De Plantage, de Opstand en het Museum
Het Museum
Aan Princeton University ontmoeten Matthieu en Ced’art professor Simon Gikandi. Die legt uit dat plantage-eigenaren vaak erg veel van kunst hielden, om daarmee hun menselijkheid te bewijzen. Ze bouwden ook veel musea. Matthieu begrijpt: het was niet alleen kunst die van plantages werd weggehaald. Met de winsten die op de plantages werden gemaakt, werden ook de musea gebouwd waarin die kunst werd vervolgens getoond. Gikandi steekt Matthieu een hart onder de riem. Hij zegt dat plantagearbeiders het ‘recht op kunst’ hebben. Hij moedigt Matthieu aan om op de plantage zijn eigen museum te beginnen.