Het Spoor Terug
De afrekening 7: De Zuiveringen bij het leger
Zevende deel van een serie van elf documentaires over de afrekening met vermeende en daadwerkelijke collaborateurs na de Tweede Wereldoorlog.
Centraal staan de zuiveringen in het leger, krijgsgevangenschap, behandeling van NSB-militairen, ontsnappingspogingen, erewoordverklaringen aan de bezetter en de berechting van militairen.
Aan het woord komen de oud-militairen Leo de Hartog, A.V. de Wall Bake en Schepers, en J. van Andel, oud-secretaris van de Commissie Verantwoording Krijgsgevangenen Officieren (CVKO).
Geïllustreerd met een geluidsfragment uit een toespraak (in het Duits) van Rijkscommissaris A. Seyss Inquart en een fragment uit een liedje van soldatencabaret op Radio Oranje.
Beschrijving
0'00" Aankondiging door omroeper van dienst Cor Galis. Programmatune inclusief quote. Geluidsfragment (in het Duits) uit een toespraak van Rijkscommissaris A. Seyss Inquart over de vrijlating van krijgsgevangen Nederlandse militairen. Inleiding door presentator over de unieke vrijlating van Nederlandse krijgsgevangenen door de Duitsers op voorwaarde dat ze een erewoordverklaring ondertekenden. Pres. introduceert Leo de Hartog, toenmalig cadet aan de Koninklijke Militaire Academie (KMA), nu kolonel b.d.
na 5'23" Leo de Hartog leest de erewoordverklaring voor en zegt dat deze verklaring te ver ging, zodat hij de verklaring na vele twijfels niet ondertekende. Pres. met tekst over de wegvoering van de weigeraars naar kasteel Colditz in Duitsland. Het merendeel tekende na het advies van de uitgedunde legertop om dit te doen. Pres. introduceert A.V. van de Wall Bake, toenmalig kapitein, later chef-staf.
na 8'43" Van de Wall Bake zegt nog steeds beschaamd te zijn over het tekenen van de verklaring. Pres. met tekst over de oproep in mei 1942 aan alle officieren om zich te melden voor controle.
na 11'35" Van de Wall Bake spreekt over de gevangenneming en wegvoering van de officieren naar Duitsland. Hij zegt opgelucht te zijn dat hij door deze actie van de Duitsers af was van de erewoordverklaring. Van de Wall Bake vertelt enthousiast over de vele muzikale en cabaret- activiteiten die werden georganiseerd.
na 15'55" Geluidsfragment uit een liedje van zingende soldaten op Radio Oranje.
na 17'19" Leo de Hartog spreekt over de mishandeling van NSB-militairen. "Nou, ik vond het schandalig, werkelijk waar." Pres. introduceert Schepers, toenmalig kapitein van de Generale Staf.
na 19'07" Schepers vertelt over de ontvluchtingspogingen en de voorbereidingen erop. Pres. met tekst over de tegenstand tegen ontsnappingspogingen.
na 22'20" Van de Wall Bake spreekt over de voornamelijk oudere officieren die tegen ontsnapping waren. Sommigen veranderden de plannen onder druk of door omkoping. Het groepje dat de ontsnappingen leidde werd overgeplaatst. Van de Wall Bake zegt dat als de identiteit van de verrader vast had gestaan deze geliquideerd zou zijn in het kamp.
na 27'36" Schepers vindt het verraad van Van de Bosch een geweldige stommiteit, hoewel Schepers die ontsnappingen in het najaar van 1944 ook onzin vond. Pres. met tekst over kapitein van de Generale Staf Uiterschout die in 1942 wilde dat Nederlandse officieren opnieuw vrijgelaten zouden worden na ondertekening van een verklaring. Van de Wall Bake ventileert zijn negatieve opinie over Uiterschout. Pres. met tekst over de terugkeer van Uiterschout en zijn volgelingen naar Nederland. De Colditzers werden in de zomer van 1943 overgeplaatst naar het kamp Stanislau.
na 32'55" Leo de Hartog vertelt over de gevolgen van de actie van Uiterschout. Er ontstond verdeeldheid, militairen die vluchtten kregen lijsten mee met namen van Uiterschoutianen. Schepers vertelt over zijn aankomst in het kamp Stanislau en de verziekte sfeer tussen meelopers van Uiterschout en de andere militairen.
na 38'02" Muziek. Korte stilte. Pres. introduceert toenmalig advocaat, reserveadjudant en secretaris van de Commissie Verantwoording Krijgsgevangen Officieren Jan van Andel.
na 40'09" Van Andel vertelt over zijn opname in de commissie en de beoordeling van het gedrag van de officieren in krijgsgevangenschap. De commissie had het druk door de vele brieven van militairen en de haast die ermee gemoeid was, omdat het Nederlandse leger niet meer bestond. Pres. met tekst over een gewone ruzie en de tuchtrechterlijke gevolgen ervan. Een acteur leest een brief en de veroordeling voor.
