Ongehoord
Berlijn, Anhalter Strasse 1983 - 1998
Berlijn, 1983. De bus met het reisgezelschap stopt voor de ingang van het hotel. De reizigers kijken eerst nog nieuwsgierig en geamuseerd door de raampjes naar buiten. De stemming zal binnen een halve minuut omslaan. Als ze uitstappen is de verbijstering op hun gezichten te lezen. Dit moet een vergissing zijn. Ze wisten min of meer waar ze naar toe gingen toen ze Berlijn als reisdoel kozen. Maar dit kan niet, dit is godsonmogelijk. Een paar oudere vrouwen wankelen en proberen zich vast te houden aan hun handtas. Tevergeefs. Wat had er ook weer in de folder gestaan? Het alternatief voor een betonnen nieuwbouwhotel. Ruhigstes wohnen, geen straatlawaai. U kunt met open ramen slapen. Ruim uitzicht. 's Zomers is het goed koffie drinken in onze rozentuin." Het gezelschap kwettert en sputtert angstig. Die ene meneer heeft het aan zijn hart zie je zo. Beruhigen Sie sich. "Rustig, rustig", roept de pachter van het hotel die komt aansnellen. Hij weet er alles van. Iedere keer weer hetzelfde. Nieuwe gasten geloven hun ogen niet De oorlog is toch lang voorbij. Hoe zijn ze hier terechtgekomen? Het Anhalter Bahnhof, een ruïne, zoals die vele in stand gehouden overblijfselen, opdat wij niet vergeten. De Anhalter Strasse, veel puin een immens beschilderd kraakpand en oh, god dat kan niet waar zijn. De lage losstaande gevel draagt het uithangbord "Hotel Stuttgarter Hof". Gezellig, die ramen met begonia's ervoor. De vakman die ze op de gevel geschilderd heeft moet er plezier in gehad hebben"