Ronflonflon
Aflevering 292
Gasten; - Bas van Putten (telefoon), muziekredacteur van het Parool, gast voor de rubrieken wie zullen we nu eens bellen en wat aten zij. - Theo van Gogh (telefoon), filmmaker, gast voor de rubriek Theo van Gogh voor en na. - Rob Malasch (telefoon), regisseur, gast voor de rubriek de krant van gisteren. - Don Duyns (telefoon), toneelschrijver en regisseur, gast voor de rubriek theaterpraat. Met onder meer en onder andere: 00:00 De uitzending begint met de tune van Hilversum 1. ‘Dit is helemaal geen Hilversum 1, dit is Radio 3. En waarom worden we geplaagd met zo’n extra lange STER. We worden zeker te populair!’, fulmineert Jacques Plafond. Want het schijnt dat hoe hoger de luisterdichtheid, hoe langer de STER. Dat is enerzijds een compliment, maar anderzijds wordt het programma korter. Er komt geen tijd bij, want ‘een uur heeft maar 60 minuten, heb ik wel eens ergens gelezen’. 00: 30 Jingle wat is er op de radio gevolgd door Ronflonflontune. 02:20 Fabian - Tiger 04:35 Jingle nieuwe platen vliegen om mijn oren: Lou Reed & John Cale - Hello it’s Me (’eerst allemaal onzinlawaaimuziek gemaakt, nu opeens het betere genre op hun ouwe dag’, ‘pretentieuze kutmuziek’). 07:45 Jingle de krant van gisteren. Jacques Plafond heeft alleen maar de krant van vandaag, daar heeft hij niet zo veel aan. 08:00 Jingle wie zullen we eens bellen: Jacques Plafond probeert bij het Parool Rob Malasch te bereiken. Dat lukt niet. In plaats van hem, krijgt hij Bas van Putten aan de telefoon. Jacques Plafond begint dan maar een gesprek met hem over zijn werkzaamheden als muziekredacteur. 11:40 Jingle wat aten zij: Jacques Plafond vraagt meteen ook maar voor zijn rubriek wat Bas van Putten gisteravond heeft gegeten. Helaas weet Bas van Putten dat niet meer. 12:20 Jingle oude koeden: Van Morrison - Full Force Gale. 15:40 Jingle de krant van gisteren gevolgd door de jingle wie zullen we nu eens bellen. Jacques Plafond probeert opnieuw Rob Malasch te bereiken. Hij krijgt weer Bas van Putten aan de lijn. 19:25 Ernst Reijseger (cello), Georg Graewe (piano), Gerry Hemmingway (percussie) - Alien Corn III (’Fijn hè dat er voor zulke muziek aandacht is op de radio. Hier hebben ze bij Veronica nog nooit van gehoord. En nu Lex Harding weer terug komt daar, zit het er ook niet in dat er ooit belangstelling voor dit soort prachtige uitingen zal bestaan.’). 22:50 Jingle uw briefkaart. 23:10 Jingle Wilhelmina Kuttje kort. Wilhelmina Kuttje jr. komt binnenzetten en vraagt zich af of zij vandaag aan de beurt is. Ze doet het optreden bij Ronflonflon om en om met Jacqueline van Benthem (teneinde opvlamming van hun brouillage te voorkomen), maar omdat Wilhelmina Kuttje jr. verleden week niet naar het programma heeft geluisterd, weet ze niet of Jacqueline van Benthem toen een liedje heeft gedaan. Jan Vos komt binnen zetten en hoopt dat hij precies op het goed moment komt. Want hij heeft er een bloedhekel aan dat er, voordat er begonnen wordt, een heleboel gezeik en geharrewar aan vooraf gaat. Hij roept: Ik zit klaar, Wil. Begin maar.’ Wilhelmina Kuttje jr. kondigt het gedicht ‘Klaarstomen’ aan uit de bundel ‘Wasgoed’. Omdat Jan Vos een paar keer verkeerd invalt, begint Wilhelmina Kuttje jr. tegen hem uit te varen. Jan Vos denkt dat de woedeaanval het gedicht is en begeleidt die met pianomuziek. Jacques Plafond probeert Jan Vos te vertellen dat het gedicht nog moet komen, maar dat dringt niet tot hem door. Etna Vesuvia complimenteert Wilhelmina Kuttje jr. met het te gek goede gedicht. Wilhelmina Kuttje jr. loopt kwaad weg. 28:00 Jingle kloteplaat Emile: Billy Idol - LA Woman. 31:45 Jingle eet smakelijk. 31:50 Jingle Theo van Gogh voor: Theo van Gogh verzamelt nieuwtjes over Amerika en bericht die voor de VPRO. 35:05 Jingle Theo van Gogh na. 35:45 Jingle platenkeuze van Jaap Knasterhuis: Jaap Knasterhuis - O Corinola. 40:05 Jingle de krant van gisteren gevolgd door de jingle wie zullen we nu eens bellen: Eindelijk krijgt Jacques Plafond Rob Malasch aan de telefoon. Ze praten over zijn theaterstuk ‘Dionysos in 90′, dat in de pers is neergesabeld. 45:40 Jingle Nederlands fabricaat: Urban Dance Squad - No Kid. 47:20 Jingle theaterpraat gevolgd door de jingle wie zullen we nu eens bellen: Jacques Plafond in gesprek met Don Duyns over zijn eerste theaterstuk ‘De ziekte die muzak heet’. 51:33 Einde uitzending Opmerkingen - Wilhelmina Kuttje vraagt zich af of zij deze week aan de beurt is met een gedicht. Wilhelmina Kuttje jr.: ‘O ja, ben ik wel goed?’ Jacques Plafond: ‘Of je wel goed bent, Wil.’ Wilhelmina Kuttje jr.: ‘Wel goed hier ben.’ Jacques Plafond: ‘Bij je hoofd bedoel je?’ Wilhelmina Kuttje jr.: ‘Hoofd? Nee ik bedoel hier goed, daar.’ Jacques Plafond: ‘Jezusmina.’ Wilhelmina Kuttje jr.: ‘Gaan we meteen weer vloeken.’ Jacques Plafond: ‘O ja, leuk. Begin jij maar.’ Wilhelmina Kuttje jr.: ‘Godverdorie, Jacques.’ Jacques Plafond: ‘Heel goed, Wil. Godskolere. Wilhelmina Kuttje jr.: ‘Ik vraag joe gewoon of ik wel goed ben hier, nu. Of ik vandaag wel moet optreden.’ - Wilhelmina Kuttje vindt dat Jacques Plafond haar wel eens met meer enthousiasme mag aankondigen. Wilhelmina Kuttje jr.: ‘Jacques, waarom zeg joe nou gewoon niet even tegen mij: Ha fijn luisteraars, daar is onze Wilhelmina Kuttje jr. met twee t weer, en wat leuk fijn en aardig en belangrijk en zo is het voor ons, dat zij wil voordragen uit het werk van haar grootmoeder. Ga je gang, Wil.’ Jacques Plafond: ‘Ha fijn luisteraars, daar is onze Wilhelmina Kuttje jr. met twee t weer, en wat leuk fijn en aardig en belangrijk en zo is het voor ons dat zij wil voordragen uit het werk van haar grootmoeder. Ga je gang, Wil.’ Wilhelmina Kuttje jr.: ‘Hoe kan joe dat nou zeggen. Jan Vos is er toch nog niet!’ - Jan Vos wil meteen beginnen met de voordracht van het gedicht van Wilhelmina Kuttje: ‘Waarom eerst dat gepraat, waar joe niks wijzer van wordt. Wordt het gedicht er soms beter van als men er eerst lang en breed over gaat lullen. Gaat niet het hele effect weg. Een gedicht moet het hebben van een directe confrontatie, zonder enige inleiding, pats boem. Kijk, want dat is het wezen van de dichtkunst, dat men die kan verstaan zonder er een bal van te snappen. O ja, ik weet ook wel dat er van die verzen zijn met een cerebrale inslag. Ook veel verzen van Wil Kuttje sr. hebben trouwens toch ook iets dat niet alleen het gevoel, maar ook het verstand prikkelen. Luister bijvoorbeeld eens naar het nu volgende gedicht uit 1938, luisteraars. Ik zit klaar. Wil, begin maar.’ Beluister Ronflonflon van 9 mei 1990: