Het Spoor Terug
De gedrevenen 7: Mies Boissevain
Laatste deel van 'De gedrevenen', een zevendelige serie met portretten van Nederlanders die hun leven stelden in het teken van een ideaal, gereconstrueerd aan de hand van dagboekfragmenten, brieven en herinneringen.
In deze aflevering een portret van Mies Boissevain-Van Lennep, verzetslid in de Tweede Wereldoorlog en na de oorlog actief in de vrouwenbeweging.
Mies Boissevain-Van Lennep (bijgenaamd mammie Mies), was actief in het verzet tijdens de oorlog. Ze verloor haar man en twee zoons verloren, werd geïnterneerd in concentratiekamp Ravensbrück. Na de oorlog was zij oprichtster van de eerste vrouwenpartij 'Practisch Beleid' en initiatiefneemster van de 'Nationale Feestrok', een rok die de saamhorigheid tussen vrouwen over de hele wereld moest symboliseren alsmede een
symbool was voor de wederopbouw en het zelfbewustzijn van vrouwen.
Interviews over Mies Boissevain-Van Lennep met:
- musicus Theo Olof, die als negenjarige vluchteling tijdens de Tweede Wereldoorlog twee jaar bij het gezin Boissevain verblijft;
- dochter Sylvia;
- Hesther, bezoekster 'Hutspotclub';
- nicht Thea Nauta-Boissevain;
- Hetty Voute, medegevangene kamp Ravensbrück ;
- Annie Woelders, van de vrouwenpartij 'Practisch Beleid';
- Jantje de Jong-Brouwer over de 'Nationale Feestrok'.
Inleidende teksten:
TEKST 1
Zelfs in het concentratiekamp in Vught, waar Hetty Voute haar in de oorlog voor het eerst ontmoet, straalt Mies Boissevain één en al levenskracht uit: het is een eigenschap die ze haar hele leven, ondanks alle tegenslagen die ze oploopt, zal blijven behouden. Als Adrienne Minette van Lennep wordt Mies op 21 september 1896 in Amsterdam geboren. Het gezin Van Lennep woont aan een statig grachtenpand in Amsterdam. Haar vader Karel, directeur van de Javasche Bank, is een neefje van de vermaarde schrijver Jacob van Lennep, wiens gevoel voor humor ook tot het gezin van Mies is doorgedrongen. In 1919 huwt Mies met Jan Boissevain, afstammeling van een roemrucht Frans Hugenotengeslacht. Vanaf haar prille jeugd ontwikkelt Mies een sterk sociaal gevoel. Als Hitler in januari 1933 tot Rijkskanselier wordt benoemd, wordt Mies direct actief in een comité dat joodse vluchtelingen uit Duitsland aan een verblijfplaats helpt. De Nederlandse regering, die niet in conflict wenst te raken met een bevriend staatshoofd, doet niets aan opvang en zal de vluchtelingen later zelfs terugsturen. Eén van de eerste vluchtelingen die bij Mies belandt is de dan 9-jarige Theo Olof met zijn moeder. De twee jaar dat hij in het gezin Boissevain wordt opgenomen, maken een enorme indruk op hem.
Tekst 2
Het sterke sociale gevoel van Mies komt ook tot uiting binnen haar eigen gezin. Met haar man sluit ze een weddenschap af dat ze, ondanks de vijf kinderen die ze binnen zes jaar krijgt, in staat zal zijn haar eigen geld te verdienen. Die weddenschap wint ze, als ze na een opleiding een bloeiende praktijk als schoonheidsspecialiste opzet. Het is voor haar vanzelfsprekend dat ze volkomen gelijk is aan haar echtgenoot. Dochter Sylvia over de strijd, die haar vader en moeder in die tijd voeren.
Tekst 3
Ook buiten haar eigen gezin zet Mies zich in voor de belangen van vrouwen. In 1937 start ze een zogenaamde 'Hutspotclub', waar werkende vrouwen één keer per maand gezamenlijk kunnen komen eten. Ook haar twintig jaar jongere zuster Hesther, die bij Mies in de leer is als schoonheidsspecialiste, is een vaste bezoekster van de club, die eerst bij iemand thuis en later bij Heck op het Rembrandtplein bijeenkomt.
Tekst 4
Als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt, gaat het gezin Boissevain vanzelfsprekend door met hulp aan Joden en verzet het zich actief tegen de bezetter. Zonder dat het ooit afgesproken wordt, ontstaat in het huis aan de Corellistraat 6 een verzetsgroep, waarin vooral de twee oudste zoons Janka en Gi actief zijn. Angst kennen ze niet, ook niet als hun vader al in 1941 wordt opgepakt vanwege Joodse zakenrelaties. Ondanks de terreur van de Duitsers, behoudt Mies ook in deze jaren haar geloof in het goede van de mens, een geloof dat ze volgens haar dochter Sylvia ondanks alle beproevingen nooit heeft verloren.
