Stephen Jay Gould in Van de schoonheid en de troost
Stephen Jay Gould is zoöloog en paleontoloog, gespecialiseerd in de landslakken van het Caribisch gebied. Zijn fascinatie voor de evolutie ontkiemde op vijfjarige leeftijd door de dinosauriërs. "Bij de meeste kinderen gaat de fascinatie vrij snel over. Maar toen ik een tiener was, ontdekte ik de evolutietheorie, vooral via de boeken van George Gilbert Simpson, een groot paleontoloog." Gould studeerde af in de evolutionaire biologie en paleontologie aan de Columbia Universiteit. Sinds 1973 werkt hij als hoogleraar geologie aan Harvard en heeft verschillende artikelen en boeken geschreven over biologie en evolutie. Over zijn vak zegt hij: "Voor mij is de paleontologie het symbool van schoonheid en troost in de wetenschap. De schoonheid ervan ligt in de enorme tijdspanne, in de wetenschap dat de menselijke geschiedenis maar één oogwenk is in de immensiteit van de geologie." Gould is bekend geworden om zijn modificatie van Darwins evolutietheorie, die grofweg behelst dat nieuwe soorten soms sneller verschijnen dan de theorie van de natuurlijke selectie voorspelt. Hoewel hij vele wetenschappelijke publicaties op zijn naam heeft staan, is hij bij een breder publiek bekend om zijn column in het tijdschrift Natural History en zijn populair-wetenschappelijke boeken. Goulds interesse reikt ver over de grenzen van zijn onderzoeksgebied. Zijn rationalistische en atheïstische opvattingen provoceren geregeld de Amerikaanse 'moral majority'. Als fervent honkbalfan praat hij met liefde over de legendarische speler Joe DiMaggio. In Van de Schoonheid en de Troost is hij terloops in een heel andere hoedanigheid te bewonderen dan die van de bevlogen, enthousiasmerende wetenschapper.