De staking van de Britse mijnwerkers
Macht van de vakbonden in het Verenigd Koninkrijk
We gaan naar Engeland omdat daar één van de grote Europese veldslagen plaatsvond tussen de werkende klasse en de overheid. Een keiharde strijd tussen Margaret Thatcher met haar immense politiemacht aan de ene kant en vakbondsleider Arthur Scargill en zijn mijnwerkers aan de andere kant. Dit is Groot-Brittannië in 1984. Ik waarschuw de Britten: wat vandaag de mijnwerkers gebeurt, gebeurt u morgen. Tenzij u in opstand komt en zegt: ophouden. We laten ons niet koeioneren. Thatcher zag deze strijd als een oorlog, net zoals die tegen de Falklands. En ze noemde op een goed moment de stakende mijnwerkers zelfs the enemy within, de binnenlandse vijand. Terwijl Thatcher en Scargill geen millimeter aan elkaar toegaven, liep de staking uit de hand en vonden er ware veldslagen plaats. Engeland stond op de rand van een burgeroorlog. Wij hebben ieders steun nodig in deze strijd. Het wezen van onze samenleving is in het geding. Het recht moet zegevieren over de macht van het gepeupel. Thatcher wilde de mijnen zogenaamd efficiënter maken. Maar ze wilde minstens de helft van de mijnen sluiten. Vooral omdat de mijnwerkersbonden zo machtig waren. Zo'n negentig procent van de Britse energie werd opgewekt uit steenkool. En de mijnwerkers stonden volledig onder controle van de vakbond. Ze kon haar ideaal alleen bewerkstelligen..het ideaal van de vrije markt dat de Amerikaanse neocons voorstonden als ze de macht van de bonden brak. En dat kon alleen via de mijnwerkers. In 1984 waren er in heel Engeland meer dan 175 duizend mannen die hun geld verdienden in de mijnen. Gevaarlijk werk, maar het verdiende over het algemeen goed en meestal was het een baan voor het leven. De mijnwerkers hebben hier heel lang de beroepsbevolking gedomineerd. Deze mijn was al actief in 1926. Mijn vader en mijn opa deden allebei mee aan de staking van 1926, in het noorden. Ironisch genoeg werd de staking van 1984 vaak op dezelfde plaatsen uitgevochten door de zoons en kleinzoons van de mijnwerkers die daar in 1926 staakten. Het hele land zonder stroom. Dat was dus de bedoeling. Wwant zonder kolen geen elektriciteit. Dan zou Thatcher wel door de knieën gaan. Maar was de Iron Lady daar dan niet op voorbereid? Zegt ze dit niet aankomen? Tegenover het House of Parlement ontmoeten we Lord Bernard Ingham, voormalig perssecretaris van premier Thatcher. Mrs Thatcher kwam naar het ministerie van energie met maar één vraag: hoe pak ik Arthur Scargill aan? Ze wisten het niet. Zij zei: 'bereid je voor op problemen', want die verwachtte ze. Twee jaar later, in 1981 waren er tot haar verbazing en wanhoop geen voorbereidingen getroffen voor de eerste uitdaging van Arthur Scargill. Hij wou meer geld voor de mijnwerkers en zonder voorbereiding kon ze niet winnen. Dus sloot ze een compromis. Ze kocht het af, als het ware. Na de afgang in 1981 was Thatcher dus vastbesloten om het niet meer zo ver te laten komen. En ze verordonneerde dat er direct naast de kolencentrales voldoende kolen moesten liggen om het ten minste een jaar uit te kunnen zingen. Scargill voelde echter aan zijn water, dat hiermee zijn belangrijkste wapen uit handen werd genomen. Eén dag voor de staking had Scargill een gigantisch probleem: een gedeelte van zijn achterban liet hem in de steek en bleef aan het werk. En die verdeeldheid speelde Thatcher in de kaart, aldus Scargill. Arthur Scargill begon zijn staking in april. Hij verdeelde zijn bons door niet te laten stemmen. Hij had dus geen democratische steun. Kunt u zich een slechtere generaal voorstellen? Op