De mijnen van Ieper
Opruimen van bommen uit de Eerste Wereldoorlog
Aan het begin van 1915 was er 40.000 kilometer loopgraven gegraven, dwars door Noord-Frankrijk tot aan de grens met Zwitserland. 40.000 kilometer. De omtrek van de aarde. Vanuit die loopgraven zouden beide legers elkaar bijna vier jaar lang bestoken. Dag in dag uit, 24 uur per dag. In Engeland, Duitsland en Frankrijk draaide de oorlogsindustrie aan het thuisfront intussen op volle toeren. Per trein, auto, paard en wagen en soms gewoon op de rug van de soldaten werden dag in dag uit duizenden projectielen aangevoerd. Iemand rekende eens uit dat bij de Slag om Passendale, vlakbij Ieper, alleen al in iedere vierkante meter tien projectielen moeten zijn neergekomen. Bommen, mortieren, granaten, kogels. De aarde werd in vier jaar tijd omgeploegd door een dodelijke regen van staal. Van die tien bommen en granaten per vierkante meter explodeerden er maar zeven. Een stuk of drie ontploften niet. Wat in vier jaar tijd over het land rondom Ieper werd uitgestort, is na negentig jaar nog steeds niet opgeruimd. Een legertje Belgische mijn-opruimers is vandaag de dag altijd nog bezig om de niet ontplofte munitie weg te halen. Dag in, dag uit. Dat doen ze al sinds 1920. Ze halen zo'n 250 ton per jaar op. Een projectiel kan in twee toestanden zijn; gewapend of niet gewapend. Zo'n ding is wel afgevuurd. Het heeft niet gewerkt, maar ik kan onmogelijk zeggen wat de toestand is. Dus moesten we het uitrekenen wat de gevaargraad is van dat projectiel. Dat kan hoog zijn, dat kan laag zijn. Ieper was het stadje waar het allemaal om draaide. Als de Duitsers daar zouden doorbreken, waren ze zo bij de havens van Duinkerke en Calais. En dat moest natuurlijk koste wat kost voorkomen worden. Voor die strategische rol heeft het stadje duurbetaald. In 1918, toen de oorlog afgelopen was, stond er geen steen meer op de andere. Na de oorlog is Ieper weer geheel zo opgebouwd als het voor 1914 was. Piet Chielens, is de coördinator van het museum In Flanders Fields. Uiteindelijk is alles wat ik doe is eigenlijk het opbouwen van een privé demoon af te geraken. Je woont in de grootste begraafplaats ter wereld. En daar moet je wat mee. Dat is het denk ik wel ja. Je moet je daar een gêne aan geven alsnog een gêne aan geven. Vooral naarmate je de verhalen leest, zie je dat oorlog is eigenlijk iets heel prozaïsch hè? Je moet daar in in het juiste schutters-putje zitten en niet in het foute. En dan overleef je het. En voor de rest euh. Dan merk je dat dat begrippen als als heldendom en opoffering en vaderlandsliefde enzo. Dat zijn eigenlijk allemaal dingen die achteraf verzonnen zijn in een kantoortje en helemaal niets te maken hebben met met het feitelijke gebeuren. Bij Ieper werd voor het eerst gas gebruikt. De Duitsers lanceerden het in 1915. In het begin draaiden ze als de wind uit de goede richting kwam, gewoon een aantal cilinders open, maar dat was link als de wind plotseling omsloeg. Dus vulden ze al snel hun granaten ermee, zodat ze het naar de vijand konden schieten. Daarna werd het gas steeds gemener, van gewoon traangas tot het uiteindelijke mosterdgas, dat bij aanraking met de huid gigantische blaren achterliet. De geallieerden hadden geen idee wat ze overkwam. Het duurde maanden voor ze de beschikking kregen over primitieve gasmaskers. Van de duizenden projectielen die rondom Ieper in de grond liggen te roesten, is een onbekend aantal gevuld met die gassen. Maar of er gas in zit? En wat voor gas? Dat kun je van de buitenkant niet zien. Negentig jaar later draait de chemische ontmantelingsfabriek van het legerkamp Steenstrate nog elke dag op volle toeren. In een zwaar beveiligde bunker wordt de kop van het projectiel, met daarin het ontstekingsmechanisme, er voorzichtig afgefreesd. En zo ziet het er dus uit: mosterdgas even onschuldig als water. Dit was dit veld hier tot aan die hopvelden en nog voorbij tot aan de voormalige spoor. Allemaal barakken van Casualty Clearing Station. Ze worden aangevoerd met de trein. Hier worden ze hier verzorgd. Maar wat je ook probeert, je houdt het niet tegen. En dan uiteindelijk, vijf jaar later, sta je met deze... Het is een zee van dood. Bijna elfduizend graven, allemaal dag na dag erbij gekomen. Dat is.. 14 augustus 1915, 16 augustus, 17 augustus. En dan wordt 18 augustus. En zo loopt het door. Dag na dag. Je kunt hier de kalender van de oorlog aflopen. Dit is een veel wranger, duidelijker beeld van de oorlog dan die plaatsen waar Amerikanen doen dat Britten en Fransen doen dat. Maar Britten doen het het minst. Waar men de doden achteraf weer gaat ordenen om een andere zaak te dienen, namelijk niet het verhaal te vertellen van de prozaïsche, smerige oorlog van elke dag sterven, maar die van de grote heldendaden waar men nog gereglementeerd staat opgesteld. Zelfs in de dood. Waarom is dit zo'n verschrikkelijk droevige plek? Ja ik heb verschillende missies in het buitenland gedaan. 2004 zat ik in Afghanistan. Zes maanden daar gezeten, twee maanden in Joegoslavië. Rwanda gezeten, Laos gezeten. Een beetje de hele wereld gezien en overal is het het zelfde. Problemen met munitie. Wat is het daar, is het voornamelijk mijnen? Afghanistan is mijnen, munitie. Een oorlog duurt meestal zeer kort. De Eerste en de Tweede Wereldoorlog was vijf jaar. We zijn nu nog altijd bezig met de Eerste Wereldoorlog op te ruimen en dat is negentig jaar geleden. Een oorlog duurt meestal maar één generatie, meestal. Het opruimen meerdere generaties. Maar geldt dat ook voor Afghanistan? Dat zal. Dus binnen 2 3 4 5 generaties zal men nog altijd munitie van die tijd vinden. Voor Piet Chielens van het In Flanders Fields Museum in Ieper zijn de doden uit de Eerste Wereldoorlog nog springlevend. Soms liep hij na zijn werk nog een rondje langs de verzakte oorlogsgraven onderaan de kerktoren van zijn dorp. Ik vraag me af hoe hij het in godsnaam volhoudt. Dag in dag uit die treurigheid van een al lang vergeten oorlog. Ik heb vorig jaar mijn echtgenote verloren en ik. Ik weet hoe bezig zijn op een professionele manier met die dood altijd. Hoe enorm mij dat geholpen heeft om haar dood te kunnen een plaats geven. Echt waar. Hoe dat kanker op acht maand bedoel. Vreselijk. Verschrikkelijk. En toch waren we er beiden toe gekomen dat dat dit een dood was waar je niet tegen kon vechten omdat er geen schuldige bij was terwijl die dood waar ik mee bezig ben, daar is een schuldige voor.