Niemand vertelt mij wat ik moet geloven - 400 jaar Doopsgezinden Amsterdam
Intiem portret van de Amsterdamse afdeling van Nederlands enige eigen kerkhervormingsbeweging: de Doopsgezinden. Dit jaar bestaat de Doopsgezinde gemeente aan het Singel in Amsterdam 400 jaar. De zelfgeschreven geloofsbelijdenis en de doop op volwassen leeftijd vormen de kern van de doopsgezinde kerk. Dit leidt tot de unieke situatie dat op een zonnige Pinksterzondag in 2008 elf 'kandidaten' in de Singelkerk in Amsterdam na een lang proces van denken, praten, schrijven en herschrijven hun eigen geloofsbelijdenis formuleren. In Niemand vertelt mij wat ik moet geloven worden drie belijdeniskandidaten met een camera gevolgd in de aanloop naar belijdenis en doop. Jan (30) is Nederlands Hervormd opgevoed en bekeerde hij zich op zijn zeventiende tot een Evangelische gemeente. 'Ik liet me toen dopen door onderdompeling. Door mijn nieuwsgierigheid schuwde ik het niet andere boeken te lezen dan waaraan goedkeuring werd gegeven. Toen ik de twintig was gepasseerd, was het alsof ik opeens wakker werd. Mijn wereldbeeld lag aan diggelen.' Olaf (38) groeide op diep in het katholieke zuiden. Hij is gedoopt, maar kon zijn homoseksualiteit niet verenigen met het gedachtegoed van de Rooms Katholieke Kerk. Via zijn vriend kwam hij in aanraking met de Doopsgezinden en besloot hij zich bij deze gemeenschap aan te sluiten. De vriend van Olaf, Kees (36), werd in Groningen geboren in een eeuwenoud doopsgezind geslacht. Zijn broer Henk werd dominee in Amsterdam, maar zelf voelde hij niet de innerlijke behoefte zich bij de Doopsgezinden aan te sluiten. Pas na een ziekte en gesprekken met Olaf besloot hij toch op zijn oude nest terug te keren. Anna (29) promoveert op de geschiedenis van Doopsgezinde gemeenschap van 1530 tot 1850. Ze voelt zich thuis in deze kerk, is ermee opgegroeid, maar laat zich niet dopen. 'Ik ben er voor mijzelf nog niet uit wat ik met het geloof moet, wat het voor mij betekent. Het zijn te veel vage concepten, ik kan hier nog geen ja op zeggen. Ik ben er dus nog niet aan toe. Maar zegn