Richard Rorty in Van de schoonheid en de troost
Richard Rorty wordt gezien als de godfather van het postmodernisme, maar zelf wil hij niets van die titel weten. Hij ziet zichzelf als pragmatisch filosoof, die het toepassen van de filosofie voor een betere toekomst, nuttiger vindt dan de analyse van het filosofisch hier en nu. Een standpunt dat hij overigens niet altijd ingenomen heeft. Na een periode van analytische filosofie, verviel hij in het begin van de jaren '70 in een depressie. Opgeleefd door de bekering tot het pragmatisme, deed hij een krachtige en controversiële aanval op de traditionele en analytische filosofie in Philosophy and the Mirror of Nature (1979), waarin hij opriep tot een "postfilosofische" dialoog. Verder is Rorty bekend van een aantal overzichten van de Westerse filosofie. Rorty studeerde in Chicago en Yale, gaf les op Yale, Wellesley College en Princeton, voordat hij hoogleraar werd aan de Universiteit van Virginia. In Van de Schoonheid en de Troost rijst al snel de vraag of het omzetten van filosofische systemen in dagelijks handelen Rorty zelf troost biedt. Een vraag met onverwachte gevolgen.