Het Spoor Terug
De gedrevenen 6: Jac. P. Thijsse
Deel zes van 'De gedrevenen', een zevendelige serie met portretten van Nederlanders die hun leven stelden in het teken van een ideaal, gereconstrueerd aan de hand van dagboekfragmenten, brieven en herinneringen.
In deze aflevering een portret van onderwijzer, schrijver en veldbioloog Jac.P. Thijsse. Thijsse verleende zijn medewerking aan de natuurplaatjesalbums uitgegeven de koekjesfirma Verkade, de albums werden een groot succes.
Interviews over Thijsse met:
- Zijn schoondochter Thijsse-van Niftrik;
- kleinzoon Hans Thijsse;
- dichter en emeritus-hoogleraar biologie Victor Westhof.
Inleidende teksten:
Tekst
In een tijd dat armoede, honger en kinderarbeid het gezicht van Nederland bepaalden droomde de in 1865 geboren Jac.P. Thijsse van een nest vol winterkoninkjes. Hij groeide dan ook op een een tamelijk beschermde omgeving. Zijn vader was beroepsmilitair in Maastricht, genoot een redelijk salaris en beschikte over een rijkswoning. Nederland had toen nog maar 3,5 miljoen inwoners, enkele fabrieken, draaiend op stoommachines, en een vrijwel ongerepte natuur. Voor Jac. P. Thijsse was de natuur iets
vanzelfsprekends, hoewel hij pas geleidelijk leerde onderscheiden.
Tekst 2
Toen zijn vader werd overgeplaatst naar Grave en vervolgens naar Woerden leerde hij de natuur pas goed kennen. Zijn drie broers en hij hadden elk een eigen tuintje bij het ouderlijk huis. Zijn liefde voor de natuur werd er gevormd. In 1878 verhuisde het gezin naar Amsterdam en Thijsse ging naar de kweekschool.
Vier jaar later werd hij benoemd tot derde onderwijzer aan de Amsterdamse tweedeklasschool. Volgens zijn schoondochter de nu 93-jarige mevrouw Thijsse-Van Nifterik hield hij er voor die tijd bijzondere
pedagogische opvattingen op na.
Tekst 3
In 1890 werd Thijsse benoemd tot Hoofd van de Franse School in Den Burg op het eiland Texel. Hij zou er - samen met zijn leerlingen - de natuur in zich opzuigen. Op verzoek van zijn vrouw, waar hij in 1891 mee trouwde, zou hij echter ruim twee jaar later weer in Amsterdam gaan werken, als hoofd van school nummer 32 aan de Passeerdersgracht. Zijn naam als natuurkenner was inmiddels gevestigd. Samen met zijn vriend
Heimans schreef hij zijn eerste boeken over de natuur. En hij hield een dagboek bij. Op 4 mei 1895 noteerde hij:
Tekst 4
Frederik van Eeden, die in 1898 de kolonie 'Walden' zou stichten, schreef hij op 28 november 1897:
Tekst 5
In 1896 stichtte Thijsse samen met Heimans het blad 'De Levende Natuur'. Het was uniek. In een tijd waarin dieren nog werden op gezet, en planten werden gedroogd, beschreven zij de 'levende' natuur.
In 1902 verhuisde Thijsse naar Bloemendaal en betrok er 'Binnenduin', een woning waar hij de rest van zijn leven zou blijven wonen. De eerste Verkade-albums waren inmiddels van de persen gerold. Hij werd een vraagbaak voor menigeen. Ook Frederik van Eeden vroeg hem om raad:
Tekst 6 vervalt
Tekst 7
Thijsse's kleinzoon Hans kwam in de twintiger en dertiger jaren regelmatig bij zijn grootvader op bezoek.
Tekst 8
In zijn dagboek noteerde Thijsse op 30 januari 1922:
Tekst 9
Uit het Verkade-album 'Blonde Duinen':
Tekst 10
Zijn kleinzoon Hans Thijsse ontmoet nog wel eens oud-leerlingen van zijn grootvader.
Tekst 11
Een oud-leerlinge is nog onder de indruk van zijn manier van lesgeven.
Tekst 12
Uit Thijsse's dagboek, 17 juli 1923:
Tekst 13
In 1930 werd Thijsse gepensioneerd en en bezocht nog datzelfde jaar zijn zoon en schoondochter in Bandoeng.
Tekst 14
Op 18 februari 1933 noteerde Thijsse in zijn dagboek:
Tekst 15
Victor Westhof leerde Thijsse in 1937 kennen.
Tekst 16
In 1925 had Thijsse een stuk grond van de gemeente Bloemendaal aangeboden gekregen ter gelegenheid van zijn zestigste verjaardag. Behalve de door hem ingerichte Thijsse's Hof, die nog steeds bestaat, was hij ook druk in zijn tuin bij zijn huis, weet zijn kleinzoon.
Tekst 17
In 1937 opende Thijsse het door werklozen aangelegde 'Bosplan' bij Amsterdam.
Tekst 18
Thijsse was inmiddels niet meer weg te denken uit de Nederlandse natuur.
Tekst 19
Het eiland Texel, of Teksel, zoals het door Thijsse de geschiedenis in zou gaan, kwam door de geschriften van Thijsse in de belangstelling. Een fragment uit een radio-uitzending uit 1937:
Tekst 20
Toen op 10 mei 1940 de oorlog uitbrak was Thijsse bij zijn zoon in Den Haag.
Tekst 21
Victor Westhof bleef ook in oorlogstijd Thijsse raadplegen.
Tekst 22
In 1944 zag Westhof Thijsse voor het laatst.
Tekst 23
In een brief aan een jonge conservatoriumstudente schreef Thijsse:
Tekst 24
De jonge schrijver Hans Warren bezocht Thijsse op 27 oktober 1942 voor het eerst. In zijn Geheim Dagboek noteerde hij:
Tekst 25
Tussen 20 en 30 december 1944 schreef Thijsse zijn laatste dagboekaantekeningen:
Tekst 26
Op zijn oude dag maakte hij zich nog druk over de natuur, die onder de oorlog te lijden had. Aan een vriend schreef hij op oudejaarsavond 1944:
Tekst 27
Zijn allerlaatste brief schreef hij op 4 januari 1945:
Tekst 28
Vier dagen later op 8 januari 1945 overleed Jac. P. Thijsse op 79-jarige leeftijd. Victor Westhof eerde hem in een gedicht.