het foute moment beginnen en interne verdeeldheid zaaien voor je begint: idioot. Thatcher steunde de werkwilligen met een enorme overmacht aan politie. Op de derde dag van de staking viel er in Nottinghamshire een dode bij ongeregeldheden tussen de mijnwerkers. Scargill riep zijn troepen terug. We stonden tegenover de helft van een 18.000 man grote politiemacht. Voor het eerst bij een arbeidsconflict in ons land, vielen ze ons aan met schilden en knuppels. Echt in de gevechtskledij, heel goed beschermd. Ze sloegen mensen bewusteloos. De eerste twee die omkwamen, waren postende stakers. Twee mijnwerkers kwamen om. Dus het ging hard tegen hard. Vrij veel mijnwerkers zeiden dat de politie ze had uitgelokt. Ik denk niet dat je dat ooit nog precies kunt achterhalen. Maar het ging er hard aan toe. Veel mensen maakten zich grote zorgen dat we in Groot-Brittannië een dergelijke confrontatie meemaakten. Bijna een echte veldslag op de velden van Yorkshire met politie te paard. Dat was geen prettig gezicht.De sfeer werd grimmiger en die zomer kwam het tot een aantal grote confrontaties tussen de politie en stakers. In heel Engeland werd met de staking bijna driekwart van de 190 mijnen stilgelegd. De zogenaamde flying pickets voerde overal in het land actie, maar na enkele maanden ging bij sommige gesloten mijnen een aantal stakers weer aan het werk. En dat zette kwaad bloed. Skabsels werden deze stakingsbrekers genoemd. Scabs, onderkruipsels. Het ging om politiek en klassenstrijd. Thatcher ging het gevecht aan en wilde de mijnwerkersvakbond vernietigen om de macht van de vakbonden te breken. Om de werkloosheid te laten stijgen en de lonen te laten dalen. En ook om de plannen van het socialisme te vernietigen. Zij was de Iron Lady, die alles wat socialistisch was haatte. Ze heeft ooit in een speech gezegd dat 'de samenleving niet bestond'. Ze had geen idee wat dat betekende. Dus het socialisme was haar helemaal vreemd. Ik heb nog steeds veel sympathie voor gewone werkende mensen. Ze worden door veel mensen belazerd. Maar het waren de vakbonden die deze mensen belazerden. En vakbondsacties hadden natuurlijk gevolgen. Ze gebruikten het Britse publiek als pionnen in hun spel. Dat is niet mijn idee van wat toen als socialisme werd verkocht. Barbaarse toestanden. De staking werd een langslepende kwestie waarbij het voor de stakende mijnwerkers armoe troef was. Veel gezinnen werden afhankelijk van voedseldistributie. De enige mogelijkheid om een warme maaltijd te krijgen was vaak alleen de gaarkeuken. Er was uiteindelijk maar een handvol mannen in Hadfield, dat tijdens de staking weer aan het werk ging. Maar van hen zijn er maar weinig na de staking in Hetfield gebleven We hebben 12 maanden gestaakt om een bedrijfstak en een gemeenschap te redden. En voor de komende generaties. De mensen die gingen werken en de staking braken, verwierpen vriendschappen, onze gemeenschap, werden buitenstaanders. We vergeven ze niet. Mijnwerkers steunen op elkaar. Je kunt in de mijn niet constant om je heen kijken om je maat te vinden. Je moet zonder te kijken, weten dat hij er is, dat iemand over je waakt. Als je steeds moet omkijken, doe je het verkeerde werk. Mijnwerkers zijn enorm loyaal. Wie die loyaliteit zomaar laat vallen, wordt nooit vergeven. Uiteindelijk moesten de medewerkers zich gewonnen geven. Na een jaar staken gingen ze zonder iets bereikt te hebben weer aan het werk. In de jaren daarna werden de meeste Engelse mijnen successievelijk gesloten. Hatfield Colliery ging in 1993 dicht. De dorpen rond de mijn zijn de klap van de verloren staking nooit echt te boven gekomen.