Tekst 5
Deze brief van Gideon aan zijn grootouders in Zwitserland, die ook door de Duitse censuur wordt gelezen, is het gezin vermoedelijk fataal geworden. Alle informatie die hij over het verzetswerk geeft, wordt daadwerkelijk vanuit de Corellistraat georganiseerd. Zes weken later, op 2 augustus 1943, dringt de Gestapo huis binnen en wordt iedereen, ook de zoons die aanvankelijk nog weten te vluchten, opgepakt. Thea Nauta-Boissevain, een verre nicht van Mies die vanwege haar eigen verzetswerk bij het gezin is ondergedoken, over die vroege ochtend.
Tekst 6
De jongens komen na hun arrestatie in de gevangenis aan de Amstelveenseweg terecht, waar ze na een schijnproces ter dood veroordeeld worden; de vrouwen gaan via de Weteringschans naar Vught. Onderweg naar Vught, waar ze haar man voor het eerst sinds zijn arrestatie weer zal ontmoeten, krijgt Mies te horen dat haar beide zoons dan al gefusilleerd zijn. Ondanks dit noodlottige bericht, blijft haar mentale weerstand ongebroken, zo merkt Thea Nauta.
Tekst 7
Op dolle dinsdag, 5 september 1944, worden alle mannen en vrouwen in Vught op transport gesteld naar Duitsland. Ook tijdens deze drie dagen durende ontberingen in veewagens, zorgt Mies er voor dat de moraal van de vrouwen ongebroken blijft. Als de mannenwagens, waarin Mies' echtgenoot, worden losgekoppeld om naar Oranienburg te worden vervoerd, en de vrouwen verder gaan naar Ravensbrück, horen de mannen tot hun ontsteltenis de vrouwen luid zingen. Het maakt een verpletterende indruk. Ook onder de erbarmelijke omstandigheden in Ravensbrück blijft 'mammie Mies', zoals ze door haar kampgenotes wordt genoemd, haar opmerkelijke rol spelen, zo merkt medegevangene Hetty Voute.
Tekst 8
Pas na drie maanden is Mies genoeg aangesterkt om terug te keren naar Nederland. Haar zuster Hesther, haar dochter Sylvia en pleegzoon Theo Olof, die in België de oorlog overleefde, over het eerste contact met Mies na de oorlog.
Tekst 9
Zo gauw Mies weer voldoende is aangesterkt, stort ze zich weer vol overgave in het maatschappelijke leven. Voor de radio houdt ze lezingen, waarin ze als één der eersten oproept om toch vooral vergevingsgezind te zijn tegenover de tienduizenden in kampen opgesloten landverraders. Al ze ervaart dat van de politieke vernieuwing, waar velen met haar op gehoopt hadden, weinig terecht komt, besluit ze om ook zelf politiek actief te worden. Zich ergerend aan de rol die mannen in de politiek spelen, richt ze in april 1946 een eigen vrouwenlijst op om aan de Amsterdamse Gemeenteraadsverkiezingen mee te doen. 'Praktisch Beleid', heet de lijst die geen programma heeft, maar zich alleen beroept op het veel praktischer inzicht van vrouwen.
TEKST 10
Annie Woelders, die 46 jaar later nog steeds de beginselverklaring bij de hand heeft, wordt voorzitster van de partij die zich geen partij noemt.
TEKST 11
Ondanks de beroering die de vrouwenpartij teweeg brengt, komt Mies uiteindelijk 900 stemmen te kort om de eerste vrouwenpartij van ons land in de Gemeenteraad te vertegenwoordigen. Mies treurt er niet over, laat de partij een stille dood sterven en stort zich vol overgave op iets nieuws.
TEKST 12
Om de vrouwelijke eenheid te symboliseren bedenkt Mies de Nationale Feestrok, die door alle vrouwen met Bevrijdingsdag gedragen moet worden. Door haar enthousiasme weet ze weer direct een groep vrouwen te inspireren om mee te werken. En uiteraard mag ook haar dochter Sylvia hulp verlenen.
TEKST 13
In de rok combineert Mies symboliek en praktijk: immers, vlak na de bevrijding is er nauwelijks textiel te krijgen en op deze manier kan elke handige huisvrouw zonder veel kosten een eigen unieke feestrok maken. Jantje de Jong-Brouwer uit Hoogkarspel is één van de duizenden vrouwen die op deze manier haar eigen bontgekleurde feestrok creëert.
Tekst 14
Het succes van de feestrok strekt zich zelfs uit tot Amerika, waar Mies eind 1948, begin 1949 een grote rondreis maakt om niet alleen haar rok, maar ook haar maatschappelijke ideeën te propageren. Ze ontmoet er tientallen vooruitstrevende vrouwen, en blijft met velen daarvan jarenlang corresponderen. Ook in eigen land blijft ze nauw betrokken bij de langzaam voortschrijdende emancipatie van de vrouw. Als ze in 1965 te horen krijgt dat ze kanker heeft en nog maar kort zal leven, neemt ze, geheel passend met haar leven, op geheel eigen wijze afscheid. Haar dochter Sylvia:
Uitgebreidere documentatie aanwezig in VPRO archief