De Spaanse burgeroorlog
Spanje onder generaal Franco
Spanje had het ongeluk in een burgeroorlog te raken op het moment dat overal in Europa de spanningen tussen links en rechts tot een kookpunt waren gekomen. De burgeroorlog werd de eerste grote confrontatie tussen de nieuwe Europese ideologieën, en dan met name tussen het fascisme en het socialisme. Het kost de Spanjaarden vandaag de dag nog steeds moeite om over die broedertwist te spreken. En men zwijgt liever dood. U kent de bijbelse uitdrukking: wie omkijkt, verandert in een zoutpilaar. En dat geldt soms ook als het jezelf aangaat. Niet in historisch opzicht, maar op het persoonlijke vlak. Ik ben familie van een slachtoffer van geweld maar ik hoef niet te weten wie de schuldigen zijn. Wat heb ik daaraan? Wat win ik daarbij? Het was oorlog. Er heerste barbarij. De jaren '30 in Europa waren gewelddadig. Ik vind het belangrijk dat de slachtoffers die onrecht is aangedaan, erkenning krijgen. Maar ik wil niet in een neerwaartse spiraal terechtkomen. Zo is het mogelijk dat zeventig jaar na de burgeroorlog er nog steeds onzichtbare scheidslijnen door elk, dorp door elke stad in Spanje lopen. Iedereen weet wie bloed aan de handen heeft, maar niemand praat erover. De meeste boeren en arbeiders leefden voor het uitbreken van de burgeroorlog in pure armoede. De macht en rijkdommen van het land waren in handen van grootgrondbezitters en industriëlen. Het leger en de kerk. Onder invloed van socialisme, anarchisme en andere geïmporteerde ideologieën, namen de spanningen hand over hand toe. De republiek, uitgeroepen in 1931, beloofde een einde te maken aan de sociale ongelijkheid van het land. Conservatief Spanje zette de hakken in het zand. Voor de onderklasse ging de hervormingen juist niet snel genoeg. Er volgden jaren vol politieke onrust en geweld. Ook vertegenwoordigers van de kerk. Volgens links 'onderdrukkers van het volk' waren hun leven niet zeker. In 1936 zijn er de laatste vrije verkiezingen. Tot schrik van de nationalisten willen de linkse partijen verenigd in het Volksfront. Een groep generaals, waaronder de latere dictator Francisco Franco, moet op 18 juli 1936 een greep naar de macht. Die coup slaagt slechts gedeeltelijk. Grote delen van het land blijven onder bewind van de wettige linkse regering. De burgeroorlog zal van een ongekende wreedheid zijn en zal drie jaar lang de Spaanse aarde rood doen kleuren. De slachtoffers van de oorlog zijn niet allemaal gelijk. De doden aan nationalistische zijde worden al sinds het einde van de oorlog in 1939 geëerd. De nazaten van de Republikeinse slachtoffers weten tot op de dag van vandaag zelfs niet eens wat er precies met hen gebeurd is. We gaan op pad met Emilio Silva, televisiejournalist, maar vooral de man die in zijn eentje een burgerbeweging in gang heeft gezet die de lichamen van dit soort vermisten opspoort. Emilio heeft ons meegenomen naar de voormalige frontlijn bij Madrid, waar de wettige linkse regering zetelde en waar loyale troepen zich verbeten verzetten tegen de dreigende dodelijke omsingeling door opstandelingen-leger van Franco. Vanuit Sevilla klinken de beruchte radioboodschappen van generaal Queipo de Llano, die geen enkele twijfel laat bestaan over het lot van iedereen die de rechtse staatsgreep van Franco niet ondersteunt. Voor ieder slachtoffer van rechts zullen er tien levens geëist worden aan de linkerzijde. Ze hebben twee broers van mijn moeder vermoord. En nog een vrouw. Er zijn die dag meer dan 30 mensen gefusilleerd. De meesten liggen hier in het massagraf. Weggemoffeld. Een van mijn ooms is hier net buiten de muur begraven, want hij wilde niet biechten. En de ander heeft wel gebiecht zodat hij bij zijn moeder kon liggen. Ik kan ze niet vergeten. Ik weet dat het allemaal achter ons ligt, maar die herinnering blijft me achtervolgen. Vanwege het verdriet en het onrecht. Je mocht niet eens de straat op. Als je hun muziek hoorde, moest je met je arm omhoog gaan staan. Als je Cara al Sol hoorde, en je bracht de groet niet, dan dwongen ze je. Emilio stuurt ons terug naar het zuiden. Van het schuldige landschap rond Madrid, naar dat rond Malaga. In het buitenwijk, op de begraafplaats San Rafael is sinds 2006 een team archeologen bezig met het opgraven van duizenden doden zonder naam. Slachtoffers van Franco. Hier zouden volgens de meest recente naspeuringen 4200 gefusilleerden liggen, waarvan er nu 1142 zijn opgegraven. Het lijkt wat vreemd dat deze opgravingen nu pas plaatshebben. Franco is immers al meer dan dertig jaar dood. Maar Emilio vertelde dat er al eerder in het verleden werd gegraven, in 1979. Na de eerste gemeenteverkiezingen na Franco, waarbij de voorheen clandestiene linkse partijen een klinkende overwinning haalden. Ik heb hier een boek. Toen de langverwachten politieke verandering er toch was gekomen, waren er nabestaanden die... Ik heb hier een foto. Dit zijn nabestaanden bij twee kisten met stoffelijke resten. Ze gingen op zoek naar slachtoffers. Dat gebeurde steeds vaker, zoals 20 jaar later door ons. Maar daar kwam plotsklaps een eind aan op 23 februari 1981, toen luitenant-kolonel Tejero met zijn pistool het parlement binnenviel en 'mond dicht, allemaal' riep. Dat deed velen onmiddellijk terugdenken aan de Franco-periode. Uit vrees voor een nieuwe dictatuur deden ze er het zwijgen toe. Mond dicht, allemaal. Iedereen liggen! De mislukte coup was destijds overal op de televisie te zien. Het leek toen vooral een schertsvertoning, een wanhoopspoging van een paar gefrustreerde militairen. Wie had kunnen denken dat het effect ervan zo groot zou zijn dat Spanje nog dertig jaar verstijft zou blijven van de schrik. Of het met opzet zo gelaten is of niet, maar de kogelgaten zitten er nog steeds. Dit was een boodschap aan de mensen hier die politieke verandering wilden. Het was de tijd van demonstraties bij de huizen van Franco's pistoleros. Er waren plannen voor een comité om de misdaden van het franquisme te berechten. Toch heerste ten tijde van de couppoging nog heel veel latente angst. Je zou denken dat er een generatie opstaat die over de verschillen tussen rechts en links, wat voorheen nationalisten en republikeinen waren, kan heen stappen en de wandaden van hun ouders en grootouders onder ogen wil zien. Zoals bijvoorbeeld in Duitsland is gebeurd. Het is inmiddels te laat voor een Neurenberg-proces of een waarheidscommissie. Het wachten is op een generatie voor wie het eindelijk lang genoeg geleden is. Die eenvoudig de waarheid wil weten. Niets anders.