Het Spoor Terug
Cheerio! 2: Aan de slag
Deel twee van de zeventiendelige serie 'Cheerio!' over Nederland tijdens de wederopbouw.
In deze aflevering: het bombardement op de Walcherse dijken in het najaar van 1944 en de anderhalf jaar die daarop volgden en waarin het eiland werd heroverd op de zee.
Toen Antwerpen in september '44 werd veroverd, hadden de geallieerden een grote aanvoerhaven vlakbij het front. Er was echter nog één probleem: de schepen konden Antwerpen niet bereiken omdat de Duitsers Walcheren bezet hielden en zo de Scheldemonding in hun macht hadden. Het geallieerde opperbevel besloot om Walcheren op te offeren voor de bevrijding van de rest van Europa. Op 2 oktober gooiden vliegtuigen pamfletten uit, waarin de bevolking werd aangeraden om te evacueren. Maar nog voor de meesten daartoe kans zagen, vielen op 3 oktober al 700.000 kilo bommen op de dijk bij Westkapelle en op het dorp zelf.
Interviews met o.a.:
- de schrijver A. den Doolaard, destijds verbindingsofficier op Walcheren;
- W. Metzelaar, ingenieur van Rijkswaterstaat;
- A. Slager, een arbeider die toen aan de Walcherse dijken werkte.
Inleidende teksten:
TEKST 1 Werken, dat willen de dijkwerkers van Westkapelle die het bombardement op hun dijk en hun dorp hebben overleefd. Werken om het gat in hun dijk te dichten. En ook in die drie andere gaten, die het eiland tot een grote binnenzee hebben gemaakt. Maar er is - ook nadat de Duitsers begin november 1944 zijn afgedropen - geen materiaal en er zijn amper mensen. Het zal dan ook tot februari 1946 duren eer het laatste gat gedicht is. Walcheren, ooit "de tuin van Zeeland" genoemd, wordt in die tijd tot het symbool van de wederopbouw in Nederland. Walcheren spreekt tot de verbeelding, omdat hier Nederland weer eens ten strijde trekt tegen de aartsvijand, de zee. Journalisten en schrijvers ruiken het verhaal: met lyrische beschrijvingen en van ruige werkers bij nacht en ontij, van stoere helden en stille idealisten, brengen zij Walcheren in beeld. Een beeld dat ook zo de geschiedenis ingaat. Niet in het minst door de schrijver wiens naam meer dan van wie ook verbonden is met de strijd om Walcheren: A. den Doolaard, bekend als stem van Radio Oranje, nu Verbindingsofficier op Walcheren en later auteur van de roman 'Het verjaagde water'. Om te beginnen zijn herinneringen aan die chaotische, avontuurlijke tijd op dat ondergelopen Zeeuwse eiland.
TEKST 2 "Chantage". Het woord is gevallen. In Vrij Nederland schrijft Ed Hoornik over de erbarmelijke omstandigheden waaronder de arbeiders op Walcheren moeten leven. En...over stakingsdreigingen op cruciale momenten bij de sluitingen: "eerst extra kleding en tabak, anders stoppen we".... Den Doolaard maakt zich er kwaad over, maar kan het niet helemaal ontkennen. Volgens hem waren het incidenten, zoals er wel meer waren, toen.
TEKST 3 Ruige bonken met een klein, godsvruchtig hartje. Zo zag Den Doolaard de werkers op Walcheren. Zo schilderde hij ze in z'n lyrische radio—praatjes, over bijvoorbeeld de tweede doorbraak van de Nolledijk in het najaar van 1945.
TEKST 4 En toch kun je van die ruige aannemers,zoals Kobus Kalis, verwachten dat ze proberen de kluit te belazeren. Had Den Doolaard hem niet zélf in zijn boek tot de hoofdingenieur van Rijkswaterstaat laten zeggen: "Pas op! Ik belazer je waar je bijstaat!" Achteraf zegt Den Doolaard dat Kobus dat misschien wel heeft gewild, maar het is hem niet gelukt:
TEKST 5 De heer W. Metzelaar, die na mei '45 voor Rijkswaterstaat de zorg voor de bevoorrading, de voorlichting én de ontspanning van de arbeiders op zich heeft, valt Den Doolaard bij:
TEKST 6 Toch blijft het vreemd dat duizenden arbeiders vlak na de oorlog afreizen naar Walcheren om daar in modder en kou zwaar werk te doen, twee weken niet naar huis te kunnen en te leven in tochtige keten.... Is dat alleen maar voor het extra rantsoen eten dat ze er krijgen, of die paar extra sigaretten? Of heerste er dan in Nederland écht dat idealistische gevoel van: "wij brengen met z'n allen dit land er weer bovenop, te beginnen met Walcheren..." Den Doolaard heeft in die dagen nog een andere drijfveer ontdekt; een verborgen, seksuele drijfveer...
TEKST 7 Tot zover de herinneringen van twee mannen die zélf slechts zelden een schop of basaltsteen in hun handen hadden en die zeker de nacht niet doorbrachten in een smerige werkkeet. Herinneren de arbeiders van toen zich nog waarom ze naar Walcheren trokken? In het najaar van '45 hebben de landarbeiders op het eiland Tholen geen werk bij de boeren, want ook hun eiland heeft (dankzij de Duitsers) onder water gestaan. De sloten zijn er dichtgeslibd en die mogen zij weer opnieuw graven. Zwaar en slecht betaald werk, zo herinnert Toon Slager zich.
TEKST 8 Kortom: Kobus Kalis en zijn collega-aannemers hebben wel degelijk kans gezien om al meteen na de bevrijding daar op Walcheren de gemeenschap behoorlijk op te lichten. Niet door het werk te saboteren, maar simpelweg door de onkosten veel hoger te maken dan ze in werkelijkheid waren. De aannemers kregen gegarandeerd 10% van alle kosten, dus ook van kosten die niet gemaakt hadden hoeven te worden. En de arbeiders profiteerden deze keer mee. Niet dat dat hen het niet toekwam. Want zij waren het tenslotte die maandenlang als beesten moesten leven.
TEKST 9 Op 22 februari 1946 wordt het laatste dijkgat gesloten. Heel Nederland heeft meegeleefd met het verdronken eiland; er zijn collectes gehouden met zingende Zeeuwen in de grote steden en duizenden hebben een rijksdaalder geschonken voor een boom op het kale eiland. In 1947 komt bijna de hele koninklijke familie de eerste bomen planten op Walcheren. In hetzelfde jaar maakt de VARA een documentaire in het droge, maar nog amper herstelde Westkapelle. Verslaggever Jan de Troye interviewt er de vrouw van een dijkwerker en de voorzitter van de dijkwerkersvereniging.
TEKST 10 Tweehonderd doden vielen er in het dorp toen de dijk bij Westkapelle in '44 werd gebombardeerd. Amper drie jaar later zegt een dijkwerker: "Onze vrees is dat de nieuwe dijken niet meer zo vlug stukgeslagen zullen worden....De nood zal ons dwingen met bloedend hart afscheid te nemen van onze dijk".... Zo’n tekst zou zelfs Den Doolaard niet hebben kunnen verzinnen. Maar ze drukt je wel weer op de vraag, wat die mensen bezielde: ging en gaat het toch om de verlokkingen van de zee of gaat het doodgewoon om het geld? Of zou het een combinatie zijn?