Martha Nussbaum in Van de schoonheid en de troost
Boven alle erkenning die de humanitair filosofe Martha Nussbaum voor haar wetenschappelijke werk krijgt, is de wijsbegeerte voor Nussbaum geen intellectueel gedachtenspel, maar van betekenis voor de dagelijkse praktijk van het leven. Letterlijk zegt ze: "De filosofie kan me troosten in de ellendigste omstandigheden." In Van de Schoonheid en de Troost verhaalt Nussbaum hoe de filosofie haar schuldgevoel verlicht ten opzichte van haar inmiddels overleden ouders. De vader was haar held, waardoor haar alcoholische moeder zich buitengesloten voelde. In klassieke filosofen als Sophocles en Aristoteles vindt ze een manier om met haar schuldgevoel in het reine te komen. Maar haar grootste bron van troost is een fysieke: hard en dromend langs de oevers van Lake Michigan rennen. Kayzers onderhoud met Nussbaum is een mengeling van emoties en de reflectie op diezelfde emoties.
Nussbaum studeerde aan de Universiteit van New York (1969) en Harvard (1975) en gaf colleges aan beide universiteiten. Van 1986 tot 1993 gaf zij als wetenschappelijk onderzoeker advies aan het Wereldinstituut voor Onderzoek en Ontwikkeling van de Economie in Helsinki, een onderdeel van de universiteit van de Verenigde Naties.
Haar productiviteit is fenomenaal. Om twee recente boeken te noemen: Clones and Clones: Facts and Fantasies About Human Cloning (1998) en Sexual Orientation and Human Rights in American Religious Discourse (1998). Nussbaum heeft verschillende prijzen ontvangen, waaronder de Brandeis Creative Arts Award in Non-Fiction (1990) en de PEN Spielvogel-Diamondstein Award (1991) voor de beste essaycollectie. Een van haar meest inspirerende boeken is The Fragility of Goodness.