Edward Witten in Van de schoonheid en de troost
De natuurkundige en wiskundige Edward Witten, the smartest guy on earth, wordt in een adem genoemd met de groten van de natuurkunde: Galilei, Newton, Einstein. Witten was hoogleraar natuurkunde op Princeton Universiteit van 1980 tot 1987 en was daarna als hoogleraar natuurwetenschappen verbonden aan het magische Institute for Advanced Study in Princeton. Alwaar hij nog steeds werkt. Hij heeft belangrijke bijdragen geleverd op verschillende gebieden van theoretische natuurkunde. Zijn inspanningen om de theorie van Einstein in overeenstemming te brengen met de quantummechanica leken aanvankelijk vruchteloos. Inmiddels geldt zijn zogenoemde superstring-theorie als aanzet tot de finale theorie over de bouwstenen van het universum. De neerslag van zijn denken is te vinden in Superstring Theory (1987), dat hij samen met M.B. Green en J.H. Schwarz schreef. Voor zijn werk kreeg hij in 1990 The Fields Medal. In de theorie van Witten zijn begrippen als ruimte en tijd deels uit de vergelijkingen verdwenen. Daarmee heeft hij een terrein betreden dat zelfs voor de meeste collega-natuurkundigen terra incognita is. Dat maakt hem in zekere zin een eenzaam man. In Van de Schoonheid en de Troost krijgt Witten onder andere de keuze voorgelegd: het oplossen van het raadsel van het heelal of een gelukkig familieleven. En doet de man van pure geest pogingen om de kijkers toch de kennis bij te brengen die voor zijn collega-natuurkundigen al amper te begrijpen valt, die van "de even schitterende als voorshands mysterieuze Superstring-theorie", zoals hij het zelf omschrijft.