Charles David George Stross (1964), ofwel "Charlie", vindt de notie absurd dat met het registreren van zoveel mogelijk informatie van zoveel mogelijk mensen, nationale en internationale veiligheid gegarandeerd kan worden. Wat hij nog veel absurder vindt, is dat we dat met z'n allen geloven.
In toenemende mate maakt Stross zich zorgen over de militarisering van de processen en methodes waarmee de staat toezicht houdt op haar burgers. Terwijl we in tijden van relatieve vrede leven, worden protocollen ingezet die meer gepast zijn in staat van beleg. Dit is volgens Stross te wijten aan het gebrek van ethische grondlegging en naïviteit in de technische sector.
In 'Bureau voor digitale sabotage' stelt hij dat mensen in deze branche er vaak van uitgaan dat datgene dat ze bouwen meer vrijheid biedt, zonder stil te staan bij de tegenovergestelde gevolgen: onderdrukking.