samenwerking tussen Afrikaanse artiesten en het Kronos Quartet is vastgelegd op het album Pieces of Africa in 1992. Toentertijd heb ik deze cd helemaal grijs gedraaid. Het topstrijkkwartet uit San Francisco heeft in veertig jaar tijd samengespeeld met een indrukwekkende lijst namen van componisten, popsterren en niet-westerse artiesten. Met een aantal van die niet-westerse giganten is de samenwerking tot stand gekomen op initiatief van het AKMI (Aga Khan Music Initiative), een non-profit organisatie die ter behoud en ontwikkeling van rootsmuziek interculturele projecten opzet. Het begon met Centraal Azië - in 2008 heeft het Kronos Quartet met Alim Qasimov Ensemble uit Azerbeidzjan gespeeld -, maar beslaat nu zowat alle continenten. Zo zit het AKMI ook achter de samenwerking tussen het Kronos Quartet (violisten David Harrington en John Serba, altviolist Hank Dutt en celliste Sunny Yang) en Trio da Kali. Dit supertrio uit Mali heeft al een paar keer in Nederland opgetreden. Muzikaal leider Fodé Lassana Diabaté op de balafoon (xylofoon), zangeres Hawa Kassé Mady Diabaté en Mamadou Kouyaté op de bas ngoni (luit) komen alle drie uit een griot familie, maar hebben een andere muzikale achtergrond. Ze zijn bij elkaar gebracht door etnomusicologe Lucy Durán bekend van het voormalige BBC programma World Routes; een Walter Slosse in het kwadraat. In zekere zin helpt Durán - Da Kali betekent ‘plechtig beloven’ -, de belofte van het trio om de muzikale erfenis uit de tijd van Sunjata Keita (oprichter van het 13e eeuwse Malinese keizerrijk) door te geven, in te lossen. De akoestische bezetting van zang, balafoon en ngoni is gestoeld op deze eeuwenoude traditie. Helaas wordt de muziek in de hedendaagse Malinese muziekcultuur met uitsterven bedreigd. Alleen daarom al is zo’n project als dit te prijzen.
Op Ladilikan staan bewerkingen van traditionele Malinese muziek, maar de Amerikaanse componist en arrangeur van het project, Jacob Garchik, heeft ook bewerkingen gemaakt van twee gospels. David Harrington van het Kronos Quartet vindt Hawa Kassé Mady Diabaté namelijk qua stem én qua uiterlijk als twee druppels lijken op Mahalia Jackson. In God Shall Wipe All Tears Away (vertaald in het Bambara) zingt Diabaté op een bed van strijkers die een orgel nadoen. Het is mijn minst favoriete track. De tweede gospel I’m Going to Live The Life I Sing About in My Song (opgenomen door Mahalia in de jaren vijftig), is omgeturnd in Ladilikan en past veel beter. Het lied klinkt retro én typisch Malinees. De tekst gaat over het noorden van Mali waar de jihadisten de sharia willen invoeren en muziek willen verbieden. Vrijwel alle teksten zijn sociaal geëngageerd of geven adviezen. De muzikale benadering van het Kronos Quartet is veel minder minimal dan op Pieces of Africa, maar dat kan ook niet anders met het virtuoze balafoonspel van vernieuwer Fodé Lassana Diabaté. Kortom, dit is ook weer zo’n plaat die je helemaal grijs kunt draaien, heerlijk...