Steven Weinberg in Van de schoonheid en de troost
In zijn boek Dreams of a Final Theory (1993) doet de natuurkundige Steven Weinberg een poging het universum te doorgronden. Op een zachtmoedige, haast breekbare wijze doet hij verslag van zijn speurtocht naar de bouwstenen van het universum. Daarbij komen tussen de regels door de grote levensvragen aan de orde. Hij stelt: "Als we op gegeven moment begrijpen hoe de cosmos in elkaar steekt, begrijpen we dan ook de werking van ons bewustzijn, de reden van ons bestaan?" Zijn innerlijk aarzeling contrasteert met zijn fysieke verschijning: een vitale reus met een onverwoestbaar humeur. In Van de schoonheid en de troost geeft Weinberg een soort college, met als centrale vraag: welke troost kan er uitgaan van een wetenschap die de wereld meer en meer heeft geontmythologiseerd.
Weinberg is bekend geworden door zijn theorie die voorspelde dat electromagnetische en zwakke nucleaire krachten identiek zijn op extreem hoog energieniveau. Zijn theorie voorspelde ook het bestaan van de zwakke neutraalstroom. Een bevinding die hem, samen met de Pakistaanse fysicus Abdus Salam en Sheldon Glashow, in 1979 de Nobelprijs opleverde.
Zijn wetenschappelijke fundament legde Weinberg aan de Universiteit van Cornell, het Niels Bohr Instituut (Denemarken) en Princeton. Als natuurkundige werkte hij voor verschillende onderzoekscentra in de Verenigde Staten, zoals Columbia, Berkeley en Harvard. Momenteel is hij werkzaam als hoogleraar Natuurkunde en Astronomie aan de University of Texas (Austin).