Het Spoor Terug
Hongaarse opstand 2: de reacties in Nederland
Tweede deel van een tweeluik over De Hongaarse opstand.
Op 23 oktober 1956 loopt een demonstratie in Boedapest uit op een opstand tegen het stalinistische bewind. Ook in de rest van het land komt de oppositie in beweging. Het bewind in Boedapest zwicht onder de druk en maakt plaats voor een regering die snel aan de meeste eisen van de opstandelingen tegemoetkomt. Hongarije stapt uit het Warschaupact en de bevolking worden democratische verkiezingen in het vooruitzicht gesteld. Zover hebben de Russen het niet laten komen. Op 4 november 1956 maken Russische troepen een hardhandig einde aan de volksopstand. Meer dan 200.000 Hongaren vluchten naar het buitenland. Bijna drieduizend van hen komen naar Nederland
In deze aflevering: de reacties in Nederland, de 'volkswoede' tegen de communisten en de ontvangst van de Hongaarse vluchtelingen.
Inleidende teksten:
En dan nu in Het Spoor Terug het laatste deel van een tweeluik over 'De Hongaarse Opstand', die veertig jaar geleden plaatsvond. Vorige week heeft u kunnen horen wat zich tussen 23 oktober en 4 november 1956 in Hongarije allemaal afspeelde. Vandaag staan de reacties in Nederland en de opvang van de duizenden vluchtelingen centraal. Samenstelling Paul van der Gaag.
Tekst 1
Als vroeg in de ochtend, op zondag vier november, Russische tanks de Hongaarse hoofdstad Boedapest binnen rollen, is dit niet alleen het begin van het einde van de opstand, het is voor veel Hongaren ook het moment om te kiezen: 'blijf ik hier', of 'vlucht ik naar het westen, nu dat nog kan'. Een moeilijke keus, die snel gemaakt moet worden. Uiteindelijk komen zo'n 200.000 Hongaren in opvangkampen in Oostenrijk terecht. Die vluchtelingenstroom is overigens niet pas NA vier november op gang gekomen. Dat gebeurde al vanaf het moment dat, op 23 oktober, de opstand uitbrak. In het westen worden vanaf die dag de gebeurtenissen in Hongarije op de voet gevolgd en de opstandelingen kunnen er op warme sympathie rekenen voor hun strijd tegen de communistische marionettenregering en de Russische bezetter.
Zo worden in Nederland overal demonstraties en bijeenkomsten georganiseerd uit solidariteit met het verzet. De Hongaarse dominee Istvan Tuski, die hier al sinds 1948 woont is, een veel gevraagde spreker.
Tekst 2
Deze woorden sprak dominee Tuski op 31 oktober 1956, op een bijeenkomst georganiseerd door de Partij van de Arbeid. Vier dagen later moet hij weer spreken. Ditmaal gaat het om een preek voor de NCRV-radio in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. Die zondagochtend is het vier november en de Russische troepen zijn enkele uren eerder Boedapest binnengetrokken.
Tekst 3
De enige partij die niet solidair is met de Hongaarse vluchtelingen is de CPN. De communisten hebben al snel na het uitbreken van de opstand hun oordeel klaar. Markus Bakker is dan hoofdredacteur van De Waarheid, en staat op het punt om voor de krant naar Polen te gaan.
Tekst 4
Als de Russen, tot voldoening van Bakker en zijn partijgenoten, in Hongarije de aanval inzetten, zijn er in Nederland grote groepen, voornamelijk jongeren, die de gebouwen van de communisten aanvallen. De publieke opinie kan hier wel begrip voor opbrengen. Zo schrijft het Algemeen Handelsblad op maandag 5 november:
Tekst 5
Het blijft nog dagenlang onrustig rond het communistische bolwerk aan de Keizersgracht in Amsterdam. CPN-bestuurslid Harry Verheij is een van de vele 'kameraden' die het gebouw verdedigen.
Tekst 6
Ook Simon Schilp is in Felix Meritis aanwezig.
Tekst 7
Het mag duidelijk zijn. Met het neerslaan van de opstand in Hongarije bereikt de koude oorlog een nieuw hoogtepunt. Communisten die toen volwassen waren vertellen nog met enige trots over de vastberadenheid waarmee ze zich tegen de boze buitenwereld hebben verdedigd, maar voor hun kinderen lag dat anders. Voor Karin de Vree-IJisberg zijn die novemberdagen traumatisch geweest.
Tekst 8
Niet alleen de communisten en hun partij hebben onder de 'volkswoede' te lijden. In sommige plaatsen krijgen straatnaambordjes het ook zwaar te verduren. Istvan Tuski.
Tekst 9
Terwijl in Nederland de communisten net zwaar te verduren hebben stromen de vluchtelingen kampen in Oostenrijk vol. Gyula en Gisela Weber ontvluchten Hongarije op 9 november en komen in de Oostenrijkse grensplaats Nickelsdorf aan.
Tekst 10
In de Nederlandse delegatie die de kampen in Oostenrijk bezoekt om vluchtelingen naar Nederland te halen, zit ook dominee Tuski.
Tekst 11
Ook Ivan Takacs is een van de Hongaren die voor Nederland kiest.
Tekst 12
Een van de Hongaarse vluchtelingen die zo per trein naar Nederland komt en in Venlo wordt ontvangen is Ivan Takacs.
Tekst 13
Gyula en Gisela Weber hebben dit soort ervaringen niet. Ze zijn vol lof over de ontvangst in Nederland. Voor hun is alles dan ook van een leien dakje gegaan, na aankomst in de Utrechtse Julianahal.
Tekst 14
In een maand tijd, tussen half november en half december, komen ruim 3.000 Hongaren naar Nederland. Ze worden hier niet alleen met open armen ontvangen, er wordt door het 'Nationaal Comité', miljoenen voor ze ingezameld. En overal waar ze, na hun eerste verblijf in Utrecht, terecht komen worden feestelijkheden voor ze georganiseerd. Zo krijgen de Hongaren die in de omgeving van de Veluwe terecht zijn gekomen, tegen het einde van het jaar, een kerstdiner op paleis Het Loo aangeboden.