Zaken van de Ziel
Afl.5: Adri van Montfoort deel 2
uitzend datum 03-11-92uitzend tijd 11.00gemaakt door
trefwoorden Montfoort,A.v.
PedagoogNIZW
Triangel,de
Bolderkaraffaire
bandnummer
gasten
instelling Vrije Universiteit A'dam naam A.J. drs.v. Montfoort
gemaakt door
kaart 8395gewijzigd op 03-11-92
- - - - - - - - - - - - - - NOTITIEBLOKTweede deel van een gesprek van Ischa Meijer met mr.drs. Adri van Montfoort in de serie Zaken van de Ziel, Een rondgang door de wondere wereld van het Welzijn.
Zie voor verdere informatie deel 1, dd. 27 oktober1992.
Adri van Montfoort, deel 2 (slot)
Tijdsduur annotatie Avail: 050'31"
Beschrijving Laatste aflevering van een tweetal vraaggesprekken met jurist
en pedagoog Adri van Montfoort. Van Montfoort gaat in op de
taken en bevoegdheden die de jeugdhulpverleningsinstanties in
Nederland volgens hem zouden moeten hebben; hoe politie,
justitie, de Raden voor de Kinderbescherming en
vertrouwensartsen moeten samenwerken om kinderen optimaal te
kunnen beschermen tegen mishandeling en seksueel misbruik.
Van Montfoort vertelt welke rol hy speelde by de
'Bolderkaraffaire',
wat er mis is gegaan en hoe deze zaak aangepakt had moeten
worden. Adri van Montfoort is momenteel verbonden aan het
Nederlands Instutuut voor Zorg en Welzyn, het NIZW. Hy
vertelt een en ander over het onderzoek dat hy verricht.
00:01:00
Programmatune.
00:01:32
Ischa Meijer vat kort de conclusie van het vorige gesprek
samen.
"We hebben vorige keer begrepen van u dat de Raden voor de
kinderbescherming kunnen worden afgeschaft. Daarvoor in de
plaats zou een ander stelsel kunnen komen. Wilt u in het kort
zeggen hoe dat stelsel eruit moet zien".
00:01:48
Adri van Montfoort vindt het vreemd dat de Raad (voor de
kinder-
bescherming) onder Justitie ressorteert, waardoor een aantal
aspecten op het gebied van rechtspositie goed geregeld is.
Aan de andere kant is er een grote kloof wat er bij justitie
gebeurt en bij de jeugdhulpverlening
en de jeugdgezondheidszorg. Er is hier helemaal niks
geregeld. Vertrouwensartsen bemoeien zich met gezinnen zonder
dat er enige juridische basis is. Zij kunnen dossiers
aanleggen over mensen zonder dat die mensenrecht hebben om in
dat dossier te kijken. Hij zou willen zien dat de krachten
gebundeld worden. De Raad bemoeit zich met heel veel
verschillende dingen. Niet alleen met meldingen van
mishandeling enz. maar speelt ook een rol bij echtscheidingen
en omgangsregelingen. De Raad krijgt daar geen goede naam
door. Van Montfoort voorziet ontwikkelingen op het gebied van
multifunctionele organisaties in de jeugdhulpverlening. Van
Montfoort bepleit het oprichten van meer instituten als het
Instituut voor klinische gezingsbehandeling, De Triangel in
Amsterdam waar hij als jeugdhulp-
verlener werkzaam was. Hier werden hele gezinnen opgenomen.
00:11:32
Op vraag Ischa Meijer vertelt Van Montfoort wat zijn rol was
bij
de 'Bolderkaraffaire'. Lang vond men dat er met justitieel
ingrijpen in
gezinnen waar kinderen mishandeld werden zo lang mogelijk
gewacht moest worden. Vanuit Amerika kwam halverwege de jaren
'80 het idee overwaaien dat wanneer er sprake was van
seksueel misbruik het kind direct uit huis gehaald moest
worden. "Eerst het kind veilig stellen, en dan gaan we het
uizoeken. Ik had daar in de jaren tachtig buitengewoon veel
moeite mee. Was daar zeer verontrust over. Ik geloofde
helemaal niet dat justitieel ingrijpen meer zou kunnen redden
dan we toen deden". (-) "De staat moet niet alles willen. Dan
denk ik dat hij meer brokken maakt dan dat hij goed maakt".
Ten tijde van zijn werk als unithoofd bij de Raad in
Rotterdam publiceerde hij zijn ideeën hierover in het MGV.