na 47'04" Jan van Andel vertelt over de zitting van de commissie en de criteria die werden gebruikt bij veroordelingen. Pres. met tekst over de arbeidsdienst en de commandant ervan die ontslag neemt als de dienst te nationaalsocialistisch wordt. Hij wordt na de oorlog uit het leger ontslagen. De commissie onderzoekt het gedrag van 2300 beroepsofficieren, 325 (14 %) worden voorgedragen voor ontslag. Van Andel relativeert dit percentage met de opmerking dat de Commissie Verantwoording Krijgsgevangen Officieren geen zuiveringscommissie was. Hij geeft toe dat de procedure inderdaad niet zo netjes was: het ging er eigenlijk om uit te zoeken wie er naar Indonesië kon om te vechten. De Militaire Commissie van Advies (opvolger CVKO) deelde mildere straffen uit.
na 54'38" Muziek. Afsluiting door pres. Muziek. Afkondiging door omroeper van dienst Cor Galis. VPRO-tune.
Inleidende teksten
INLEIDING
Als op 14 mei 1940 het Nederlandse leger capituleert, slagen slechts 63 van de ruim 2000 officieren erin en uit te wijken naar Engeland. De rest van het leger komt in Duitse krijgsgevangenschap. Maar niet voor lang. Al na een paar weken besluiten de Duitsers om de Nederlandse militairen de kans te geven om een 'erewoordverklaring' te tekenen. Wie dat doet krijgt zijn vrijheid terug; die kan naar huis. En dat is - u hoorde er Seyss Inquart in een radiotoespraak een paar jaar later nog eens op wijzen - uniek. Er is immers geen land behalve Nederland, waar de Duitsers zo royaal vrijwel de hele krijgsmacht de kans geven om terug naar huis te gaan. Naast 12.400 onderofficieren en manschappen, geven ook tweeduizend officieren hun erewoord. Slechts 69 weigeren. Over die Nederlandse officieren in de oorlog en tijdens de zuiveringen daarna, gaat deze 7e aflevering van onze serie over 'de afrekening'. Een van de 69 mannen, die weigert z'n erewoord te geven, is Leo de Hartog. Op dat moment kadet aan de KMA in Breda en nu kolonel b.d.. Op de vraag waarom hij niet tekende, leest hij de verklaring voor waaronder hij z'n handtekening toen moest zetten:
tekst 2
De Hartog tekent dus niet en wordt in juni 1940 afgevoerd naar Duitsland. Na wat omzwervingen belandt zijn groep in het kasteel Colditz. Ze zullen daar ook verder als 'Colditz-groep' door het leven gaan. Waarom tekent het gros der officieren wèl? Er zijn later nogal wat argumenten aangevoerd in de vaak felle discussies. Zeker is dat - nadat de Duitsers de generaals Winkelman en Van Voorst tot Voorst snel na de capitulatie hebben afgevoerd - de dan gehavende legertop een advies geeft dat voor velen doorslaggevend is: tekenen. Een van hen is de latere chef-staf A. van de Wall Bake, dan nog een jonge genie-kapitein.
tekst 3
Twee jaar loopt Van de Wall Bake — intussen werkzaam bij Rijkswaterstaat — met wroeging rond. Dan — het is mei 1942 — wordt hij samen met alle andere officieren opgeroepen om voor een controle naar de kazerne terug te keren. Dat is al eens eerder gebeurd. Maar deze keer vertrouwt hij het niet.
tekst 4
Van de Wall Bake springt voor aankomst in het krijgsgevangenkamp uit de trein, maar wordt snel weer opgepakt en in het kamp afgeleverd. Naast ontvluchtingspogingen houden de gevangenen zich daar met allerlei andere activiteiten bezig.
tekst 5
Dit waren ook zingende soldaten, het cabaret van Radio Oranje in Londen. In het krijgsgevangenkamp gaat het er overigens niet altijd zo gezellig aan toe, herinnert de Hartog zich. tekst 6
Anderen moeten aanmerkelijk meer moeite doen om weg te komen. De kapitein van de generale staf Schepers heeft daar goed zicht op. Hij is al in de herfst van 1940 naar Duitsland gevoerd, misschien omdat de Duitsers hem verantwoordelijk achtten voor het wegvoeren naar Engeland van hun in de meidagen gevangen genomen parachutisten.
tekst 7
De betrokkene zou dat zeer onterecht hebben gevonden. Eind oktober 1944 motiveert hij tegenover de Duitse officier zijn gedrag met de volgende woorden. "Ik ben geen verrader, maar de oorlog is in twee maanden afgelopen. Vluchten is nu onzin, laten de stommelingen met ons naar huis gaan en in Indië gaan vechten. Ik zou het jammer vinden als er nu nog slachtoffers vielen." Hoe kijkt Schepers tegen deze geruchtmakende affaire aan?
tekst 8
Meer commotie nog, tot slaande ruzies toe veroorzaakt het optreden van een kapitein van de generale staf die in 1942 wil bereiken dat de Duitsers de Nederlandse officieren opnieuw zullen laten gaan. Van de Wall Bake is een van zijn vele felle tegenstanders.
