Mick Softley raakte op school geïnteresseerd in muziek. Hij kocht een gitaar bij een postorderbedrijf en leerde zichzelf spelen en zingen. In 1959 zwierf hij op een motorfiets door Europa, hing een paar jaar rond in de artistieke scene van Parijs en keerde in de jaren ‘60 terug naar Engeland. Zijn liedjes zong hij in een pub in Londen waar veel hippies en beatniks kwamen. Daar werd hij ontdekt door Donovan - die later zou verklaren dat de liedjes van Softley een grote invloed op zijn eigen werk hadden. In 1965 werd de LP Song for swinging survivors uitgebracht, met akoestische folksongs, waaronder The War Drags On (gecoverd door Donovan) en eigen versies van Billie Holiday's Strange Fruit, en Woody Guthrie's The Plains of the Buffalo. Later werden nog enkele LP’s opgenomen die een meer ‘elektrische’ feel hadden dankzij zijn intussen opgerichte band Soft Cloud. Maar Softley was er nooit de man naar om zich aan te passen aan de gevestigde orde. Hij vond het veel belangrijker om het publiek gratis van zijn liedjes te laten genieten - geld verdienen was aan hem niet besteed. Begin jaren ‘70 verscheen zijn nummer Time Machine op de roemruchte CBS-verzamel-LP Rock Buster, dat was voor mij de kennismaking met deze eigenzinnige zanger en dichter. Live heb ik hem nooit kunnen zien, maar zijn platen hielden altijd een speciaal plekje in mijn platenkast.
In 1984 vestigde Softley zich, na een zwervend bestaan, in Enniskillen, waar hij soms nog wel optrad, maar vooral poëzie schreef. In 2011 raakte Softley gewond bij een val van zijn fiets, waarna hij geruime tijd moest revalideren in een ziekenhuis. Om geruchten te ontkrachten dat hij zou zijn overleden werd een Facebook-pagina opgericht door een groep vrienden, waar af en aan berichten over het wel en wee van de inmiddels ruim 70-jarige bard werden gepost. Op zaterdag 1 september 2017 overleed Mick Softley, of zoals op genoemde Facebook-pagina werd uitgedrukt: hij ‘passed to spirit this morning 01/09/17’.