In het voorjaar van 2010 bracht David Van Reybrouck (1971) het boek ‘Congo: een geschiedenis’ uit. De opbrengst van zijn bestseller stelde Van Reybrouck in staat een poging te doen om de politieke impasse waarin zijn land zich bevond te doorbreken. Hij richtte de G1000 op, waarmee hij in 2011 een openbare overlegvergadering belegde tussen duizend gewone burgers over politieke thema's. Deze 'burgertop' moest de burger weer in het middelpunt van de democratie zetten. Nu, drie jaar later draait de G1000 op volle toeren, maar is de strijd nog niet gestreden. Nog altijd maakt hij zich hard voor een meer participatieve democratie, onder meer in zijn afgelopen jaar verschenen boek ‘Tegen verkiezingen’.
Belgische cultuurhistoricus, archeoloog en schrijver zet zijn succes in om democratie te hervormen.
Meer artikelen bij deze aflevering:
Wellicht tegen de verwachting in, gezien zijn huidige betrokkenheid, werd Van Reybrouck’s interesse in politiek pas relatief laat gewekt. Hij studeerde archeologie en filosofie aan de universiteiten van Leuven en Cambridge en promoveerde in Leiden. Pas toen hij door Zuid-Afrika reisde voor research van zijn debuutroman ‘De plaag’ werd hij gegrepen door de verhalen van Nelson Mandela en Desmond Tutu.
Door de vastgelopen formatie na de verkiezingen in 2010, realiseerde Van Reybrouck dat België ‘tegen de grenzen van de democratie aanbotste’. Razendsnelle communicatie rond de klok werkt verlammend voor politiek en het feit dat tegenstanders en eigen achterban voortdurend vanaf de zijlijn commentaar geven, is ook niet bevorderlijk. Of, zoals hij het zelf verwoordde: "de democratie is aan het verworden tot de dictatuur van de verkiezingen".