Met beschrijven wat je niet wilt, is er nog geen utopie. Een meer artistieke benadering komt van Johannes. Hij stelt voor de utopie Stalingrad te dopen, een "naam die staat als een huis en vragen oproept". Verder wil hij geel annexeren als kleur van de vrijheidspraktijk. De suggestie krijgt niet meteen veel navolging. Sowieso schrijven vele auteurs vooral hun eigen ideeën op en zijn er maar een paar discussies. Een van die discussies gaat over een al dan niet libertarische samenleving en dit is meteen een zeer uitgebreid gesprek, zonder duidelijke uitkomst.
Onderwerpen die door iedereen belangrijk gevonden worden, zijn een duurzame gemeenschap met een economie die gebaseerd is op grondstoffen. Als naam voor deze duurzame utopie wordt al snel Sustopia geopperd. Onderwijs wordt door meerderen een sleutelbegrip genoemd en het basisinkomen is iets om na te streven. Een ruileconomie is wenselijk waarbij bezit minder belangrijk is en iedereen zijn steentje bijdraagt. Als alternatief voor het huidige stemstelsel wordt een meritocratie geopperd: alleen mensen die meewerken in de maatschappij, mogen stemmen. Zo ontstaat langzaam een beeld van de gedroomde utopie.
Voor het spenderen van belastinggeld stelt Stef voor om tax funding te introduceren. Zijn voorstel is eigenlijk voor heel Nederland bedoeld, maar is mogelijk ook toepasbaar op onze kleinschalige utopie. Vergelijkbaar als met crowdfunding stelt de overheid projecten voor en kunnen burgers vervolgens bepalen welke projecten gefinancierd worden. Zelf de baas over eigen belastinggeld dus. Stef geeft zelf al toe dat er nog "open eindjes en praktische uitdagingen" zijn bij dit plan, maar de gedachte is interessant.