Het Spoor Terug
Leo Klatser
Portret van de 75-jarige schrijver, fotograaf en journalist Leo Klatser, een
omstreden communist, een oud-Spanjestrijder, voormalig verzetsman en concentratiekampslachtoffer. Klatser werd 'agent van Tito en de BVD' genoemd. Klatser was actief in o.a. het Arbeiders Jeugd centrale (AJC), en de CPN en betrokken bij het Jordaanoproer. Als fotograaf was hij actief in de Spaanse Burgeroorlog en tijdens de Tweede Wereldoorlog in het verzet. Klatser werd opgepakt en geïnterneerd in Buchenwald. Na de oorlog was Klatser lid van de CPN.
Inleidende teksten:
Tekst 1
Als zoon van een Joodse diamantbewerker en een katholieke strijkster kreeg de in 1916 geboren Leo Klatser een niet-religieuze opvoeding. Als jonge jongen werkte hij bij een verzekeringsmaatschappij. Hij werd werkloos, zwierf enige tijd rond. Door de vrienden van zijn vader kwam hij in
contact met de AJC, en niet lang daarna via de OSP - de Onafhankelijk Socialistische Partij - werd hij door enkele prominente communisten gevraagd lid te worden van de Communistische Partij Holland. In 1934 raakte hij betrokken bij het Jordaanoproer. Toen de Tribune, het dagblad van de CPH, door de regering werd verboden, bracht Klatser de illegaal gestencilde krant rond.
Tekst 2
Het was Klatser eerste ervaring met illegaal werk. Zijn capaciteiten bleven niet onopgemerkt. Hij werkte inmiddels al voor het Agentschap Amstel, de Vereniging Vrienden van de Sovjet-Unie en de Rode Hulp. In die hoedanigheid zou hij goede contacten onderhouden met Duitse emigranten, die voor Hitler naar Nederland waren gevlucht.
Tekst 3
Zijn fascinatie voor de strijd in Spanje dateerde al vanaf 1934 toen de mijnwerkers in Asturië staakten. Met Kerstmis 1936 - toen er een congres van de CPH gehouden werd - kwam de journalist-schrijver Jef Last terug met verhalen over de inmiddels uitgebroken burgeroorlog. Voor Klatser was het duidelijk; hij wilde naar Spanje. Maar eerst moest er nog wat geregeld worden.
Tekst 4
Via Parijs en Barcelona kwam hij in Albaceta aan, waar hij zijn militaire opleiding kreeg. Vervolgens werd hij als fotograaf gedetacheerd bij het militaire hoofdkwartier. Hij moest strategische posities en objecten fotograferen.
Tekst 5
Begin 1939 ging Klatser terug naar Nederland. De fascisten hadden de strijd gewonnen. Hij werd hoofdredacteur van de Stormmeeuw - het tijdschrift dat zijn naam ontleende aan een roman van Maxim Gorki.
Lang zou hij deze functie niet uitoefenen.
Tekst 6
Het was in die tijd dat Klatser zijn eerste gedichten schreef gebaseerd op zijn ervaringen in Spanje.
Tekst 7
De Tweede Wereldoorlog was inmiddels uitgebroken. Na de Februaristaking moest Klatser onderduiken in afwachting van opdrachten voor de ondergrondse.
Tekst 8
Niet lang daarna kreeg Klatser opdracht naar Brussel te gaan. Door een contactpersoon werd hij opgehaald uit het Brabantse klooster waar hij zat ondergedoken. In Brussel kwam hij Clement weer tegen.
Tekst 9
Nadat de verbindingslijn was hersteld kreeg Klatser opdracht naar Engeland te gaan, maar omdat hij de koerier, die hem over de Pyreneeën moest brengen, niet vertrouwde, moest hij wachten in Toulouse. Daar zou het mis gaan.
Tekst 10
In december 1943 werd Klatser overgebracht naar het concentratiekamp Buchenwald. Door zijn contacten met voormalige Duitse emigranten zat hij al spoedig in de door de Duitse communistische partij gedomineerde illegale leiding van het kamp. Het leverde de nodige conflicten op met Nederlandse communisten. Deze waren van mening dat hij zijn invloed te weinig in hun voordeel aanwendde. Na de oorlog zou hij om die reden door het Eindhovens Dagblad worden betiteld als de Beul van Buchenwald.
Tekst 11
Op 11 april 1945 werd Klatser bevrijd. Het transport naar Nederland verliep allerbelabberdst. Hij moest zelf vrachtwagens organiseren. Een maal in Nederland meldde hij zich bij het Militair Gezag en kreeg hij de opdracht
ongeregeldheden op straat te voorkomen.
Tekst 12
Twee maanden later vond de zogenaamde Juli-conferentie van de CPN plaats, waar Partijleider Paul de Groot de Partij wilde opheffen om haar in een volksbeweging op te laten gaan. Het werd de laatste CPN-conferentie die Klatser zou meemaken.
Tekst 13
Leen Seeger, die partijbestuurder en lid van de zuiveringsraad was, had goede contacten en wist voor Klatser een baan te regelen bij de War Crimes Investigation Commission in Parijs, die oorlogsmisdadigers opspoorde.
Tekst 14
Intussen had Klatser zoveel verdiend dat hij een, zoals hij het zelf noemt, "tegendraadse" Parijse theatergroep uit eigen zak subsidieerde. Hij nam het ervan, en wilde wel eens genieten van het leven na al die jaren van ondergronds werk. In de loop van 1949 kwam hij in Nederland terug. Een jaar eerder was hij als gevolg van de bewuste brief aan Paul de Groot in het openbaar door de Waarheid aangevallen.
Tekst 15
Het artikel in de Waarheid miste zijn uitwerking niet. Zowel zijn voormalige partijgenoten alsook lieden van rechtse politieke signatuur vertrouwden hem niet meer.
Tekst 16
Klatser werkte weer bovengronds. Als free-lance journalist schreef hij voor diverse kranten en tenslotte tot aan zijn pensioen werkte hij voor Panoramiek - het buitenlandprogramma van de NOS-TV. Eind zeventiger jaren werd hij na een onderbreking van een kwart eeuw weer lid van de CPN, op verzoek van jonge communisten. Tot de opheffing van de partij zou hij lid blijven.
We praten over de geschiedenis van het marxisme.