Bijval en reactionaire reacties volgden. Hem werd verweten
voorstander van seksueel misbruik te zijn. In de periode vóór
de Bolkerkar (Medisch Kleuterdagverblijf Vlaardingen) heeft
Van Montfoort geprobeerd met de mensen daar te praten over
hun aanpak. Bij De Bolderkar werd de diagnose gesteld dat er
sprake was van seksueel misbruik van een kind. "En als ze het
intern rond hadden, ondernamen ze stappen. Dan kwamen ze naar
de Raad met de vraag, je moet vandaag nog een maatregel
organiseren, want nu weten die ouders dat wij het weten en
anders krijgt het kind op zijn kop". (-) "Ik vond dat teveel
de overvalmethode. Ik vond dat je moest denken vanuit de
hulpverleningsmethode". De medewerkers van De Bolderkar waren
het
absoluut oneens met de ideeën van Van Montfoort. Desondanks
waren er op een gegeven moment tien kinderen uit huis gehaald
vanuit De Bolderkar. "Toen ging de affaire spelen".
00:21:28
"Aan de ene kant had ik toen wel willen zeggen, het goed dat
het
is gebeurd, van de andere kant, je ziet ook meteen krachten
opkomen waar ik me absoluut niet mee wilde identificeren. Er
werd toen het voortouw genomen door een aantal mensen die
zei, zie je wel, het valt wel mee met het seksueel misbruik.
(-) Er waren ook krachten die zeiden, meestal is er niks aan
de hand, wat absoluut niet waar is, helaas niet. Er is een
groot risico dat (-) de hele zaak onder het vloerkleed
geschoven gaat worden. Dat er een soort heksenjacht ontstaat
tegen de mensen van De Bolderkar. Daarna had ik weer de
aanvechting de mensen van De Bolderkar weer te gaan
verdedigen. Want dat waren geen louche figuren. Ik was het
niet eens met hun aanpak, maar er was natuurlijk wel van
alles aan de hand".
00:25:24
I.M.: "Wie is de verliezende partij in deze"
A. van M.: "Het is in ieder geval het deficiet van de
gedachte, als we
maar genoeg oog hebben voor kindermishandeling en seksueel
misbruik, dat we het dan allemaal kunnen oplossen, dus van de
gedachte dat de staat overal kan komen en dus alles kan
oplossen".
00:26:17
I.M.: "Zie je mutatis mutandi dat dit bijna een argument is
om de
Raden voor de Kinderbescherming niet onder Justitie te
plaatsen".
A. van M.: "Daar zou je het argument aan kunnen ontlenen,
want dan krijg je dus kennelijk dit soort krachtige
bewegingen". (-) "Je moet niet
zeggen, we halen een streep door alles wat we al hebben, want
er zijn ook grote voordelen door die professionalisering".
Van Montfoort meent dat er meer geld beschikbaar moet komen
voor pleegouders.
00:29:17
Op vraag int. geeft Van Montfoort de essentie van de
jeugdhulp-
verlening weer: het beschermen van kinderen en de zorg voor
mensen in nood, dus kijken naar wat de ouders nog kunnen
betekenen voor het kind.
Terzijde merkt Van Montfoort op dat de media pas aandacht aan
de jeugdhulpverlening en kinderbescherming schenken als "er
iets heel erg mis is". Op het moment dat er geen affaire
speelt, is de aandacht nihil. Per affaire krijg je ook nog
eens te maken met verschillende journalisten.
Meijer trekt de conlusie dat de jeugdhulpverlening blijkbaar
niet in
staat is duidelijk haar gedachten naar buiten te brengen.
00:34:30
Van Montfoort geeft een voorbeeld van een zaak die hij in
zijn
werk nooit heeft op kunnen lossen. "Een situatie die blijft
haken, om het
maar zo te zeggen". De poltie belt met het bericht dat binnen
een gezin
een kind van anderhalf en een kind van vier door de vriend
van de moeder mishandeld worden. De politie vindt dat de
kinderen vandaag nog uit huis gehaald moeten worden. Er
blijken ook nog vertrouwensartsen bij de zaak betrokken,
zodat er eerst gekeken wordt of de zaak afgestemd kan worden.
Via de vertrouwensarts krijg je te horen dat er van alles aan
de hand is
binnen dat gezin, en de Raad wordt verzocht zich afzijdig te
houden.
