Kun je erachter komen of je partner hondstrouw is of juist de neiging heeft om slippertjes te maken? Willem Revis en Pieter Hulst zoeken het uit in het nieuwe VPRO-programma Wetenschap havermoutpap.

Terwijl datingsites beloven dat ze met geavanceerde algoritmes de perfecte match vinden, blijkt uit wetenschappelijk onderzoek dat de aantrekkingskracht tussen twee individuen tot op heden nauwelijks te voorspellen is, alle psychologische kennis ten spijt. Je kunt aantrekkingskracht tussen twee personen vergelijken met een aardbeving, zegt psycholoog Samantha Joel in haar TEDx Talk ‘Are Romantic Matching Algorithms Possible?’ Voor beide fenomenen is het vrijwel onmogelijk om te voorspellen wanneer en waar ze precies gaan plaatsvinden, simpelweg doordat er zo verschrikkelijk veel verschillende factoren een rol spelen.

Dat weerhoudt Willem Revis en Pieter Hulst, de makers van het nieuwe televisieprogramma Wetenschap havermoutpap, er niet van om een poging te wagen om de geheimen van de liefde ontrafelen. Hun absurdistische en, zoals ze zelf zeggen, pretentieloze zoektocht voert hen langs een lapdancebar, een Franse hangbrug, een hersenlab en een klaslokaal. Want hoewel ware liefde misschien lastig te doorgronden is, geeft de wetenschap wel inzicht in andere, meer algemene kwesties. Welke mensen vinden we het aantrekkelijkst? Wat doet liefdesverdriet met je? En: waarom is de ene persoon trouw en kan de ander het vreemdgaan niet laten?

kleur bekennen

Voor het antwoord op die laatste vraag nodigden Revis en Hulst vijftien onwetende proefpersonen – allemaal heteroseksuele mannen met een relatie – uit om langs te komen bij hun oude school. De mannen moesten een voor een enkele testjes doen en werden daarna in een klaslokaal geparkeerd om te wachten op de uitslag. Wat de proefpersonen niet wisten, was dat juist in het klaslokaal het belangrijkste deel van het experiment plaatsvond. In het lokaal zat namelijk ook een aantrekkelijke jongedame die was geïnstrueerd om ‘een vriendelijke interactie’ met de mannen aan te gaan. Met behulp van verstopte camera’s legden de programmamakers het gedrag van de proefpersonen vast.

Het experiment is gebaseerd op het onderzoek van psycholoog Tila Pronk, die al jaren gefascineerd is door de liefde en in het bijzonder door de vraag waarom sommige mensen in staat zijn langdurige, succesvolle relaties op te bouwen en anderen niet. Zij vroeg zich af of impulsiviteit een belangrijke factor is bij het al dan niet stand houden van een relatie.

Om dat te onderzoeken liet ze haar proefpersonen – ook mannen met een relatie – de Strooptaak doen, vernoemd naar psycholoog John Ridley Stroop, die er al in 1935 over publiceerde. Bij deze test krijgt een proefpersoon verschillende woorden te zien die in verschillende kleuren zijn afgedrukt. De opdracht: benoem hardop de kleur van de inkt waarin de woorden geschreven zijn. Rood, geel, groen, blauw… Het klinkt eenvoudiger dan het is: het lezen van woorden is een zodanig geautomatiseerd proces dat je voor je het weet het geschreven woord roept en niet de kleur ervan. Met deze test meten psychologen hoe goed iemand zijn impulsen kan beheersen. Kun je heel snel de kleur benoemen? Dan kun je je impuls om het geschreven woord voor te lezen kennelijk goed onderdrukken. Doe je er juist lang over, dan ben je impulsiever en dus minder gecontroleerd.

impulscontrole

Nadat Pronk haar proefpersonen had laten zwoegen op deze test bekeek ze hoe de mannen, die zich onbespied waanden, reageerden op de aanwezigheid van een knappe vrouw. Wat bleek? De mannen die slecht scoorden op de Strooptaak vertoonden significant meer flirtgedrag dan de mannen die goed scoorden en dus goed waren in het controleren van hun impulsen.

Volgens Pronk is dit een duidelijke aanwijzing dat mensen die hun impulsen goed onder controle hebben minder snel geneigd zijn toe te geven aan verleidingen die in strijd zijn met het langetermijnbelang van hun relatie. Daar voegt ze aan toe dat een onschuldige flirt in een wachtruimte natuurlijk nog geen vreemdgaan is, maar dat uit vervolgonderzoek is gebleken dat er wel degelijk een correlatie is tussen een lage impulscontrole, flirten en vreemdgaan. En bovendien: impulscontrole speelt ook een rol bij het handhaven van andere regels die belangrijk zijn in een relatie. Als een koppel er bijvoorbeeld waarde aan hecht om altijd op tijd thuis te zijn voor het eten, helpt een hoge impulscontrole om op tijd weg te gaan van die gezellige vrijdagmiddagborrel.

zoetigheid

Dat het nog knap ingewikkeld is om zo’n experiment netjes na te doen, daar kwamen Revis en Hulst achter bij de opnames. Eerst kwam een deelnemer het klaslokaal binnen, terwijl de programmamakers nog bezig waren de verborgen camera’s te installeren. Later bleek een andere deelnemer toch op mannen te vallen. Die viel dus af, omdat in het klaslokaal alleen een aantrekkelijke vrouw voorhanden was. En dan moesten Revis en Hulst achteraf ook nog het flirtgedrag van de proefpersonen beoordelen. Revis: ‘Is een man die ongevraagd over de hoge omzet van zijn bedrijf begint te vertellen aan het flirten? En moesten we ook lichaamshouding meewegen? Wordt dat te subjectief? Lastig!’ Uiteindelijk durven ze de conclusie wel aan: net zoals in het experiment van Pronk flirten de mannen met een slechte score op de test meer dan de mannen die het goed deden.

Verder geven de makers in Wetenschap havermoutpap allerlei handige tips op liefdesgebied. Bijvoorbeeld: eet op een date liever een taartje dan een hartige snack, omdat er door zoetigheid meer dopamine vrijkomt. Maar is er ook goede raad voor diegene die weliswaar een geweldige partner heeft, maar het vreemdgaan niet kan laten? Pronk: ‘Een hoge of lage impulscontrole ligt deels in het karakter besloten, maar hangt ook samen met bijvoorbeeld vermoeidheid en alcoholconsumptie. Als je gevaarlijke momenten wil vermijden, kan je er na een lange, intensieve werkdag dus beter voor kiezen om gezellig thuis op de bank te blijven in plaats van nog even te gaan stappen. Dat wil zeggen: als je trouw belangrijk vindt in een relatie. Voor mensen met een open relatie is een flirt die uitloopt op meer natuurlijk geen enkel probleem.’