Het Spoor Terug
De Duitse inval 1: de slag om de De Grebbeberg
Eén dag nadat de Duitse troepen de Nederlandse neutraliteit hebben geschonden, opent hun artillerie vanuit Wageningen het vuur op de Grebbeberg. De slag om het hart van Nederland is begonnen. Met interviews met o.a. Luitenant Dees, commandant van het 8e regiment artillerie, dienstplichtig soldaat Jagtenberg, sergeant Kramers, dienstplichtig soldaat Teun Oordt, dienstplichtig soldaat Vinke en marechaussee Teun Oordt, die op deserterende soldaten moest schieten.
---
Presentatieteksten van Duitse Inval 1:
Tekst 1:
Op 10 mei 1940 om kwart over twee 's morgens overschrijden de eerste Duitse troepen de Nederlandse grens. Twee grote Duitse legers trekken vrijwel ongehinderd op tot aan de IJssel. Daar wordt op enkele plaatsen weerstand geboden, maar veel heeft het niet om het lijf. Als de Duitsers de IJssel eenmaal over zijn, ligt de weg naar de Grebbelinie open. Langs de Utrechtse heuvelrug, tussen IJsselmeer en Rijn, ligt hier de eerste verdedigingslinie. Nog diezelfde dag maken de Duitse legers zich bij Wageningen op voor de strijd. Luitenant Dees, commandant van het 8e regiment artillerie heeft een paar kanonnen uit 1870 onder zijn hoede. Hij vertelt hoe hij zich voorbereidde op de oorlog.
Tekst 2
In de nacht van vrijdag op zaterdag openen vijf afdelingen Duitse artillerie vanuit Wageningen de aanval op de Grebbeberg. Aan de voet van de berg vormen de zogenaamde voorposten de eerste Nederlandse verdedigingslijn. Over een lengte van drie kilometer staan hier twee infanteriecompagnieën opgesteld, ondersteund door een mitrailleurcompagnie en vier oude kanonnen. De voorposten worden niet beschermd door een onderwaterzetting, zoals in het overige deel van de Grebbelinie. Het gemaal, dat voor de inundatie had moeten zorgen, is in mei 1940 nog in aanbouw. In de mitrailleurscompagnie bevindt zich dienstplichtig soldaat Jagtenberg. Zijn compagnie heeft de eerste dag een paar Duitse Jagers neergeschoten, en is daarom hoopvol gestemd. Ze gaan er vanuit dat ze zeker drie weken stand zullen houden, waarna de troepen afgelost zullen worden.
Tekst 3
Sergeant Kramers wordt op zaterdagmorgen 11 mei voor het eerst van zijn leven geconfronteerd met artillerievuur. Hij schrikt zich een ongeluk als de vijandelijke granaten inslaan. Hij houdt zich gedeisd in zijn loopgraaf, want als commandant van een mitrailleursnest moest hij wachten tot hij de vijand in zicht krijgt.
Tekst 4
Soldaat Jagtenberg wordt na zijn gevangenneming door de Duitsers als een levend schild gebruikt bij de bestorming van de Grebbeberg. Hij krijgt een granaatscherf door zijn knie, en blijft gewond in een sloot achter.
Tekst 5
In de vroege avonduren van zaterdag 11 mei hebben de voorposten feitelijk opgehouden te bestaan. Minder dan de helft van de manschappen heeft zich achter de Grebbeberg kunnen terugtrekken, de rest is gevangen genomen of gesneuveld. Generaal Herberts, bevelhebber van het Tweede Legercorps dat de Grebbelinie verdedigt, onderschat de Duitse troepensterkte en wijt het verlies uitsluitend aan de laffe houding van de Nederlandse soldaten. Om de schrik er goed in te jagen wil hij gevallen van desertie zo snel mogelijk door een krijgsraad te velde laten berechten. Tegelijkertijd laat hij een detachement marechaussee naar zijn commandopost in Doorn komen. Daaronder bevindt zich Teun Oordt, die vanuit Aalten ternauwernood de oprukkende Duitsers heeft kunnen ontvluchten.
Tekst 6
Terwijl de eerste Nederlandse soldaten al gevangen genomen zijn, hebben anderen nog geen Duitser gezien. Soldaat Vinke ligt met zijn 16e mitrailleur compagnie in een loopgraaf op de Grebbeberg. In de zogenaamde stoplijn, de laatste verdedigingsstelling. Hij zelf hoeft nog niet echt in actie te komen.
Tekst 7
Voor de 16e mitrailleurcompagnie begint het op 1e Pinksterdag pas goed. Generaal Harberts, de commandant van het Tweede Legerkorps, heeft op grond van gebrekkige informatie een zwaar vertekend beeld van de sterkte van de Duitse troepen. Er moet nu maar eens een tegenaanval ondernomen worden, vindt hij. De voormalige KNIL-militair Majoor Jacometti, commandant van het tweede bataljon wordt uitverkoren om de tegenaanval te leiden. Sergeant Kramers behoort tot de groep van ongeveer zestig man die de tegenaanval moet uitvoeren.
Tekst 8
De artilleriebombardementen hebben hun uitwerking niet gemist. In zijn loopgraaf boven op de Grebbeberg heeft soldaat Vinke tot maandag 2e Pinksterdag nog geen schot gelost, maar door het artillerievuur zijn al de nodige soldaten omgekomen. De overlevenden zijn murw gemaakt.
Tekst 9
Ook Luitenant Dees heeft met zijn sterk verouderde kanonnen nog niets uit kunnen richten. Hij wordt geacht de vijandelijke bewegingen op de Rijn in de gaten te houden.
Tekst 10
Luitenant Dees heeft zijn manschappen met moeite de stellingen opgekregen. Als de zogenaamde stoplijn bovenop de berg door de Duitsers wordt doorbroken, slaan honderden soldaten in wilde paniek op de vlucht. Generaal Harberts wil dan nog steeds niet erkennen dat dat het gevolg is van de Duitse suprematie in materieel en mankracht. In een uiterste poging om de desertie te stoppen stuurt hij de marechaussee, inclusief Teun Gordt, naar de Grebbeberg in hun functie van legerpolitie.
Tekst 11
Zeker vijftien Nederlandse soldaten sneuvelen door kogels van de marechaussee. De volgende dag zit Dees nog steeds werkloos achter zijn kanon. Het moreel van zijn manschappen is tot het nulpunt gedaald.
Tekst 12
Maandag 13 mei, tweede Pinksterdag, bezwijken de laatste verdedigingslinies van de Grebbeberg. Marechaussee Gordt is één van de weinigen die zich die ochtend nog op zijn post aan de voet van de Grebbeberg bevindt.