Tekst 9
De affaire is echter nog láng niet afgelopen. Zo circuleert er na het vertrek van Uyterschout en z'n groep in het kamp een afschrift van een verklaring, waarmee hij de Duitsers er toe gebracht zou hebben om hem - eind 1942 - naar Nederland te laten terugkeren. In dat pamflet wordt onder meer de plicht erkend om aan de bezetter gehoorzaam te zijn en loyaal mee te werken aan "de opbouw en uitbouw van het maatschappelijk leven tijdens het zich voltrekken van de wereld-revolutie, waarbij de ordening van de samenleving op elk gebied haastig wordt doorgevoerd". Ook de in de zomer van 1943 naar het kamp Stanislau overgeplaatst Colditzers horen van de zaak. De Hartog:
tekst 10
Uiteindelijk lukt het één officier om begin 1944 te ontvluchten en Engeland te bereiken, waar hij de affaire meldt aan het Bureau Zuivering van de Nederlandse regering. Het is een Colditzer, die in Londen meldt, dat ten tijde van zijn aankomst in Stanislau van de actie van Uyterschout niets meer te merken was, maar dat er wel meerdere officieren "aangewezen en/of besproken" werden als Uyterschoutianen, hetgeen dan een begrip vertegenwoordigde dat min of meer dat van collaborateur dekte. Ook Schepers wordt bij zijn aankomst in Stanislau geconfronteerd met zo'n besmette collega.
tekst 11
Er wordt - onofficieel - dus in het naoorlogse leger afgerekend met officieren, die in krijgsgevangenschap 'zwak' zijn geweest. Maar er wordt ook officieel afgerekend. De oorlog is nog maar een paar dagen beëindigd als de Haagse advocaat en reserve-luitenant mr. Jan van Andel bezoek krijgt op zijn kantoor:
tekst 12
Er gaan in die eerste na-oorlogse maanden niet alleen allerlei brieven van oud-krijgsgevangenen over de houding van hun mede-officieren in het kamp naar de commissie, Van Andel krijgt ook stapels papier op zijn bureau, die afkomstig zijn uit de krijgsgevangenkampen. Want daar functioneerden allerlei tucht- en onderzoekscommissies,die zich ook vaak moesten bezighouden met tot enorme proporties opgeblazen futiliteiten, zoals het wegnemen van een blikje Nescafe of het stelen van een lunchpakket. Een fraai voorbeeld is de zaak die zich in januari '45 afspeelt in barak 17a en waarbij de al wat oudere ritmeester Van E. is betrokken. Hij slaapt in dezelfde krib als luitenant Van D. Ze hebben samen de beschikking over een derde krib om hun bagage in op te bergen. Maar de ritmeester wil de bagage-krib alleen. De luitenant klaagt bij de barak-commandant en krijgt gelijk: de ritmeester moet een plaatsje inruimen. Voor de tuchtcommissie verklaart de luitenant: (citaat 1) De CVKO oordeelt de ritmeester op grond van zijn gedrag in krijgsgevangenschap 'niet geschikt'. Een jaar later dient de zaak in beroep . Ook daar wordt geadviseerd om de ritmeester voor te dragen voor ontslag. Een citaat uit uit de overwegingen: (citaat 2)
tekst 13
Die Nederlandse Arbeidsdienst wordt opgericht in 1941 als opvolger van de Opbouwdienst, die al meteen na de demobilisatie is ingesteld om de duizenden militairen die niet meteen ergens aan de slag kunnen, aan het werk te houden. Ze moeten op plaatsen, die getroffen zijn door de oorlogshandelingen helpen met opruim- en opbouwwerk. Commandant van de beide organisaties is majoor Breunesse, bekend als marsleider van de Nijmeegse Vierdaagse. Als de Arbeidsdienst teveel in nationaalsocialistische richting koerst (ook de Hitler-groet wordt verplicht) neemt hij ontslag. Desalniettemin wordt hij nadat zijn zaak voor de CVKO is geweest, ontslagen uit militaire dienst. Zijn opvolger, de overste De Bock die nog langer met de Duitsers bleef samenwerken, wordt eveneens ontslagen waarbij hem ook z'n pensioen wordt afgepakt. Breunesse is woedend over zijn wegzuivering. Letterlijk zegt hij: "Ik noem het optreden van de CVKO laaghartig. Naar mijn mening moet het Nederlandse volk beschermd worden tegen dergelijke commissies". Het resultaat van anderhalf jaar arbeid van de Commissie, waarvan Van Andel secretaris is, is, dat van de bijna 2300 beroepsofficieren wier houding onderzocht wordt, er 325 worden voorgedragen voor ontslag uit militaire dienst. Dat is 14% van het officierskorps.
tekst 14 ( slot)
De MCA, de Militaire Commissie van Advies, die de CVKO opvolgt is milder in haar oordeel. Een aantal ontslagen wordt ongedaan gemaakt of veranderd in lichtere straffen zoals uitstel van bevordering en uitzending naar India. Omdat de MCA ook de reserve-officieren beoordeeld, vloeit uit haar adviezen toch het ontslag voor van in totaal 692 officieren van leger en marine. Onder hen bevinden zich circa 100 beroepsofficieren.