Het Spoor Terug
#4 Onder het wakend oog Gods: De wereld in
Deel vier van de vierdelige serie ‘Onder het wakend oog Gods’ over katholieke kostscholen, de heimwee, de orde en tucht, bijzondere vriendschappen en de afloop.
Tienduizenden katholieke jongens en meisjes werden klaargestoomd voor een katholiek wereldburgerschap. Sommigen voelden de vlam der roeping branden en stelden hun hele leven in dienst van de zaak Gods.
In deze aflevering: Hoe het afliep met de seminaries en pensionaten en hoe steeds meer priesters en nonnen de geneugten van het leven ontdekten.
Ook al komt de buitenwereld begin jaren ‘60 in een stroomversnelling terecht, binnen kloosters en internaten blijft het aanvankelijk nog bij het oude. Maar naarmate de jaren voortgaan beginnen ook de dikke kloostermuren te wankelen.
Interviews met:
voormalige kostschoolleerlingen Til de Vries, José van der Sman (Sint Marie in Roosendaal), Fred Pubben, Louis Engels, Vincent Roef (Norbertijnen seminarie in Heeswijk-Dinther, 1962) en Frans Godfroy (Seminarie van de Paters Salezianen in ’s-Heerenberg, 1961).
Inleidende teksten:
Tekst 1
Tot zover Til de Vries, die van 1962 tot 1966 op het meisjespensionaat de Catharinenberg in Oisterwijk zit. Ook al komt de buitenwereld begin jaren zestig in een stroomversnelling terecht; binnen kloosters en internaten blijft het aanvankelijk nog bij het oude. Maar naarmate de jaren voortgaan beginnen ook de dikke kloostermuren te
wankelen. Daarover gaat het vandaag in het laatste deel van de serie ‘Onder Het Wakend Oog Gods’. Over hoe het afliep met seminaries en pensionaten en hoe steeds meer priesters en nonnen de geneugten van het leven ontdekten.
Til de Vries is een opstandige tiener. Volgens haar katholieke ouders kijkt ze teveel naar jongens, dus moet ze maar naar kostschool. Alles wordt er gecontroleerd, zelfs de brieven die ze schrijft naar haar ouders en vriendinnen in Goirle.
Tekst 2
Als de ouders van José van der Sman naar Zwitserland verhuizen, wil José liever in Nederland blijven. Kostschool kent ze alleen uit spannende meisjesboeken. Het lijkt haar wel wat. Zo komt ze in 1969 intern op St. Marie in Roosendaal, een school met ook een externe afdeling. St. Marie zit vast in het tijdsgewricht. Soeur Superiere Stephanie is een jonge non met moderne opvattingen, de rest van de nonnen is hopeloos ouderwets.
Tekst 3
Fred Pubben vindt zijn kostschool geen gevangenis. Hij vindt het kleinseminarie leuk, vooral omdat hij er volop de gelegenheid krijgt kennis te maken met cultuur die er in zijn dorp niet is: klassieke muziek, literatuur en toneel. Maar de typische jeugdcultuur van de jaren zestig dringt nauwelijks het internaat binnen.
Tekst 4
Ondanks het feit dat de jaren zestig zich afspelen buiten het internaat bespeurt Louis Engels de eerste barstjes in het strakke systeem. Zo lukt het hem om af en toe te ontsnappen om zijn vriend te ontmoeten. En, met de komst van de tv midden jaren zestig komt de wereld letterlijk de internaatsmuren binnen.
Tekst 5
Op het Kleinseminarie Apeldoorn is er nog mogelijkheid de regels te ontduiken. Bij José van der Sman is het regiem zo strak dat ze nauwelijks contact kan leggen met de externe leerlingen.
Tekst 6
De nonnen houden de deur nog stevig op slot; voor Louis Engels wordt die min of meer opengezet. Louis heeft vanaf zijn veertiende een intieme vriendschap buiten het seminarie met een 20-jaar oudere man die hij elke week een keer ziet.
Tekst 7
Het hebben van een relatie buiten de kostschool maakt Louis Engels sterk. Voor Til de Vries is dat ondenkbaar; zij zit van de wereld afgesloten. Daarom schrijft ze met Kees.
Tekst 8
José van der Sman heeft geen Kees om zich in te verliezen. Bovendien moet ze de weekenden binnen blijven omdat haar ouders in het buitenland wonen. Samen met een paar meisjes die ook niet naar huis kunnen.
Tekst 9
Ook op het kleinseminarie in Apeldoorn is er verzet. De maaltijden zijn zo eentonig en karig dat de jongens besluiten het niet langer pikken.
Tekst 10
Het verzet bij José van der Sman op school groeit. Vooral meisjes met ouders in het buitenland houden het niet meer uit.
Tekst 11
Als Til de Vries eindelijk van school komt kan ze thuis niet meer wennen. De kloof tussen haar en haar ouders is te groot geworden. Niet lang daarna trekt ze bij een man in. Vlak voor ze van kostschool vertrekt tekent ze de volgende droom op in haar dagboek.
Tekst 12
De kostscholen hebben het moeilijk in de tweede helft van de jaren zestig. Nonnen en priesters treden uit zodat de scholen moeite hebben om voldoende personeel te houden. Nieuwe aanwas is er niet. Jongens voelen zich niet meer geroepen priester te worden; meisjes worden allang geen non meer. Ook Vincent Roef wil geen priester worden. Omdat hij dit duidelijk laat merken wordt hij in 1966 van school gestuurd.
Tekst 13
Het Kleinseminarie van de paters Salezianen is geen erkend gymnasium. Daarom mogen Frans Godfroy en zijn vriend in hun examenjaar 6667 naar een gemengd gymnasium in Arnhem. Maar ze blijven wel op het seminarie wonen.
Tekst 14
Jongens trouwen met het eerste meisje dat ze zoenen, meisjes werpen zich in de armen van de eerste de beste veroveraar. José van der Sman loopt in 1971 weg van kostschool. Ze kan het niet meer volhouden.
Tekst 15
Tot zover José van der Sman. Samen met Soeur Stephanie, de jonge non, en haar ouders regelt ze een pleeggezin waar ze de laatste maanden tot haar eindexamen verblijft. En waar privacy het hoogste goed is.
Albert Siebelink verlaat het seminarie in de loop van het examenjaar. Hij voelt dat zijn roeping over is maar hij blijft daar wel de lessen volgen om zijn gymnasiumdiploma te halen. Daarna stort hij zich in het studentenleven, waar hij voor het eerst weer dagelijks vrouwen ziet.
Tekst 16
Tegen het eind van de jaren zestig sluiten veel kostscholen de poorten. De maatschappij is veranderd en ouders willen zelf hun kinderen opvoeden. Het katholieke denken heeft een groot deel van haar macht verloren. Bovendien zijn de jongeren te mondig geworden om zich nog aan het ouderwetse kostschoolsysteem te onderwerpen.
Voor de mensen die u de afgelopen vier weken hebt gehoord is de internaatstijd een ingrijpende periode in hun leven geweest. Frans Godfroy droomt er tot op heden nog van.