"Uitgespeeld ben je. (-) Maar een aantal maanden later belt
de politie
mij op en zegt, het kind is dood". (-) "Dan ga je dus
terugkijken, en dan
zeggen de hulpverleners, wij hadden geen bevoegdheden. Met
andere
woorden, bij mij komen dan de opa en oma en die zeggen, we
willen eens met u persoonlijk praten. (-) Je kunt nauwelijks
iets uitleggen. Je kunt zeggen we hadden overleg. Dat zegt
die mensen niks. Die zijn hun kleinkind kwijt".
00:38:17
I.M. is van mening dat de verantwoordelijkheid bijna niet af
te
bakenen is. De verantwoordelijkheden tussen ouders en
kinderen valt
nauwelijks te definiëren, iets waar het principe om gaat.
A. van M. zegt dat je altijd een keuze maakt, of de keuze om
het niet te
doen, die ingrijpende gevolgen heeft voor het leven van
ouders en hun
kinderen. "Ik geloof dat je dat meesleept in elk systeem".
00:41:28
I.M.: "Het blijft een concurrentieslag tussen instanties".
A. van M.: "Het gaat niet alleen maar mis. De politie is goed
in de
diagnose in de crisis. De politie komt erbij als er grote
heibel is,
dronken toestanden, een puinhoop. Die rapporteren dat de
volgende dag aan de Raad, die sturen er de maatschappelijk
werker naartoe. Die komt daar twee dagen later, wordt keurig
ontvangen in een keurig opgeruimd huis, kopje koffie erbij,
en die zeggen, wat is dat nou voor overdreven gedoe".
00:43:07
I.M.: "Is er niet zoiets als een preventiepolitiek".
A. van M.: "Er wordt wel wat aan preventie gedaan. (-) Ook
daaraan blijft
weer een grens aan wat je kunt doen. (-) Je kan niet in
iedere slaapkamer een camera gaan hangen".
00:44:08
(Korte storing in opnameband)
00:44:10
Op vraag int. vertelt Van Montfoort dat hij altijd heeft
gezocht
naar de verhouding praktijk en theorie of onderzoek. "Er is
een enorme
kloof op dit gebied. Het werken in de praktijk heb ik altijd
heel erg
graag gedaan, maar ik heb ook een sterke behoefte aan een
soort reflectie daarop, door onderzoek of door het
ontwikkelen van een filosofie daarover. In de periode dat ik
bij de Raden werkte, ben ik me daar steeds meer voor gaan
interesseren, van hoe zit dat nou met die kinderbescherming
in Nederland, met die aanpak van kindermishandeling, wat doen
we daarmee. Hoe belangrijk zijn de nieuwe ontwikkelingen, hoe
worden die geremd. Daar wilde ik ook onderzoek naar doen; wat
bepaalt nou wanneer we ingrijpen in gezinnen, structureel.
Daar wilde ik onderzoek naar doen.
Nou is het niet zo gemakkelijk voor elkaar te krijgen. Dus
toen ik
unithoofd bij de Raad was ben ik daarnaast dat onderzoek gaan
uitwerken, heb contacten gezocht met mensen bij de
Universiteiten die dat zouden kunnen gaan begeleiden en heb
zelf een onderzoeksplan geschreven, en ben de boer opgegaan
naar subsidiegevers. Dat is uiteindelijk gelukt. Toen waren
het Ministerie van Justitie en WVC bereid dat onderzoek te
financieren. Op dat moment heb ik mijn vaste baan als
Unithoofd bij de Raad opgegeven (-) om dat onderzoek te gaan
doen. (-) Zo belangrijk was het voor mij. (-) Het zegt iets
over hoe het sociaal in elkaar steekt. (-) Maar ook wat de
omgeving daaraan doet, of niet doet. (-) Het gaat over de
moraal, absoluut. (-) Ik ben opgevoed, net als iedereen, met
een idee dat de wereld werkt op een soort rationele
discussies, en rationele principes. Als je daarin zit, dan
denk je, die discussie zijn nog net zo ongestructureerd qua
moraal als in de pré-historie".
00:48:52
Muziek.
00:51:30
Einde.
Trefwoorden incest; jeugd; justitie; kinderbescherming; kindermishandeling; politie; zedendelicten
Makers Meijer, Ischa (interviewer)
Meijer, Ischa (programmamaker)
Namen Medisch Kleuterdagverblijf Vlaardingen; NIZW
Sprekers Montfoort, A. van
Rechten Herkomst Zender: Radio 5
Opnamen 19-10-1992 tot
Begindatum 19-10-1992
Dragers
Type Soort Formaat Begin- en eindtijd Nummer Volg-
nr. Bewaar-
plaats Archief-
status
DAT cassette Programma HAD201 1