Arme Karlheinz Stockhausen. Hij was een van de allergrootste muziekvernieuwers van de twintigste eeuw. Eigenhandig kantelde hij de Europese muziekpraktijk en zette het hele zaakje op z’n kop. 362 composities schreef hij, en hij voegde er zo’n beetje als eerste electronica, theater-elementen en allerlei andere spannende foefjes aan toe.
Mantra - Stockhausen
componeren op de vierkante millimeter
Maar zoals het zo vaak gaat bij visionaire types, en bij Duitsers, was hij bere-serieus en tamelijk humorloos in zijn muziekbenadering. Niet bepaald los in de schouders, zeg maar. En dan was hij ook nog eens zijn tijd ver vooruit. Ook niet altijd even makkelijk. Dat humorloze én vooruitstrevende maakt dat mensen tegenwoordig vooral denken ‘Hè, gets, Stockhausen’ als zijn muziek op de lessenaar komt. Áls het al op de lessenaar komt. Het heeft namelijk de naam lastig te zijn, hoekig, ondoordringbaar en onbarmhartig. En daarom: arme Karlheinz Stockhausen. Bij leven en dood onbegrepen. En ondergewaardeerd.
Hoe anders kan het zijn als je daadwerkelijk de moeite neemt om bepaalde stukken van hem helemaal uit te zitten. Niet alles is die moeite waard natuurlijk, maar dat geeft helemaal niet. Wiens oeuvre is er immers wél volkomen volmaakt? Ik bedoel maar. Een uitstekend voorbeeld van iets dat wél de moeite waard is, is het stuk Mantra uit 1970. Stockhausen had een aantal jaar geworsteld met intuïtieve muziek. Dat waren composities met weinig richting en lijn, en dus veel vrijheid voor de uitvoerder. Iets wat John Cage ‘indeterminacy’ (onbepaaldheid) noemde. Rond ’70 had Karlheinz daar wel weer genoeg van. Het was tijd geworden om weer te componeren op de vierkante millimeter. Hij schreef een stuk voor de gebroeders Kontarsky, in die tijd twee zeer vooruitstrevende pianisten.
Mantra is een compleet uitgeschreven uitwerking van twee melodieën, die allebei continu veranderen en om elkaar heen draaien. Die twee melodieën wilde Stockhausen in de eerste instantie de ‘formule’ noemen, maar Mantra klonk net effe wat lekkerder. Bij het horen van zo’n titel ligt de term ‘hypnotiserend’ voor de hand, en dat is het stuk dan ook. In ongeveer één uur tijds word je meegevoerd in de continue veranderingen die de twee melodieën ondergaan. Het resultaat is wonderschoon en behoorlijk indrukwekkend. Dat dat zo is, was een paar weken geleden al te horen onder de handen van de gebroeders Jussen tijdens het Holland Festival. Maar voor wie dat gemist heeft is er ineens nu nóg een kans om Stockhausen’s Mantra te horen. Gespeeld door Ellen Corver en Sepp Grotenhuis, tijdens het Orlando Festival. En dat is gelukkig niet in Orlando, maar in Heerlen. Veel minder ver weg. En er zijn nog kaarten.
Tom Klaassen
'Ik hou van lekker fris, ik hou van lekker anders’.