Tegenlicht
De slag om ons drinkwater
Nestlé is 's werelds grootste voedselbedrijf en bedrijfsvoorzitter Peter Brabeck laat er geen twijfel over bestaan: toegang tot water is van cruciaal belang voor Nestlé. Dat is het ook voor mensen. De multinational zegt daarom te streven naar duurzame toegang tot water voor mens, milieu en het bedrijf. Maar hoe duurzaam is het om water in flessen te stoppen? Een ding is zeker: het is winstgevend. In de VS betaalt Nestlé, of een van haar dochterondernemingen, vaak niet meer dan tien dollar voor een trucklading van 30.000 liter opgepompt grondwater. Nadat het in een fabriek in een flesje is gestopt, is zo'n zelfde lading 5000 keer zoveel waard: een verbijsterende $50.000,-. Nestlé is tegenwoordig het grootste levensmiddelenbedrijf ter wereld, maar vindt zijn oorsprong in Zwitserland, waar Henri Nestlé ruim een eeuw geleden begon met het bottelen van lokaal bergwater. De multinational zegt haar nederige wortels te kennen en heeft een uitgebreide corporate social responsibility strategie. Het bedrijf stelt dat het haar missie is iedereen ter wereld van schoon drinkwater te voorzien. Maar dan wel uit een flesje van een van de vele merken van Nestlé, zo lijkt het. Met uitgekiende marketingtechnieken wordt consumenten wereldwijd vertelt dat water uit de kraan ongezond is. In landen waar die claim inderdaad hout snijdt betekent de opbouw van een infrastructuur van water in flesjes vaak de doodsteek voor de toch al ondermaatse publieke waterleverantie. Bottled Life laat zien dat de mooie woorden van Nestlé voorzitter Brabeck vooral moeten worden gezien in termen van winstgevendheid. De grote vraag is: is het drinkwater een levensbehoefte of een levensmiddel?