Phil Cohran special
vernieuwend trompettist still going strong
Muziek die teruggebracht is tot de kern, soms zelfs tot één noot. Zonder effectbejag of de expressie van virtuoze solisten; zonder omweg, recht je ziel in. In de vijftiger jaren was trompettist Phil Cohran een vaste kracht in het orkest van de vernieuwende orkestleider Sun Ra; op de LP’s die pas in de zestiger jaren op Sun Ra’s eigen label Saturn verschenen kun je hem horen, subtiel aanwezig, weinig noten, maar daarin des te expressiever. Duidelijk dienstbaar aan het grote geheel; de compositie.
In de dagen bij Sun Ra komt Cohran’s voorkeur voor bijzondere instrumenten al bovendrijven; zo is hij in het nummer ‚Interplanetary music’ te horen op de ‚space harp’. Hij voelde zich altijd meer Afrikaan dan Amerikaan, en speelde dan ook een sleutelrol bij de vereniging van zwarte muzikanten in het Chicago van de jaren zestig. Eerst als pionier bij de ‚Association for the Advancement of Creative Musicians’ (de AACM; een in 1965 opgerichte beroepsorganisatie voor zwarte jazzmuzikanten) maar al snel volkomen zelfstandig, gekeerd tegen het establishment. Omdat hij sterk verontwaardigd was over het feit dat zwarte muzikanten in Chicago geen enkele plek hadden om zich te uiten en ontwikkelen richtte hij het ‚Afro-Arts Theater’ op; een broeinest voor zwarte expressie, muziek en politiek getinte bijeenkomsten.
In de geest van de toen tevens in Chicago gevestigde Sun Ra startte hij ook een label voor zijn eigen muziek; ‚Zulu records’, waarop de platen van ‚Philip Cohran’s Artistic Heritage Ensemble’ uitgebracht werden. Die stereoplaten waren bereikbaar voor iedereen; in 1968 kostten de mini-LP’s 75 dollarcent per stuk wanneer er minder dan duizend besteld werden, en 65 cent per stuk boven de duizend. De albums kostten $2,50
Conservatieve blanken waren als de dood voor wat er zou kunnen broeien in Cohran’s ‚Afro-Arts Theater’; de FBI liet zelfs speciale eenheden uitrukken om erachter te komen waar al dat zwarte bewustzijn opeens vandaan kwam. Toen de zwarte revolutionair Stokely Carmichael (een sleutelfiguur in de civiele rechtenbeweging voor zwarte mensen van de jaren zestig) in 1968 in alle openbare gebouwen van Chicago geweerd werd bood Cohran hem aan om in het theater te komen spreken. Een dag daarna werd het theater op last van de politie gesloten, zo genaamd vanwege problemen met vergunningen en brandveiligheid.
Philip Cohran blijft zijn leven lang vechten voor de zwarte gemeenschap, vooral impliciet, met zijn muziek die hij ook overbrengt op zijn nageslacht. Van verschillende vrouwen krijgt hij (naar schatting) drieëntwintig kinderen; zestien zoons en zeven dochters. De kinderen worden door Cohran opgevoed met muziek. Elke dag start voor hen met het repeteren van lange tonen, volgens het principe van de eenvoud; een enkele noot wordt lang aangehouden. Want één noot is de basis.
Het is die basis die nu terug te horen is in de muziek van het Hypnotic Brass Ensemble, de band van acht van Cohran’s zoons. Gemengd met invloeden van hiphop en wat de zwarte muziek van nu verder vermag creëren zij een volkomen eigentijds geluid. Zonder een platenlabel of georganiseerd management, want net als vader onafhankelijk en fel gekant tegen het establishment.
Ook het bescheiden oeuvre van Phil Cohran’s Artistic Heritage Ensemble staat bijna vijftig jaar later nog volkomen overeind. Het is muziek die je totaal meeneemt in een spirituele beleving. Revolutiemuziek die niet groots of schreeuwerig je melik in knalt maar in de bescheiden expressie een zuigende werking heeft. Dat is kennelijk aan tijden niet gebonden.
Philip Cohran wordt vrijdag 15 mei 2015 88 jaar. In Vrije Geluiden op Radio 6 daarom een flink blok met de zeldzaam goede muziek van Zulu Records, en tevens stukken van het album dat Cohran in 2012 maakte met zijn zoons („Their band, my music.”)