Er wonen drie keer zoveel Kaapverdianen buiten Kaapverdië dan in deze archipel voor de westkust van Afrika zelf. Hoe kan de Atlantic Music Expo (AME) een staalkaart van Kaapverdische muzikanten laten zien? Ze worden gewoon ingevlogen! De grootste Kaapverdische gemeenschappen zitten onder meer in Rotterdam, Boston en Lissabon. De popsterren die daar wonen zijn wereldberoemd in Kaapverdië.
Vorige maand vond de vierde editie van de internationale muziekbeurs AME plaats op het eiland Santiago. Bij die gelegenheid kunnen de 'lokale' muzikanten zich presenteren voor programmeurs van grote festivals, zoals Roskilde. De optredens, ook wel showcases genoemd, gebeuren in het (eenvoudige) cultuurpaleis van Praia (de hoofdstad) en ’s avonds, voor iedereen vrij toegankelijk, in de Rua Pedonal. Hoe is eigenlijk de situatie in Kaapverdië?
Cabo Verde, de Portugese naam voor Kaapverdië, is een arm en katholiek land. Vroeger fungeerde het eiland Santiago als tussenstation voor de grote oversteek naar de Amerika’s. Er valt niet zo veel te doen - geen wonder dus dat de meeste muzikanten in de diaspora wonen. Muziekbeurzen als deze worden daarom óók aangegrepen om te laten zien dat de eilanden voor toeristische doeleinden uitermate geschikt zijn. Het eiland Santiago met de hoofdstad Praia heeft misschien niet zo veel te bieden, maar de andere eilanden zijn zeer geliefd. Wat ontbreekt is een goede infrastructuur.
De ex-minister van cultuur Mário Lúcio Sousa, die net als zijn Braziliaanse evenknie Gilberto Gil zelf musiceert, heeft er hard voor gevochten om de muziek van Kaapverdië op de wereldkaart te zetten. Natuurlijk drijft het land op de bekendheid van Cesária Évora, maar er is zoveel meer. Hij heeft er in zijn termijn onder meer voor gezorgd dat Kaapverdië een nationaal orkest heeft; na de recente verkiezingen is er massaal gekozen voor de partij die meer naar rechts buigt. Door het initiëren van de AME heeft hij tientallen Kaapverdiaanse artiesten voorgesteld aan de wereld. Dit jaar staat bijvoorbeeld funana-legende Bitori op Festival Mundial in Tilburg. Nu Sousa minister af is, keert hij terug naar een artistiek leven. Hopelijk wordt alles wat hij op touw heeft gezet overgenomen en uitgebouwd door zijn opvolger Abraão Vicente.
Tijdens de opening van AME speelde het nationale orkest met gastzangers, wat helaas niet zo goed uit de verf kwam vanwege het slechte geluid, en de batucadeiras traden ook op. Ik kom later in een apart artikel met filmpje terug op deze vrouwen die zingen en op zelfgemaakte trommeltjes slaan. De circusact buiten sloeg een beetje dood, omdat het niet goed uitgelicht werd, maar de bevlogen toespraak van Mário Lúcio Sousa maakte een hoop goed.
Op het showcase-festival stonden niet alleen Kaapverdiaanse, maar ook Italiaanse, Braziliaanse en Marokkaanse artiesten - de Marokkaanse band van Ali Faiq was helaas incompleet, vreemd genoeg vanwege visumproblemen. Overdag in het muziekpaleis traden akoestische singer-songwriters op. Tiganá Santana was een van de betere acts. De Angolese zanger Jack Nkanga heeft zeker potentie en de Kaapverdische Bilan volgt zijn eigen weg. Maar een echte highlight is de extraverte fadozangeres Mara. Wat een prachtige stem en een zeer sterke podium-presence.