Yehudi Menuhin in Van de schoonheid en de troost
Over de grootste violist van deze eeuw, Yehudi Menuhin, wordt gezegd: hij is oud geboren en steeds jonger geworden. De voedingsbodem van die uitspraak is de vitaliteit en het enthousiasme die Menuhin tot zijn dood (1999) aan de dag legde in combinatie met zijn legendarische jeugd. Als driejarige kreeg hij zijn eerste vioollessen te San Francisco, op zevenjarige leeftijd trad hij voor het eerst op in het openbaar. Zijn vroege stukken klonken alsof hij speelde met de muzikale kennis van een 50-jarige violist. Kortom: een wonderkind. Op zijn negende jaar debuteerde Menuhin in New York. Spoedig daarop volgden Parijs en Berlijn. In het begin van de jaren '30 voerde een wereldtournee hem langs 73 steden in dertien landen, waarmee hij zijn reputatie als soloviolist definitief vestigde. Vele prijzen vielen hem ten deel. Na de Tweede Wereldoorlog vestigde hij zich in Londen en in 1985 werd Yehudi Menuhin Brits staatsburger. Naast het vertolken van de grote componisten als Beethoven, Bach en Brahms is Menuhin steeds geïnteresseerd geweest in de muziek van zijn tijd. Zo geldt hij, ook volgens Bartók zelf, als de meest intrigerende en perfecte vertolker van diens werk. In 1962 stichtte hij de Yehudi Menuhin Center of Music voor talentvolle muzikale kinderen. Menuhin, als persoon en als musicus welhaast de verzinnebeelding van schoonheid en troost, koos onder andere de Negende van Beethoven als zijn invulling van het thema. "Het thema van de schoonheid en de troost - die koppeling - is meer dan fascinerend." Niet lang na de opnames zou hij overlijden.